Campus

‘Wel opvallen, maar niet teveel’

Met het voorjaar komen de deadlines. Prijsvragen als de Hema-ontwerpwedstrijd zijn voor studenten meer dan een extracurriculaire kans op een grote zak geld: ,,Ik ben liever winnaar zonder, dan tweede mét geld.”

Met het voorjaar komen de deadlines. Prijsvragen als de Hema-ontwerpwedstrijd zijn voor studenten meer dan een extracurriculaire kans op een grote zak geld: ,,Ik ben liever winnaar zonder, dan tweede mét geld.”
Ontwerpen

,,De opdracht is erg breed: het product kan van alles zijn, van raamwisser tot veger en blik. Maar in vergelijking tot vorig jaar heb je nu meer vrijheid, minder randvoorwaarden. De vormgeving is belangrijker.”

Camille de Vrede is vijfdejaars student IO en doet voor de tweede keer mee aan de Hema-ontwerpwedstrijd. Deze jaarlijkse wedstrijd geniet inmiddels landelijke bekendheid en de winnende producten belanden in de schappen van het grootwinkelbedrijf. Dé manier om als jonge ontwerper in één klap je naam te vestigen.

,,Delft heeft bij de Hema-prijsvraag nog nooit goed gescoord, maar ik weet niet goed waardoor dat komt”, peinst prof.ir. J.J. Jacobs, hoogleraar industriële vormgeving bij IO.

Het steekt de Delftse ontwerpers dat zij nog nooit een eerste prijs binnen wisten te halen. Jacobs: ,,Sommige mensen zeggen dat we aan een Willie Wortel-syndroom lijden. Dat hier vergeten wordt dat een product ook sympathiek moet zijn, een emotie oproept. Maar ik denk dat het in het geval van de Hema ook om een toevalsscore gaat.”

Jacobs is jarenlang voorzitter geweest van de Rotterdamse Designprijs en zat in verschillende andere jury’s: ,,Een prijsvraag benadert vaak meer dan een oefening de werkelijke beroepspraktijk. Er wordt een harde deadline gesteld en het is leuk om de resultaten te vergelijken met andere opleidingen. Het geeft een extra prikkel. In een korte tijd moet je iets voor elkaar krijgen en je wilt voor de buitenwereld niet afgaan. Ik vind prijsvragen stimulerend.”
25-duizend

Bouwkunde-hoogleraar Duijvestein is het met Jacobs eens: ,,Zeker bouwkunde-studenten krijgen in de beroepspraktijk veel met prijsvragen te maken.” Duijvestein is coördinator van het tweedejaars blok ‘Imago’. Binnen dit blok moeten studenten een ontwerp maken met milieukundige en duurzame kwaliteit als uitgangspunt. Dit jaar dingen de beste vijftien studenten meteen mee met de VIBA-prijsvraag voor biologische architectuur. De prijsvraag betreft de ’transformatie van een schoolgebouw in Rotterdam tot woningen en woonwerkvormen’.

Nog aantrekkelijker is het te winnen bedrag: 25-duizend gulden voor de winnaar. ,,Ik hoorde dat professionele architecten al iets hadden van ‘straks wint er een student’. Maar die kans lijkt mij vrij klein, het zijn tenslotte maar tweedejaars”, meent Duijvestein.

Hij verwacht dat de jury, hoewel er ‘blind’ beoordeeld wordt, het werk van de studenten er wel uit kan halen. ,,Je mag toch verwachten dat architecten iets professioneler hun werkpresenteren. Met de herkenning van werk heb ik zelf eens te maken gehad toen ik in een jury zat: van de zes genomineerde ontwerpen kon ik er vier aan een architect koppelen. Toen ben ik uit de jury getreden.”

Zo’n integriteit valt niet bij alle prijsvragen terug te vinden. ,,Veel wedstrijden worden misbruikt om op een goedkope manier aan veel ideeën te komen. Er zijn wel regels, maar niemand hoeft zich daaraan te houden. Prijsvragen leiden over het algemeen tot meer irritatie dan vreugde”, aldus Duijvestein.

