Campus

Waarom? Daarom!

“Een vliegtuig staat op een lopende band zo lang en breed als een vliegveld, en wil opstijgen. De lopende band is ontworpen om exact de snelheid van de wielen op elk moment over te nemen, in de tegenovergestelde richting.

Kan het vliegtuig opstijgen?” Op deze vraag van Michiel Fremouw kwamen veel reacties binnen. De meeste leken in grote lijnen op het antwoord van Martijn Nijënstijn, tweedejaars student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek: “Ervan uitgaande dat het vliegtuig alleen lift kan produceren door relatieve snelheid ten opzichte van de lucht, kan het alleen opstijgen als het sneller vooruit kan bewegen dan de lopende band achteruit. De snelheid van het vliegtuig over de lopende band is gelijk aan die van de wielen (ongeacht de vorm van voortstuwing) en deze is weer gelijk aan de snelheid van de lopende band. Dus geen relatieve snelheid en geen lift. Het vliegtuig stijgt niet op.”

Maar Jeroen Wackers, afgestudeerd bij luchtvaart- en ruimtevaarttechniek en promovendus bij het Centrum voor Wiskunde en Informatica, zegt dat het vliegtuig in principe wél zal opstijgen. “Ten eerste: voor het genereren van draagkracht moet het vliegtuig een snelheid hebben ten opzichte van de omringende lucht, de snelheid ten opzichte van de grond is niet van belang. Ook voor de weerstand van het vliegtuig is de luchtwrijving de belangrijkste bijdrage. Ten tweede: de motoren leveren stuwkracht door het in beweging zetten van de omringende lucht. Dus ook hier is de snelheid ten opzichte van de lucht, niet ten opzichte van de aarde, van belang. Ondanks die lopende band zal het vliegtuig bij de start versnellen ten opzichte van de stilstaande lucht en opstijgen.”

Ad Peekstok, derdejaars student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, lijkt het hiermee eens: “Het gaat niet om de snelheid ten opzichte van de grond, maar ten opzichte van de lucht. Als die snelheid hoog genoeg is, wordt de liftkracht die door een vleugel geproduceerd wordt ook hoog genoeg en zal het vliegtuig opstijgen.”

Nico Muyen, voormalig TU-medewerker, stuurt de vraag voor de komende week. “Waarom draaien ouderwetse Hollandse windmolens rechtsom, maar moderne turbinewindmolens linksom?” (TvL)

Reacties of nieuwe vragen kun je wekelijks voor maandag 16.00 uur mailen naar: waarom_daarom@yahoo.com. Maximaal vijftig woorden, en vergeet je naam, studie en studiejaar niet te vermelden.

“Een vliegtuig staat op een lopende band zo lang en breed als een vliegveld, en wil opstijgen. De lopende band is ontworpen om exact de snelheid van de wielen op elk moment over te nemen, in de tegenovergestelde richting. Kan het vliegtuig opstijgen?” Op deze vraag van Michiel Fremouw kwamen veel reacties binnen. De meeste leken in grote lijnen op het antwoord van Martijn Nijënstijn, tweedejaars student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek: “Ervan uitgaande dat het vliegtuig alleen lift kan produceren door relatieve snelheid ten opzichte van de lucht, kan het alleen opstijgen als het sneller vooruit kan bewegen dan de lopende band achteruit. De snelheid van het vliegtuig over de lopende band is gelijk aan die van de wielen (ongeacht de vorm van voortstuwing) en deze is weer gelijk aan de snelheid van de lopende band. Dus geen relatieve snelheid en geen lift. Het vliegtuig stijgt niet op.”

Maar Jeroen Wackers, afgestudeerd bij luchtvaart- en ruimtevaarttechniek en promovendus bij het Centrum voor Wiskunde en Informatica, zegt dat het vliegtuig in principe wél zal opstijgen. “Ten eerste: voor het genereren van draagkracht moet het vliegtuig een snelheid hebben ten opzichte van de omringende lucht, de snelheid ten opzichte van de grond is niet van belang. Ook voor de weerstand van het vliegtuig is de luchtwrijving de belangrijkste bijdrage. Ten tweede: de motoren leveren stuwkracht door het in beweging zetten van de omringende lucht. Dus ook hier is de snelheid ten opzichte van de lucht, niet ten opzichte van de aarde, van belang. Ondanks die lopende band zal het vliegtuig bij de start versnellen ten opzichte van de stilstaande lucht en opstijgen.”

Ad Peekstok, derdejaars student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, lijkt het hiermee eens: “Het gaat niet om de snelheid ten opzichte van de grond, maar ten opzichte van de lucht. Als die snelheid hoog genoeg is, wordt de liftkracht die door een vleugel geproduceerd wordt ook hoog genoeg en zal het vliegtuig opstijgen.”

Nico Muyen, voormalig TU-medewerker, stuurt de vraag voor de komende week. “Waarom draaien ouderwetse Hollandse windmolens rechtsom, maar moderne turbinewindmolens linksom?” (TvL)

Reacties of nieuwe vragen kun je wekelijks voor maandag 16.00 uur mailen naar: waarom_daarom@yahoo.com. Maximaal vijftig woorden, en vergeet je naam, studie en studiejaar niet te vermelden.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.