Onderwijs

‘We hadden de tijd mee’

Arie Monster, hoofd arbo en milieu, verlaat de TU per 1 december. Het arbo- en milieubeleid is vormgegeven. ,,En dan sta je voor de vraag: wat nu?”

Wanneer alles klaar en op orde is, slaat bij Arie Monster de verveling toe. Opbouwen heeft meer zijn interesse. ,,Als iets voor negentig procent af is, begin ik naar nieuwe projecten uit te kijken. Ik ben geen type om op de winkel te passen”, zegt de coördinator van de arbo- en milieudienst.

Monster heeft, samen met zijn medewerkers, de afgelopen jaren hard getrokken aan het vormgeven van het arbo- en milieubeleid. Negen jaar geleden, toen hij startte aan de TU, was er niets op dit terrein. ,,Duurzaamheid en milieu waren geen items in het onderwijs en onderzoek. Vandaag de dag is dat anders. Mede dankzij onze projecten wordt er in colleges wél aandacht besteed aan de onderwerpen. Er is een commissie voor duurzame ontwikkeling gekomen, die ook onderzoekers stimuleert om bij hun ontwerp of onderzoek te letten op de gevolgen voor het milieu.”

Eigenlijk begon het succes al met het eerste TU-milieubeleidsplan in 1991. Nauwelijks vijf maanden in dienst mocht Monster dit verdedigen bij het toenmalige college van decanen. ,,Mijn chef was daar aangenaam verrast over. Hij vertelde mij regelmatig dat hij pas na drie jaar iets in dit college mocht gaan vertellen.”
Projecten

De projecten die Monster met zijn medewerkers heeft opgezet zijn: een composteerinstallatie, milieuvriendelijke oevers, de scheiding van afval, aanpak van de asbestproblematiek en het plaatsen van een arbo- en milieuadviseur op de meeste beheerseenheden.

,,Medewerkers kwamen met veel ideeën en wij kregen van de TU de middelen om deze projecten op te zetten. En we hadden de tijd mee. Op dit moment is het moeilijker om geld en mankracht voor deze zaken vrij te maken. Ik betreur dat niet, ik vind het terecht. Het was nodig dat er een zakelijke benadering kwam. Maar ik mis die sfeer van inventiviteit wel.”

Het uitproberen van experimentele projecten zoals een composteerinrichting en milieuvriendelijke oevers kan volgens Monster alleen bij een universiteit. ,,Allereerst is er de kennis van de hoogleraren en het enthousiasme van de studenten. Daarnaast waren er leidinggevenden en een arbodienst die er plezier in hadden om gedurfde concepten op eigen terrein uit te proberen. Ik zal die bundeling van kennis en inzet missen.”

,,Eigenlijk vind ik dat het ‘Huis van de Toekomst’ van Chriet Titulaar in de TU-wijk had moeten staan. De faculteiten, studenten en hoogleraren, hadden hierin ideeën kunnen testen. Daarnaast had je scholieren kunnen laten zien waar de TU mee bezig is.”
Vertrek

De projecten liepen, het arbobeleid aan de TU was opgetuigd enlangzaam aan begon Monster zich af te vragen, wat hij nog wilde. ,,Eigenlijk begon dat twee jaar geleden al. Ik vind het moeilijk als werkzaamheden of situaties zich herhalen. Mijn vertrek heb ik nog twee jaar uitgesteld door projectleider te worden bij de Modernisering Ondersteunende Diensten. Dat is nu ook afgerond en dan sta je weer voor de vraag: wat nu?”

Hij voelde er weinig voor terug te keren naar zijn vroegere functie. ,,Voor het opzetten van het arbobeleid had ik bijvoorbeeld een netwerk opgebouwd bij de beheerseenheden. Door de reorganisaties zijn medewerkers vertrokken of op andere plaatsen terecht gekomen. Zo’n netwerk moet je dan weer opnieuw gaan opbouwen en dat trok me niet.”

Monster besloot dat hij iets nieuws wilde. En terug naar het bedrijfsleven. ,,Ik heb jarenlang bij Fokker gewerkt. De sfeer bij bedrijven is anders. Een nadeel van een overheidsorganisatie is dat politiek altijd een rol speelt. Projecten worden soms stopgezet, niet om zakelijke redenen, maar om politieke motieven. Daar kan ik moeilijk mee omgaan.” Monster relativeert direct. Hij vermoedt dat je daar in het bedrijfsleven ook tegenaan aanloopt ,,Eigenlijk wilde ik gewoon iets nieuws.”

Dat is een functie als hoofd arbo- en milieudienst bij Solvay Farmaceuticals in Weesp geworden. ,,Ze hebben daar net een reorganisatie achter de rug en ik moet gaan zorgen de het een team wordt. Als ik daar net zulke prettige medewerkers krijg als aan de TU, lukt dat wel.”

