Onderwijs

Werkloze Delftenaar kan beter verhuizen

Wie binnenkort afstudeert in Delft en nog geen baan heeft, kan maar beter naar Nijmegen, Leiden of Tilburg verhuizen. Sinds gemeenten zelf de hoogte van de bijstand mogen bepalen, zijn er enorme verschillen tussen de uitkeringen waar afgestudeerden van rond moeten komen.

Dat blijkt uit een onderzoek van Circuit, het blad van de Hogeschool Nijmegen.

Een net afgestudeerde werkloze op een kamertje in Delft ontvangt per maand 457 gulden minder aan bijstand dan een leeftijdsgenoot die dertig kilometer verderop in een studentenhuis in Leiden woont. De uitkering van een thuiswonende Nijmeegse schoolverlater is twee keer zo hoog dan die van een lotgenoot in Eindhoven.

Tot 1 januari waren de uitkeringen overal in Nederland gelijk. Maar sinds de komst van de nieuwe Bijstandswet, waarbij gemeenten zelf beleid mogen maken, zijn er grote verschillen per stad. Delftse schoolverlaters komen er bekaaid vanaf. Van alle universiteitssteden kent Delft de laagste uitkeringen. Een alleenstaande krijgt vijftig procent van het wettelijk minimumloon, zo is landelijk bepaald. Omdat dit bedrag van 913 gulden vaak absoluut onvoldoende is om van rond te komen, mogen gemeenten toeslagen geven. Daarbij gaat het vooral om de vraag hoe iemand woont. Wie helemaal zelfstandig woont moet volgens de wet de maximale toeslag van 365 gulden krijgen. Maar de toeslag voor iemand die thuis woont, een kamer huurt of kostganger is, wordt door gemeenten zelf bepaald en kan variëren van nul tot twintig procent. De verschillen kunnen oplopen tot 365 gulden per maand, bijna dertig procent van de bijstandsuitkering.
Kosten delen

Uit het onderzoek van Circuit blijkt dat gemeenten totaal verschillend denken over de vraag of mensen die op hetzelfde adres wonen lagere kosten hebben, omdat ze voorzieningen kunnen delen. Tilburg bijvoorbeeld ziet de schaalvoordelen nauwelijks en kent aan haar kamerbewoners de maximale toeslag van twintig procent toe.

Als in Enschede meerdere mensen op een adres wonen, gaat de gemeente er automatisch vanuit dat er kosten gedeeld worden. De toeslag is dan ook maar tien procent. Eindhoven kiest voor een genuanceerdere benadering. Kamerbewoners die hun huur kunnen delen, krijgen elf procent extra. Bij gezamenlijke voorzieningen als telefoon en wasmachine krijgen ze veertien procent. En wie in beide categorieën valt, krijgt slechts vijf procent.

Om ervoor te zorgen dat de bijstand voor 21- en 22-jarigen niet hoger is dan het voor hen geldende minimumloon, mogen gemeenten deze groepen extra korten. Ook schoolverlaters, die nog niet langer dan een half jaar geleden hun opleiding beëindigd hebben, kunnen extra gekort worden.

Tot 1 januari gebeurde dat nog standaard via de zogenaamdeschoolverlatersregeling. Die bepaalde dat iemand in de eerste zes maanden na het beëindigen van zijn studie een uitkering kreeg die was afgeleid van het -lagere – niveau van de studiefinanciering. De meeste universiteitssteden zien sinds januari af van deze schoolverlatersregeling; enkel Delft, Wageningen en Eindhoven hebben zo’n regel in hun verordening opgenomen.

De nieuwe Bijstandswet moet op termijn een besparing opleveren van 380 miljoen gulden. Daarom moeten de nieuwe regels bijstandsontvangers prikkelen om betaald werk te zoeken. Maar daarnaast lijkt een andere prikkel te ontstaan: voor een calculerende bijstandsontvanger, die niet kan of wil ‘uitstromen’ naar betaald werk, wordt het nu wel heel aantrekkelijk om uit te stromen naar een andere woonplaats.
Bijstand schoolverlaters

De bedragen zijn exclusief vakantietoeslag. Voor 21- en 22-jarigen gelden soms lagere bedragen (niet in Delft). Jongeren onder de 21 komen in principe helemaal niet voor bijstand in aanmerking.
Op kamersThuiswonend
Nijmegen1.2791.096
Leiden1.279 913
Tilburg1.279 913

Den Haag1.169 913
Amsterdam1.0961.096
Enschede1.0961.096
Rotterdam1.096 913
Utrecht1.096 913
Groningen1.096 913

Maastricht 913 913

Wageningen 913 639

Eindhoven 908 506

Delft 822 822
(J.B.)