IO-collega Jacobs: ,,Ik heb al jaren geleden gewaarschuwd tegen het verder oprukken van prijsvragen. Het is bij industrieel ontwerpers gelukkig nog niet zoals in de architectuur, waar een prijsvraag vaak direct gerelateerd is aan een opdracht. Als DAF een nieuw model vrachtwagen zoekt, schrijven ze geen prijsvraag uit.”
Fun

Camille de Vrede zit voor zijn A3-vellen vol ideeschetsen. Hij heeft een probleem, want de opdracht is volgens hem tegenstrijdig geformuleerd: ,,Het moet een product met een hoog fun-gehalte zijn, maar tegelijkertijd moet ook de functionaliteit voorop staan. Bij het eerste denk je aan afwaskwasten in de vorm van dolfijnen enzo. Maar die functionaliteit… Daarom heb ik eerst een aantal principes voor mezelf op een rij gezet. Je kunt het natuurlijk alleen op de vormgeving gooien, maar als je wilt winnen moet je wel wat meer doen, denk ik.”

Ook vijfdejaars IO’er Dennis Vervoorn doet mee aan de Hema-wedstrijd. Hij heeft een uitgesproken mening over het vereiste uiterlijk van Hema-artikelen: ,,Daar straalt de eenvoud vanaf, rechttoe-rechtaan, strakke ontwerpen. Maar dat komt voor mij niet in de opdracht terug. Ik vind het veel te ‘uitvinderig’, maar het lukt me nog niet om dat in een ontwerp te stoppen. Ik ben blijkbaar niet zo’n uitvinder.”

Vervoorn zegt geen conclusies te verbinden aan een minder resultaat: ,,Al die goedkope schoonmaaktroep kan echt niet goedkoper of ergonomischer. Dus is het geen echte uitdaging. En alleen vormgeving om de vorm boeit me niet.”

De deadline van de Hema-wedstrijd nadert, inzenden kan nog tot 17 april. ,,Ik heb nu in ieder geval een goede oplossing die wel erg origineel maar ook weinig functioneel is. Als ik met niks beters kom, dan stuur ik deze op. Ik pak het ook duidelijk anders aan dan een gewone ontwerpopdracht. Je zet minder op papier, dat zie je aan deze ranzige schetsen. Ook wel gevaarlijk, want je blijft lang in de ideeën zwemmen”, verzucht De Vrede.

Bij IO zijn dit soort prijsvragen op twee manieren in de opleiding geïntegreerd: De Hema-wedstrijd maakt dit jaar deel uit van het vormstudie-onderwijs. En studenten die als groep aan een prijsvraag meedoen, kunnen daar onder de vlag van een keuzevak studiepunten voor krijgen.
Tips

Als meervoudig jurylid heeft Jacobs wel een aantal tips voor prijsvraagdeelnemers: ,,Bedenk dat een jurering meestal eenhaastklus is. Het gaat wel zorgvuldig, maar je moet toch op een middag heel veel beoordelen. Zorg dus voor een begrijpelijk, leesbaar en helder product. Het moet zichzelf uitleggen. Een ontwerp moet origineel, maar ook weer niet te origineel zijn. Wel opvallen, maar niet teveel…”

,,Van de beschuitbusprijsvraag herinner ik me dat mensen soms helemaal niet nadenken over de context waarbinnen zo’n product gebruikt wordt. Er waren machines bij die ik toch nooit van mijn leven op m’n ontbijttafel zou willen hebben. IO’ers uit Delft zijn niet zo goed in het oppikken van trends in vorm, kleur en interieur. En omdat het vaak om interieurproducten gaat in prijsvragen, speelt die beperking een grote rol. Ontwerp maar eens een product dat ‘in de trend is’. Wat is de trend nu? Minimale, sobere producten. Als je dan een hele woeste organische zwabber voor de Hema gaat ontwerpen, ben je niet goed bezig.”