Wanneer alles klaar en op orde is, slaat bij Arie Monster de verveling toe. Opbouwen heeft meer zijn interesse. ,,Als iets voor negentig procent af is, begin ik naar nieuwe projecten uit te kijken. Ik ben geen type om op de winkel te passen”, zegt de coördinator van de arbo- en milieudienst.

Monster heeft, samen met zijn medewerkers, de afgelopen jaren hard getrokken aan het vormgeven van het arbo- en milieubeleid. Negen jaar geleden, toen hij startte aan de TU, was er niets op dit terrein. ,,Duurzaamheid en milieu waren geen items in het onderwijs en onderzoek. Vandaag de dag is dat anders. Mede dankzij onze projecten wordt er in colleges wél aandacht besteed aan de onderwerpen. Er is een commissie voor duurzame ontwikkeling gekomen, die ook onderzoekers stimuleert om bij hun ontwerp of onderzoek te letten op de gevolgen voor het milieu.”

Eigenlijk begon het succes al met het eerste TU-milieubeleidsplan in 1991. Nauwelijks vijf maanden in dienst mocht Monster dit verdedigen bij het toenmalige college van decanen. ,,Mijn chef was daar aangenaam verrast over. Hij vertelde mij regelmatig dat hij pas na drie jaar iets in dit college mocht gaan vertellen.”
Projecten

De projecten die Monster met zijn medewerkers heeft opgezet zijn: een composteerinstallatie, milieuvriendelijke oevers, de scheiding van afval, aanpak van de asbestproblematiek en het plaatsen van een arbo- en milieuadviseur op de meeste beheerseenheden.

,,Medewerkers kwamen met veel ideeën en wij kregen van de TU de middelen om deze projecten op te zetten. En we hadden de tijd mee. Op dit moment is het moeilijker om geld en mankracht voor deze zaken vrij te maken. Ik betreur dat niet, ik vind het terecht. Het was nodig dat er een zakelijke benadering kwam. Maar ik mis die sfeer van inventiviteit wel.”

Het uitproberen van experimentele projecten zoals een composteerinrichting en milieuvriendelijke oevers kan volgens Monster alleen bij een universiteit. ,,Allereerst is er de kennis van de hoogleraren en het enthousiasme van de studenten. Daarnaast waren er leidinggevenden en een arbodienst die er plezier in hadden om gedurfde concepten op eigen terrein uit te proberen. Ik zal die bundeling van kennis en inzet missen.”

,,Eigenlijk vind ik dat het ‘Huis van de Toekomst’ van Chriet Titulaar in de TU-wijk had moeten staan. De faculteiten, studenten en hoogleraren, hadden hierin ideeën kunnen testen. Daarnaast had je scholieren kunnen laten zien waar de TU mee bezig is.”
Vertrek

De projecten liepen, het arbobeleid aan de TU was opgetuigd enlangzaam aan begon Monster zich af te vragen, wat hij nog wilde. ,,Eigenlijk begon dat twee jaar geleden al. Ik vind het moeilijk als werkzaamheden of situaties zich herhalen. Mijn vertrek heb ik nog twee jaar uitgesteld door projectleider te worden bij de Modernisering Ondersteunende Diensten. Dat is nu ook afgerond en dan sta je weer voor de vraag: wat nu?”

Hij voelde er weinig voor terug te keren naar zijn vroegere functie. ,,Voor het opzetten van het arbobeleid had ik bijvoorbeeld een netwerk opgebouwd bij de beheerseenheden. Door de reorganisaties zijn medewerkers vertrokken of op andere plaatsen terecht gekomen. Zo’n netwerk moet je dan weer opnieuw gaan opbouwen en dat trok me niet.”

Monster besloot dat hij iets nieuws wilde. En terug naar het bedrijfsleven. ,,Ik heb jarenlang bij Fokker gewerkt. De sfeer bij bedrijven is anders. Een nadeel van een overheidsorganisatie is dat politiek altijd een rol speelt. Projecten worden soms stopgezet, niet om zakelijke redenen, maar om politieke motieven. Daar kan ik moeilijk mee omgaan.” Monster relativeert direct. Hij vermoedt dat je daar in het bedrijfsleven ook tegenaan aanloopt ,,Eigenlijk wilde ik gewoon iets nieuws.”

Dat is een functie als hoofd arbo- en milieudienst bij Solvay Farmaceuticals in Weesp geworden. ,,Ze hebben daar net een reorganisatie achter de rug en ik moet gaan zorgen de het een team wordt. Als ik daar net zulke prettige medewerkers krijg als aan de TU, lukt dat wel.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.