Campus

‘Wat zíjn dat nou voor ballen!?’

Het vorige week afgewerkte clubkampioenschap van open tennisvereniging Obvius is eerst en vooral een gezelligheidsevenement. Winnen is leuk, maar het gaat er ook om elkaar beter te leren kennen.

Bijna negentig deelnemers staan er op de inschrijvingslijst genoteerd. Een week lang bestrijden zij elkaar in diverse onderdelen, verdeeld over de speelniveaus 2 tot en met 9. De enige speler uit de (hoge) categorie 2 is Femke Verhaart. Bij gebrek aan voldoende vrouwen speelt ze in een poule tegen ‘drietjes’ en ‘viertjes’. “Die slaat ze genadeloos van de baan”, weet secretaris Linda Giesselink. De enige speelster die nog enigszins tegenwicht zou kunnen bieden, Marieke de Wit, verschijnt de hele week niet op de baan. Ze is geblesseerd.

Verhaart vindt het naar eigen zeggen nog steeds leuk om te winnen, ook al steekt ze wat niveau betreft ver boven de rest uit. Competitie spelen doet ze elders. “Maar op dit soort toernooien doe ik altijd graag mee”, verzekert ze. “Altijd hartstikke gezellig.”

Verhaart komt deze donderdagavond net van de baan van een potje mixed ‘fundubbel’, een onderdeel waarin laag geklasseerde spelers gekoppeld worden aan spelers met een hoge rating. Samen met Sybrand Attema (niveau 7) heeft ze zojuist gewonnen van het duo Van der Hall/ Nieuwenhuis, met 7-6, 6-0. Verhaart is lid van Obvius sinds de oprichting in 2005. Hoe lang dat nog duurt, is de vraag nu ze inmiddels is afgestudeerd. Ze geniet van de genoemde gezelligheid. “Vooral die fun-potjes zijn ontzettend leuk. Veel wind? Ach, daar heeft iedereen toch last van?”

De TU-vlaggen staan op deze vierde toernooidag strak te wapperen. Publiek laat zich op deze toch wel erg frisse avond niet zien. Het is in elk geval droog op de verschillende banen waarop de partijen zich in alle gemoedelijkheid afspelen. Incidenteel doorbreekt een nauwelijks woeste kreet uit de mond van een wat fanatieker type kort de betrekkelijke rust: “Wat zíjn dat nou voor ballen!?”, foetert een in rood shirt gehulde speler, die niet geheel tevreden is met zijn service, tegen zichzelf.

Binnen, in het Sportcafé, fungeert de wedstrijdtafel als ontmoetingspunt. Daar melden uitgespeelde tennissers de uitslag en kunnen leden gokken op setstanden van wedstrijden. De muur is behangen met een grote lap papier waarop een Levensweg is uitgetekend, analoog naar het bekende bordspel. Wie uitslagen juist voorspelt of zelf een partij wint schuift een aantal vakjes op. Aan deze creatieve uitspatting is door de commissie een paar middagen enthousiast gewerkt, vertelt toernooicommissaris Jan van Arnhem. “Elk jaar wordt een spel bedacht, om een beetje interactiviteit tussen de leden op gang te brengen”, legt hij uit. “Zo leren de leden elkaar wat beter kennen. Meestal ontmoeten ze op de trainingen alleen mensen van hun eigen niveau.”
Bestuurslid Widodo Rahardjo vertelt dat de vereniging werkt aan een meerjarenplan. “Elk jaar is er een ander bestuur met een eigen beleid. Met het meerjarenplan willen we de continuïteit van de club waarborgen. Bij ons eerste lustrum vorig jaar hebben wij ons de vraag gesteld: wat hebben we bereikt en waar willen we over tien jaar staan? We hebben nu 315 leden. We willen graag groter worden, maar hebben daar geen capaciteit voor.” Met andere Delftse (burger)tennisverenigingen wordt gesproken over eventuele samenwerking. “In de breedte zijn we sterk, maar aan de top is het dun. We willen de beginners op een hoger niveau brengen, zodat we de spelerspiramide rechter krijgen.”

Na de waterkoude donderdagavond spelen de drie laatste speeldagen zich in veel prettiger weersomstandigheden af. Op de finaledag is de ongeplaatste Paul Willekens een verrassende winnaar in de klasse HE3/4. Op een veel lager niveau (HE8) zorgen Nicola Pambakian en Sybrand Attema in een zinderende driesetter, inclusief tiebreak, voor een spannend slotakkoord. Eerstgenoemde wint met 6-4, 6-7, 7-5. 

Met behulp van satellieten en gps-stations onderzoekt Hooper hoe de bodem van IJsland rond vulkanen zich gedraagt. Zo hoopt hij meer inzicht te krijgen in vulkaanuitbarstingen en zijn ze in de toekomst wellicht beter te voorspellen. Hij sluit niet uit dat we nog een tijd last kunnen houden van deze vulkaan. Ook andere vulkanen op IJsland zouden zich in de toekomst vaker kunnen roeren.

Hooper gebruikt radarinstrumenten aan boord van satellieten om bewegingen van de grond te kunnen detecteren. ‘Vaak komt voor een uitbarsting de grond rondom de vulkaan omhoog. De druk bouwt zich dan op, wat vaak – maar niet altijd – tot een uitbarsting leidt. Meestal zakt de grond daarna weer in, een beetje zoals een mislukte soufflé. Het gaat maar om centimeters, maar satellieten kunnen dat heel nauwkeurig zien.’ Hooper sluit niet uit dat deze uitbarsting nog niet voorbij is. ‘In het geval van de Ejyafjallajökull hebben we dat terugzakken nog niet gezien. Blijkbaar zit er dus nog druk achter.’

Ook op lange termijn voorziet Hooper vaker vulkaanuitbarstingen op IJsland, veroorzaakt door de opwarming van de aarde. ‘De gletsjers op IJsland leveren de nodige tegendruk voor het vulkanisch actieve gebied. Als er minder ijs op het eiland drukt, zullen vulkanen makkelijker uitbarsten. Dat gebeurde ook aan het eind van de laatste ijstijd.’

Lezing IJslandse vulkaan: Dinsdag 20 april tussen 12.30-13.30 op L&R in zaal B (Kluyverweg 1, Delft).

Lezing is ook te volgen via Collegerama

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.