Onderwijs

Visitatiecommissie uit forse kritiek op WTM

Het onderwijs aan de faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen (WTM) is te gefragmenteerd en mist een duidelijk beleid. Het onderzoek is te versnipperd en niet altijd van het niveau dat de faculteit er aan toekent.

Verder is sprake van scheefgroei; bij veel onderzoek is er nauwlijks onderwijs, en omgekeerd.


Figuur 1 Veel vakken van WTM missen volgens de visitatiecommissie diepgang en worden door te weinig studenten gevolgd. Een aantal is zelfs te gemakkelijk.

Dit zijn de algemene conclusie van de visitatiecommissie die op eigen verzoek het onderwijs en onderzoek bij WTM beoordeelde. De lijst met kritiekpunten is zeldzaam lang, en begint al bij de constatering dat de faculteit zich in haar zelfstudie onvoldoende bezonnen heeft op de zwakke punten. De kritiek richt zich op inhoud zowel als op organisatie en samenhang. Vrij vertaald komt het erop neer dat de faculteit orde op zaken moet stellen.

Het onderwijsaanbod van WTM noemt de commissie ‘beleidsarm’. Het grote aantal losse vakjes (174) lijkt ontstaan uit de behoefte om de afnemende faculteiten te behagen. Behalve gefragmenteerd en gering in omvang – sommige vakken leveren één studiepunt op -, ontbreekt het bij veel vakken aan diepgang, worden ze door te weinig studenten gevolgd en is een aantal zelfs te gemakkelijk. De commissie raadt aan het aanbod te saneren en deze te structureren in clusters van zes à zeven studiepunten.

Hoewel de commissie de integratie van alfa- en gamma-vakken in de ingenieursopleiding van belang acht, ziet zij in Delft geen plaats voor een eigen WTM-afstudeerrichting. Wel vindt de commissie dat in het financiële systeem van de universiteit een methode moet worden gevonden om de deelname van WTM in de afstudeerfase van studenten te stimuleren in plaats van af te remmen, ,,zoals nu het geval is”.
Onderzoek

Het merendeel van het WTM-onderzoek is versplinterd in kleine projecten waaraan hooguit door twee personen gewerkt wordt, en onderlinge samenwerking is beperkt. De commissie kwalificeert haar indruk van het gepresenteerde onderzoeksaanbod als ‘chaotisch’ en twijfelt bij een deel van de publicaties aan het predikaat ‘wetenschappelijk’.

Van de tien beoordeelde secties is kwaliteit van het onderzoek bij drie secties van een goed niveau, bij vijf voldoende, bij één sectie onvoldoende en bij één zeer onvoldoende. Als het gaat om de wetenschappelijke productiviteit van negen secties noemt de commissie deze in drie gevallen hoog, twee keer gemiddeld, twee keer laag en twee keer zeer laag. Het woord excellent komt de commissie nergens over de lippen. De sectie vrouwenstudies presteert op alle fronten onder de maat.

De commissie adviseert de vakgroepstructuur te reorganiseren en de vorming van één vakgroep nader te onderzoeken. Volgens de commissie stoelt de faculteit grotendeels op de driehoek economie, recht en bedrijfsleer. Het economie-onderwijs is essentieel omdat het veel studenten garandeert. Problemen met het economie-onderwijs, waarvoor beoogde samenwerking metTechnische Bestuurskunde traag van de grond komt, moeten zo snel mogelijk worden opgelost.

Voor de toekomst put de commissie hoop uit de beterschap die de faculteit belooft wat betreft de integratie van onderwijs en onderzoek. Idealiter vindt de integratie zowel horizontaal plaats (binnen de faculteit) als verticaal (door de gehele universiteit). Juist omdat WTM de benodigde algemene aspecten voor elke ingenieursopleiding verzorgt, twijfelt de commissie niet aan het bestaan van een aparte faculteit, ,,mits met de aanbevelingen terdege rekening wordt gehouden”. (H.O.)