Met het voorjaar komen de deadlines. Prijsvragen als de Hema-ontwerpwedstrijd zijn voor studenten meer dan een extracurriculaire kans op een grote zak geld: ,,Ik ben liever winnaar zonder, dan tweede mét geld.”
Ontwerpen

,,De opdracht is erg breed: het product kan van alles zijn, van raamwisser tot veger en blik. Maar in vergelijking tot vorig jaar heb je nu meer vrijheid, minder randvoorwaarden. De vormgeving is belangrijker.”

Camille de Vrede is vijfdejaars student IO en doet voor de tweede keer mee aan de Hema-ontwerpwedstrijd. Deze jaarlijkse wedstrijd geniet inmiddels landelijke bekendheid en de winnende producten belanden in de schappen van het grootwinkelbedrijf. Dé manier om als jonge ontwerper in één klap je naam te vestigen.

,,Delft heeft bij de Hema-prijsvraag nog nooit goed gescoord, maar ik weet niet goed waardoor dat komt”, peinst prof.ir. J.J. Jacobs, hoogleraar industriële vormgeving bij IO.

Het steekt de Delftse ontwerpers dat zij nog nooit een eerste prijs binnen wisten te halen. Jacobs: ,,Sommige mensen zeggen dat we aan een Willie Wortel-syndroom lijden. Dat hier vergeten wordt dat een product ook sympathiek moet zijn, een emotie oproept. Maar ik denk dat het in het geval van de Hema ook om een toevalsscore gaat.”

Jacobs is jarenlang voorzitter geweest van de Rotterdamse Designprijs en zat in verschillende andere jury’s: ,,Een prijsvraag benadert vaak meer dan een oefening de werkelijke beroepspraktijk. Er wordt een harde deadline gesteld en het is leuk om de resultaten te vergelijken met andere opleidingen. Het geeft een extra prikkel. In een korte tijd moet je iets voor elkaar krijgen en je wilt voor de buitenwereld niet afgaan. Ik vind prijsvragen stimulerend.”
25-duizend

Bouwkunde-hoogleraar Duijvestein is het met Jacobs eens: ,,Zeker bouwkunde-studenten krijgen in de beroepspraktijk veel met prijsvragen te maken.” Duijvestein is coördinator van het tweedejaars blok ‘Imago’. Binnen dit blok moeten studenten een ontwerp maken met milieukundige en duurzame kwaliteit als uitgangspunt. Dit jaar dingen de beste vijftien studenten meteen mee met de VIBA-prijsvraag voor biologische architectuur. De prijsvraag betreft de ’transformatie van een schoolgebouw in Rotterdam tot woningen en woonwerkvormen’.

Nog aantrekkelijker is het te winnen bedrag: 25-duizend gulden voor de winnaar. ,,Ik hoorde dat professionele architecten al iets hadden van ‘straks wint er een student’. Maar die kans lijkt mij vrij klein, het zijn tenslotte maar tweedejaars”, meent Duijvestein.

Hij verwacht dat de jury, hoewel er ‘blind’ beoordeeld wordt, het werk van de studenten er wel uit kan halen. ,,Je mag toch verwachten dat architecten iets professioneler hun werkpresenteren. Met de herkenning van werk heb ik zelf eens te maken gehad toen ik in een jury zat: van de zes genomineerde ontwerpen kon ik er vier aan een architect koppelen. Toen ben ik uit de jury getreden.”

Zo’n integriteit valt niet bij alle prijsvragen terug te vinden. ,,Veel wedstrijden worden misbruikt om op een goedkope manier aan veel ideeën te komen. Er zijn wel regels, maar niemand hoeft zich daaraan te houden. Prijsvragen leiden over het algemeen tot meer irritatie dan vreugde”, aldus Duijvestein.