Wie binnenkort afstudeert in Delft en nog geen baan heeft, kan maar beter naar Nijmegen, Leiden of Tilburg verhuizen. Sinds gemeenten zelf de hoogte van de bijstand mogen bepalen, zijn er enorme verschillen tussen de uitkeringen waar afgestudeerden van rond moeten komen. Dat blijkt uit een onderzoek van Circuit, het blad van de Hogeschool Nijmegen.

Een net afgestudeerde werkloze op een kamertje in Delft ontvangt per maand 457 gulden minder aan bijstand dan een leeftijdsgenoot die dertig kilometer verderop in een studentenhuis in Leiden woont. De uitkering van een thuiswonende Nijmeegse schoolverlater is twee keer zo hoog dan die van een lotgenoot in Eindhoven.

Tot 1 januari waren de uitkeringen overal in Nederland gelijk. Maar sinds de komst van de nieuwe Bijstandswet, waarbij gemeenten zelf beleid mogen maken, zijn er grote verschillen per stad. Delftse schoolverlaters komen er bekaaid vanaf. Van alle universiteitssteden kent Delft de laagste uitkeringen. Een alleenstaande krijgt vijftig procent van het wettelijk minimumloon, zo is landelijk bepaald. Omdat dit bedrag van 913 gulden vaak absoluut onvoldoende is om van rond te komen, mogen gemeenten toeslagen geven. Daarbij gaat het vooral om de vraag hoe iemand woont. Wie helemaal zelfstandig woont moet volgens de wet de maximale toeslag van 365 gulden krijgen. Maar de toeslag voor iemand die thuis woont, een kamer huurt of kostganger is, wordt door gemeenten zelf bepaald en kan variëren van nul tot twintig procent. De verschillen kunnen oplopen tot 365 gulden per maand, bijna dertig procent van de bijstandsuitkering.
Kosten delen

Uit het onderzoek van Circuit blijkt dat gemeenten totaal verschillend denken over de vraag of mensen die op hetzelfde adres wonen lagere kosten hebben, omdat ze voorzieningen kunnen delen. Tilburg bijvoorbeeld ziet de schaalvoordelen nauwelijks en kent aan haar kamerbewoners de maximale toeslag van twintig procent toe.

Als in Enschede meerdere mensen op een adres wonen, gaat de gemeente er automatisch vanuit dat er kosten gedeeld worden. De toeslag is dan ook maar tien procent. Eindhoven kiest voor een genuanceerdere benadering. Kamerbewoners die hun huur kunnen delen, krijgen elf procent extra. Bij gezamenlijke voorzieningen als telefoon en wasmachine krijgen ze veertien procent. En wie in beide categorieën valt, krijgt slechts vijf procent.

Om ervoor te zorgen dat de bijstand voor 21- en 22-jarigen niet hoger is dan het voor hen geldende minimumloon, mogen gemeenten deze groepen extra korten. Ook schoolverlaters, die nog niet langer dan een half jaar geleden hun opleiding beëindigd hebben, kunnen extra gekort worden.

Tot 1 januari gebeurde dat nog standaard via de zogenaamdeschoolverlatersregeling. Die bepaalde dat iemand in de eerste zes maanden na het beëindigen van zijn studie een uitkering kreeg die was afgeleid van het -lagere – niveau van de studiefinanciering. De meeste universiteitssteden zien sinds januari af van deze schoolverlatersregeling; enkel Delft, Wageningen en Eindhoven hebben zo’n regel in hun verordening opgenomen.

De nieuwe Bijstandswet moet op termijn een besparing opleveren van 380 miljoen gulden. Daarom moeten de nieuwe regels bijstandsontvangers prikkelen om betaald werk te zoeken. Maar daarnaast lijkt een andere prikkel te ontstaan: voor een calculerende bijstandsontvanger, die niet kan of wil ‘uitstromen’ naar betaald werk, wordt het nu wel heel aantrekkelijk om uit te stromen naar een andere woonplaats.
Bijstand schoolverlaters

De bedragen zijn exclusief vakantietoeslag. Voor 21- en 22-jarigen gelden soms lagere bedragen (niet in Delft). Jongeren onder de 21 komen in principe helemaal niet voor bijstand in aanmerking.
Op kamersThuiswonend
Nijmegen1.2791.096
Leiden1.279 913
Tilburg1.279 913

Den Haag1.169 913
Amsterdam1.0961.096
Enschede1.0961.096
Rotterdam1.096 913
Utrecht1.096 913
Groningen1.096 913

Maastricht 913 913

Wageningen 913 639

Eindhoven 908 506

Delft 822 822
(J.B.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.