De teller van het aantal studenten aan de TU in studiejaar 2021-2022 staat momenteel op 28.066. Het is een tussenstand, maar duidelijk is wel dat de TU wéér groeit.
Rob Mudde, vice-president onderwijs, gaf de update over de instroom voor het nieuwe studiejaar donderdag 23 september tijdens de GV (gemeenschappelijke vergadering) van het college van bestuur, ondernemingsraad en studentenraad. Volgens de meest recente cijfers telt de TU nu precies 28.066 diplomastudenten (studenten van wie eenduidig vastgesteld kan worden dat zij zich inschrijven om een diploma te behalen bij de TU Delft).
Mudde benadrukte dat het om een tussenstand gaat – per 1 oktober wordt de definitieve balans opgemaakt – maar duidelijk is al wel dat de TU wéér groeit, met zo’n zes- a zevenhonderd studenten. Die aanhoudende groei leidt tot extra druk, erkende collegevoorzitter Tim van der Hagen. “En op verschillende fronten. Het gaat niet alleen om extra werkdruk binnen de universiteit, maar ook om extra druk op de stad – al is het maar om al die extra studenten te huisvesten. Daar moeten we echt bij stilstaan”, zei hij.
Vooral meer masterstudenten
Volgens Muddes cijfers komt de groei met name uit de masterstudies. Die instroom nam toe met zo’n 10 procent. Deels is dat een inhaaleffect van vorig jaar. Relatief veel niet-EU/EER studenten die toen hun inschrijving uitstelden door corona, komen nu alsnog. Het gevolg is wel dat de TU dit jaar waarschijnlijk het omslagpunt bereikt dat de instroom voor de masteropleidingen – de optelsom van doorstromers uit de bacheloropleidingen, plus de nieuwe masterstudenten – inmiddels groter is dan de instroom voor de bachelorstudies.
Werktuigbouw piekt
Bij die bachelorstudies is het beeld stabieler. Net als vorig jaar krimpt deze instroom licht (-1%), wat in lijn is met de demografische ontwikkeling in Nederland: het aantal 18-jarigen daalt, maar dat wordt deels gecompenseerd doordat meer scholieren hun vwo-diploma halen. Op opleidingsniveau is werktuigbouw opvallend. Daar overschrijdt de instroom de 765 – een all time high, volgens Mudde. “Dat is fijn omdat er heel veel werktuigbouwers in Nederland nodig zijn. Tegelijkertijd is het níet fijn omdat de aantallen wel héél groot zijn. En dat is tegelijkertijd een enorm compliment voor de faculteit dat ze dit toch ook weer geplooid krijgen”, aldus Mudde.
Marieke Enter / Nieuwsredacteur
Comments are closed.