De professor staat voor het whiteboard en begint geestdriftig factoren, variabelen en dimensies op te schrijven. Voor elke constellatie en beweging een andere kleur.
br />
Het is gelukt om een Internationaal Vermaarde hoogleraar bij ons onderzoek te betrekken. Als deze beroemdheid voor het eerst zijn mond opendoet, tekent onze professor, die fungeert als projectleider, ook nog een pijl en een variabele om deze meneer de indruk te geven dat hij niet helemaal voor niets naar dit nieuwbouwzaaltje is afgereisd.
De promovenda stelt bijna verontschuldigend een vraag die het hele model-in-wording terecht onderuit haalt. De projectleider knikt en wil met zijn mouw een paar van zijn cirkels en pijlen wegvegen om het model te versimpelen.
Wat niet lukt.
“Shit.” Hij draait de viltstift rond tussen zijn vinger en zijn duim en leest ‘Per-ma-nent mar-ker’ vertraagd op.
Hij pakt zijn zakdoek en spuugt erop. Als hij gaat boenen op zijn whiteboard maakt zijn zakdoek stroefpiepende geluidjes. Zijn bril danst op zijn neus bij elke schrobbende beweging.
De professor blijft wrijven alsof het Aladins lamp is, terwijl wij verder discussiëren over de structuur. We zijn er bijna uit. De projectleider hoort ons niet. Hij staat met zijn neus op het whiteboard en probeert uit alle macht de viltstift te verwijderen.
“Daar bestaat speciaal spul voor”, zeg ik. De promovenda weet een merknaam en vult aan dat alcohol ook goed werkt, waarop de professor gehaast wegloopt. Wij gaan door met ons model. Na enige tijd komt hij terug.
“Bij het secretariaat hadden ze dat spul niet hoor.” Hij zucht. “Het was zo’n mooi whiteboard. Net nieuw. Precies de goede afmeting.”
We hebben nog maar twintig minuten voor onze internationale professor vertrekt en we proberen onze projectleider te betrekken in ons gesprek. Dat zou die middag niet meer lukken.
Willemijn Dicke
De professor staat voor het whiteboard en begint geestdriftig factoren, variabelen en dimensies op te schrijven. Voor elke constellatie en beweging een andere kleur.
Het is gelukt om een Internationaal Vermaarde hoogleraar bij ons onderzoek te betrekken. Als deze beroemdheid voor het eerst zijn mond opendoet, tekent onze professor, die fungeert als projectleider, ook nog een pijl en een variabele om deze meneer de indruk te geven dat hij niet helemaal voor niets naar dit nieuwbouwzaaltje is afgereisd.
De promovenda stelt bijna verontschuldigend een vraag die het hele model-in-wording terecht onderuit haalt. De projectleider knikt en wil met zijn mouw een paar van zijn cirkels en pijlen wegvegen om het model te versimpelen.
Wat niet lukt.
“Shit.” Hij draait de viltstift rond tussen zijn vinger en zijn duim en leest ‘Per-ma-nent mar-ker’ vertraagd op.
Hij pakt zijn zakdoek en spuugt erop. Als hij gaat boenen op zijn whiteboard maakt zijn zakdoek stroefpiepende geluidjes. Zijn bril danst op zijn neus bij elke schrobbende beweging.
De professor blijft wrijven alsof het Aladins lamp is, terwijl wij verder discussiëren over de structuur. We zijn er bijna uit. De projectleider hoort ons niet. Hij staat met zijn neus op het whiteboard en probeert uit alle macht de viltstift te verwijderen.
“Daar bestaat speciaal spul voor”, zeg ik. De promovenda weet een merknaam en vult aan dat alcohol ook goed werkt, waarop de professor gehaast wegloopt. Wij gaan door met ons model. Na enige tijd komt hij terug.
“Bij het secretariaat hadden ze dat spul niet hoor.” Hij zucht. “Het was zo’n mooi whiteboard. Net nieuw. Precies de goede afmeting.”
We hebben nog maar twintig minuten voor onze internationale professor vertrekt en we proberen onze projectleider te betrekken in ons gesprek. Dat zou die middag niet meer lukken.
Willemijn Dicke
Comments are closed.