Campus

‘We willen technici in hun denken stimuleren’

Hans van Drongelen vierde deze maand zijn 25-jarig jubileum als studentenpastor bij Motiv. Zijn eigen motivatie is onverminderd groot. “Technologie doet ons steeds nieuwe vragen stellen. Never a dull moment.”

Zijn studenten veranderd in die 25 jaar?
“Ik heb niet dat gevoel. Ze komen nu net als toen naar Delft omdat ze talent hebben voor vakken als wiskunde, om zich vervolgens te specialiseren op een vlak waarvoor ze warm lopen. De TU-student is nog steeds een gedreven student, heeft het gevoel iets te doen dat zinvol is. De omstandigheden waarin studenten nu leven zijn natuurlijk wel anders. De studiedruk is hoger, het bereik van vakken is groter, er zijn samenwerkingsverbanden met andere faculteiten. Vroeger stonden er enorme schotten tussen die faculteiten, vormde ieder zijn eigen clan. Nu kijken studenten veel meer om zich heen.”

En het geloof is steeds minder een rol gaan spelen. Toen u aantrad, was dat bij het studentenpastoraat. Motiv kwam later.
“De functie van studentenpastor was mijn eerste echte baan. Toen was het inderdaad een traditioneel studentenpastoraat, gericht op de opvang van kerkelijk georiënteerde studenten die religieus onderdak zochten zodat ze niet verloren zouden raken in de grote stad. Dat was althans de zorg van hun ouders. Sinds 2001 zijn we verder gegaan als Motiv, op eigen initiatief. De term studentenpastoraat was mooi, maar inhoudelijk niet meer toereikend. We hebben studenten te lang vanuit ons eigen aanbod benaderd, maar het aanbod klopte niet meer bij de markt. Mensen dachten niet meer in zuilen.”

Dat was toch al een poosje zo?
“Het duurde even voordat wij inzagen dat we daarin mee moesten. Niet omdat ons werk een verdwijnend goed was, maar wel omdat we het op een andere manier betekenis moesten geven. Dus hebben we studenten gevraagd hoe zij ons zagen. We hebben onszelf gepresenteerd bij studie- en studentenverenigingen en hen gevraagd waarvoor zij ons zouden willen gebruiken. Uiteindelijk kwamen we erop uit dat wij steeds bezig zijn om de motivatie van studenten aan de orde te stellen. Wat willen zij in Delft, wat willen ze later toevoegen aan de samenleving? Maar ook: welke uitdagingen staan hen te wachten als ze straks als bijvoorbeeld elektrotechnici aan de slag gaan? Dan kom je heel dicht bij hun vakgebied, bij de keuze die ze daarvoor hebben gemaakt en bij hoe ze daarvoor hun motivatie kunnen vasthouden.”

Hoe weten jullie welke uitdagingen studenten te wachten staan?
“We halen er wetenschappers bij en mensen uit het bedrijfsleven. Studenten horen graag verhalen uit de praktijk, want dan horen ze waar het echt om gaat. Als Motiv focussen wij ons natuurlijk niet op de techniek, maar op het verhaal dat mensen daarbij hebben. Waar zijn ze op uit, wat vinden ze belangrijk? Als je dat aan studenten vraagt, spreken ze uit het hart, niet uit het hoofd. Wij zien vele honderden studenten per jaar, vooral door de trainingen die we geven aan studentenbesturen. Dat aantal groeit zelfs, ook omdat de Haagse Hogeschool erbij is gekomen. Voor ons gaat het vooral om hoe je als bestuur met elkaar omgaat. Het kan goed zijn om van elkaar te weten waarvoor je er zit. De één wil misschien even een tussenjaar om zich te bezinnen op de studie, de ander zit er voor zijn cv en een derde doet het gewoon omdat hij of zij het leuk vindt. Dat kan barrières opleveren in de samenwerking. Hoe ga je ermee om als je je ergert aan iemands gedrag? Alleen als je daarvoor een verklaring krijgt, kun je de ander aanvaarden. Hou elkaar dus in de gaten, praat erover en laat het er niet bij zitten.”

In hoeverre speelt God nog een rol in uw werk?
“Het is aan de mensen die bij ons komen om daar iets over te zeggen. Dat ligt bij hen. Als wij over God beginnen, dan werkt dat niet. Natuurlijk halen wij wel onze eigen motivatie uit het geloof. Maar als iemand een andere mening heeft, lopen wij diegene niet voor de voeten, want dan zijn we geen gesprekspartner meer. Uiteindelijk zijn we wel bezig met religieuze vragen, over waardoor je als mens gedreven wordt. We kunnen zorgen dat technici weten waar ze mee bezig zijn, hen in hun denken stimuleren. We gaan op een gelijk niveau het gesprek aan.”

En voor dat religieuze thuis, als studenten dat nog zoeken, zijn dan de studentenverenigingen?
“Ja, bij kerkelijk geprofileerde studentenverenigingen zijn nog wel die sterke links met religie. Zij houden dat in stand en dat doen ze goed. Wij behoren meer tot een middenkerk, zijn meer naar de wereld gericht, bewegen ons tussen allerlei lagen mensen.”

Heeft uzelf ooit moeite gehad om uw eigen motivatie te behouden?
“Nee, eigenlijk niet. Technologie doet ons steeds nieuwe vragen stellen. Neem nano- of microtechnologie, big data, robotica, the internet of things; voortdurend worden grenzen verlegd. Hoe ga je daarmee om, hoe verhoud je je daartoe? Dat zijn een intrigerende vragen. Never a dull moment.”

U bent nu 61 jaar. Wat wilt u de komende jaren nog doen?
“We moeten een professie van dit werk maken, zodat we zelfstandig en als private onderneming verder kunnen. Wij worden gefinancierd door de Protestantse Kerk Nederland en de Rooms-katholieke Kerk, maar de kerken krimpen. Als ik eruit stap, word ik niet opgevolgd. Dan is er nog maar 1,5 fte over om de kar te trekken. We moeten erover na gaan denken hoe we Motiv zo kunnen vormgeven dat we zelf mensen kunnen aannemen. Ook moeten we bedenken hoe we ons als niet direct kerkelijk-gelieerde instantie gaan profileren, zonder dan we anderen die zich met existentiële vragen bezighouden concurrentie aandoen.”

Anderen zoals studentenpsychologen en studieadviseurs?
“Bijvoorbeeld. Gelukkig heeft ieder heeft zijn eigen perspectief. Wij zijn niet gericht op het oplossen van concrete problemen; wij bieden geen therapieën en behandelen geen studievragen. Maar als een student zoekende is naar wat hij wil in zijn bestaan en dat hindert hem, dan kunnen wij helpen.”

Kun je ook bij Motiv terecht als existentiële vragen je niet direct hinderen?
“Zeker. Het is altijd van belang om daarover door te praten. Je bent zo vrij in deze samenleving, er zijn zoveel mogelijkheden. Als je niet meer in de gaten hebt wat je daarmee aan moet, dan loop je met die vrijheid onder je arm. Wat moet je ermee? Hopelijk kunnen wij mensen helpen om langzaam zoekend tot een antwoord te komen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.