Henk Orsel

Het onderwijs aan de faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen (WTM) is te gefragmenteerd en mist een duidelijk beleid. Het onderzoek is te versnipperd en niet altijd van het niveau dat de faculteit er aan toekent. Verder is sprake van scheefgroei; bij veel onderzoek is er nauwlijks onderwijs, en omgekeerd.


Figuur 1 Veel vakken van WTM missen volgens de visitatiecommissie diepgang en worden door te weinig studenten gevolgd. Een aantal is zelfs te gemakkelijk.

Dit zijn de algemene conclusie van de visitatiecommissie die op eigen verzoek het onderwijs en onderzoek bij WTM beoordeelde. De lijst met kritiekpunten is zeldzaam lang, en begint al bij de constatering dat de faculteit zich in haar zelfstudie onvoldoende bezonnen heeft op de zwakke punten. De kritiek richt zich op inhoud zowel als op organisatie en samenhang. Vrij vertaald komt het erop neer dat de faculteit orde op zaken moet stellen.

Het onderwijsaanbod van WTM noemt de commissie ‘beleidsarm’. Het grote aantal losse vakjes (174) lijkt ontstaan uit de behoefte om de afnemende faculteiten te behagen. Behalve gefragmenteerd en gering in omvang – sommige vakken leveren één studiepunt op -, ontbreekt het bij veel vakken aan diepgang, worden ze door te weinig studenten gevolgd en is een aantal zelfs te gemakkelijk. De commissie raadt aan het aanbod te saneren en deze te structureren in clusters van zes à zeven studiepunten.

Hoewel de commissie de integratie van alfa- en gamma-vakken in de ingenieursopleiding van belang acht, ziet zij in Delft geen plaats voor een eigen WTM-afstudeerrichting. Wel vindt de commissie dat in het financiële systeem van de universiteit een methode moet worden gevonden om de deelname van WTM in de afstudeerfase van studenten te stimuleren in plaats van af te remmen, ,,zoals nu het geval is”.
Onderzoek

Het merendeel van het WTM-onderzoek is versplinterd in kleine projecten waaraan hooguit door twee personen gewerkt wordt, en onderlinge samenwerking is beperkt. De commissie kwalificeert haar indruk van het gepresenteerde onderzoeksaanbod als ‘chaotisch’ en twijfelt bij een deel van de publicaties aan het predikaat ‘wetenschappelijk’.

Van de tien beoordeelde secties is kwaliteit van het onderzoek bij drie secties van een goed niveau, bij vijf voldoende, bij één sectie onvoldoende en bij één zeer onvoldoende. Als het gaat om de wetenschappelijke productiviteit van negen secties noemt de commissie deze in drie gevallen hoog, twee keer gemiddeld, twee keer laag en twee keer zeer laag. Het woord excellent komt de commissie nergens over de lippen. De sectie vrouwenstudies presteert op alle fronten onder de maat.

De commissie adviseert de vakgroepstructuur te reorganiseren en de vorming van één vakgroep nader te onderzoeken. Volgens de commissie stoelt de faculteit grotendeels op de driehoek economie, recht en bedrijfsleer. Het economie-onderwijs is essentieel omdat het veel studenten garandeert. Problemen met het economie-onderwijs, waarvoor beoogde samenwerking metTechnische Bestuurskunde traag van de grond komt, moeten zo snel mogelijk worden opgelost.

Voor de toekomst put de commissie hoop uit de beterschap die de faculteit belooft wat betreft de integratie van onderwijs en onderzoek. Idealiter vindt de integratie zowel horizontaal plaats (binnen de faculteit) als verticaal (door de gehele universiteit). Juist omdat WTM de benodigde algemene aspecten voor elke ingenieursopleiding verzorgt, twijfelt de commissie niet aan het bestaan van een aparte faculteit, ,,mits met de aanbevelingen terdege rekening wordt gehouden”. (H.O.)

Henk Orsel

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.