IO-collega Jacobs: ,,Ik heb al jaren geleden gewaarschuwd tegen het verder oprukken van prijsvragen. Het is bij industrieel ontwerpers gelukkig nog niet zoals in de architectuur, waar een prijsvraag vaak direct gerelateerd is aan een opdracht. Als DAF een nieuw model vrachtwagen zoekt, schrijven ze geen prijsvraag uit.”
Fun

Camille de Vrede zit voor zijn A3-vellen vol ideeschetsen. Hij heeft een probleem, want de opdracht is volgens hem tegenstrijdig geformuleerd: ,,Het moet een product met een hoog fun-gehalte zijn, maar tegelijkertijd moet ook de functionaliteit voorop staan. Bij het eerste denk je aan afwaskwasten in de vorm van dolfijnen enzo. Maar die functionaliteit… Daarom heb ik eerst een aantal principes voor mezelf op een rij gezet. Je kunt het natuurlijk alleen op de vormgeving gooien, maar als je wilt winnen moet je wel wat meer doen, denk ik.”

Ook vijfdejaars IO’er Dennis Vervoorn doet mee aan de Hema-wedstrijd. Hij heeft een uitgesproken mening over het vereiste uiterlijk van Hema-artikelen: ,,Daar straalt de eenvoud vanaf, rechttoe-rechtaan, strakke ontwerpen. Maar dat komt voor mij niet in de opdracht terug. Ik vind het veel te ‘uitvinderig’, maar het lukt me nog niet om dat in een ontwerp te stoppen. Ik ben blijkbaar niet zo’n uitvinder.”

Vervoorn zegt geen conclusies te verbinden aan een minder resultaat: ,,Al die goedkope schoonmaaktroep kan echt niet goedkoper of ergonomischer. Dus is het geen echte uitdaging. En alleen vormgeving om de vorm boeit me niet.”

De deadline van de Hema-wedstrijd nadert, inzenden kan nog tot 17 april. ,,Ik heb nu in ieder geval een goede oplossing die wel erg origineel maar ook weinig functioneel is. Als ik met niks beters kom, dan stuur ik deze op. Ik pak het ook duidelijk anders aan dan een gewone ontwerpopdracht. Je zet minder op papier, dat zie je aan deze ranzige schetsen. Ook wel gevaarlijk, want je blijft lang in de ideeën zwemmen”, verzucht De Vrede.

Bij IO zijn dit soort prijsvragen op twee manieren in de opleiding geïntegreerd: De Hema-wedstrijd maakt dit jaar deel uit van het vormstudie-onderwijs. En studenten die als groep aan een prijsvraag meedoen, kunnen daar onder de vlag van een keuzevak studiepunten voor krijgen.
Tips

Als meervoudig jurylid heeft Jacobs wel een aantal tips voor prijsvraagdeelnemers: ,,Bedenk dat een jurering meestal eenhaastklus is. Het gaat wel zorgvuldig, maar je moet toch op een middag heel veel beoordelen. Zorg dus voor een begrijpelijk, leesbaar en helder product. Het moet zichzelf uitleggen. Een ontwerp moet origineel, maar ook weer niet te origineel zijn. Wel opvallen, maar niet teveel…”

,,Van de beschuitbusprijsvraag herinner ik me dat mensen soms helemaal niet nadenken over de context waarbinnen zo’n product gebruikt wordt. Er waren machines bij die ik toch nooit van mijn leven op m’n ontbijttafel zou willen hebben. IO’ers uit Delft zijn niet zo goed in het oppikken van trends in vorm, kleur en interieur. En omdat het vaak om interieurproducten gaat in prijsvragen, speelt die beperking een grote rol. Ontwerp maar eens een product dat ‘in de trend is’. Wat is de trend nu? Minimale, sobere producten. Als je dan een hele woeste organische zwabber voor de Hema gaat ontwerpen, ben je niet goed bezig.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.