Weinig propedeuses in één jaar

Dat blijkt uit cijfers van de laatste drie jaren (2005-2007). Studenten natuurwetenschappen scoren beter dan studenten van technische of ontwerpopleidingen.
Bij wis- en natuurkunde, elektrotechniek en life science & technology haalt minimaal een op de vier zijn propedeuse in één jaar (p-in-1). Bij maritieme techniek slechts één op de 25 en bij bouwkunde één op de twaalf.
Technische bestuurskunde zit met veertien procent onder het TU-gemiddelde. Volgens Els van Daalen, directeur onderwijs bij Techniek, Bestuur en Management (TBM), doen studenten bij juist deze faculteit meer naast hun studie. “Zij vinden het leuk om commissiewerk te doen en dingen te regelen.”
Om de eindstreep te kunnen halen, zouden studenten bij TBM gemiddeld 45 of meer studiepunten per jaar moeten halen. In het eerste jaar ligt dat aantal echter gemiddeld op 35. Vooral het aantal punten in het eerste half jaar is volgens Van Daalen voorspellend. Ze verwacht dan ook veel van het bindend studieadvies (bsa), waarbij eerstejaars minimaal dertig van de zestig studiepunten moeten halen. “Ik denk dat de p-in-1 daarmee automatisch omhoog gaat.”
Een ander middel is de introductie van de ‘TB-week’. Daarbij krijgen studenten in de eerste week delen van vakken uit het hele jaar. “Zo krijgen ze een beter beeld van de opleiding. Studenten weten wat natuur- en wiskunde inhouden, bij TBM is dat moeilijk te doorgronden.”
Aan het eind van de TB-week vullen studenten op een formulier in wat ze hebben geleerd, wat ze ervan vinden en hoe ze hun studie willen aanpakken. “Mocht een negatief studieadvies dreigen, dan kan dat formulier een rol spelen.” Verder gaan docenten meer aandacht geven aan oefenstof. “Bij wiskunde is het heel gewoon om sommen te doen.”
Dat verklaart wellicht ook waarom studenten natuurwetenschappen beter scoren. “En als je natuurkunde niet leuk vindt, kom je hier niet”, zegt Rob Mudde, directeur onderwijs bij Technische Natuurwetenschappen (TNW).
Opleidingen bij TNW hanteren overigens het cijfer van vorig jaar: 27 procent berekend op instroom. Zonder studenten die afhaken of wat anders gaan doen. “Zelfs als je modelstudenten hebt, haal je dus geen honderd procent p-in-1.” Mudde denkt dat andere universiteiten rond de dertig procent liggen.
Een jaar of vijf geleden ging TNW over op andere onderwijsvormen en meer aandacht voor het individu. Geen lange hoorcolleges, maar korte stukken theorie afwisselen met opdrachten in kleine groepjes. “Slaagpercentages voor een inleidend natuurkundevak stegen van veertig naar zeventig procent.”
Saaie practica in grote zalen werden opgeheven. Kleine groepen rouleren nu over secties en stafleden spreken vier keer per jaar met elke student om te vragen hoe het gaat. “We komen studenten tegen die in april nog maar tien studiepunten hebben. We willen dat ze zich realiseren dat ze zichzelf niet voor de gek moeten houden.”

Students have graded the overall quality of TU Delft’s facilities, communication channels and educational organization as a 6.7 this year, or 0.1 points higher than in 2007, according to a logistics quality survey conducted this year for the fifth successive year. All 15,395 TU students received the survey with questions about issues like study areas, copy machines, exam scheduling and course registration. Only 37.7 percent of students completed the survey.