Toepassingen in de thuiszorg zijn vaak afhankelijk van medische sensoren. Door goedkopere consumentensensoren te gebruiken, kan de thuiszorg betaalbaarder worden.
Medisch elektronicaspecialist professor Wouter Serdijn (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica) signaleert een gebrek aan innovatie op het gebied van medische sensoren die er in zijn ogen “een beetje primitief” uitzien en voor “kunstmatig hoge prijzen” worden verkocht. Wie breekt de markt van medische sensoren voor de thuiszorgmarkt open?
In de virtuele Medical Delta bijeenkomst van vorige week deelde longarts Ries van den Biggelaar (Erasmus MC) zijn ervaringen met het gebruiken van beademingsapparatuur voor patiënten thuis. Hij noemde ALS-patiënten en patiënten met thoraxvergroeiing als voorbeeld. Wanneer ze in het stadium komen dat ze niet voldoende kunnen ademen, komen ze meestal op de intensive care terecht. Als hun beademingsapparatuur dan na ongeveer een week goed uitgebalanceerd is, kunnen ze onder toezicht van een online monitoringssysteem weer naar huis.
Dat bewakingssysteem werkt met een sensor die op de oorlel wordt geklemd en die het zuurstof- en kooldioxidegehalte in het bloed meet, evenals de hartslag. Maar de sensor valt er gemakkelijk af, hij wordt onaangenaam warm, hij moet met een gel worden aangebracht. Kortom: hij is ontworpen voor gebruik in een ziekenhuis, in de handen van medische professionals, en niet voor continue monitoring in een thuissituatie.
Hoewel thuisbeademing een optie is voor een groeiend aantal patiënten, legt Van den Biggelaar uit, staat de huidige vorm van de sensoren een grotere uitrol niet toe.
Serdijn vindt dat fabrikanten van medische apparatuur het voorbeeld moeten volgen van consumentenelektronica en slimme horloges, die overigens ook de hartslag en de zuurstofverzadiging meten. Voor een fractie van de kosten.
Professor Douwe Atsma (cardiologie in het Leids Universitair Medisch Centrum) steunt de oproep van Serdijn. Eén van de redenen dat medische technologie zo duur en niet gebruiksvriendelijk is, zei hij, is dat de apparatuur moet voldoen aan de hoge normen van nauwkeurigheid en reproduceerbaarheid. Maar de thuiszorg heeft daar helemaal geen behoefte aan, zegt Atsma terwijl hij een wegwerp-zuurstofsensor laat zien. “De nauwkeurigheid van dergelijke sensoren mag minder zijn dan in het ziekenhuis, zolang het globale beeld maar duidelijk is.” Kachelt het gewoon door, bedoelt Atsma, of is er een plotselinge verandering? “In geval van twijfel kunnen we patiënten altijd bellen en vragen hoe ze zich voelen.” Serdijn merkte daarnaast op dat consumentenelektronica over het algemeen tamelijk betrouwbaar is. “Uw auto zit er vol mee.”
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.