Onderwijs

Visitatie-pluim voor Delfts onderzoek aardwetenschappen

Het onderzoek van de faculteit Technische Aardwetenschappen, voorheen Mijnbouw, is van goed wetenschappelijk niveau. De ‘recycling-sectie’ van professor Dalmijn (secundaire-grondstoffentechnologie) staat internationaal zelfs aan de top, zo blijkt uit een visitatierapport dat gisteren verscheen.

br />
De beoordelaars bezochten naast Delft drie andere grote onderzoekscentra op het gebied van aardwetenschappen (Utrecht, VU, Wageningen) en twee kleine groepen in Leiden en bij de UvA. Op de laatste na huisvesten ze allemaal een aantal goede of excellente onderzoekprogramma’s. Bovendien werken ze steeds beter samen in onderzoekscholen, meldt het rapport.

De internationale experts, voorgezeten door de astronoom prof. dr. H. van der Laan, constateren dat voor een zand- en kleiland dat vol olie en gas zit, de aardwetenschappen onmisbaar zijn. Daarom is het schrijnend dat een groeiend aantal onderzoeksgroepen door overheidsbezuinigingen nog maar een gevaarlijk kleine kern van vaste staf overheeft. Deze stafleden raken volgens de commissie overbelast. Hoogleraren zijn zoveel tijd kwijt zijn met het binnenhalen van derde-geldstroomcontracten en administratieve rompslomp, dat ze nauwelijks toekomen aan eigen onderzoek of publicaties. Eén vacature kan de hele groep in gevaar brengen.

Door sterke vergrijzing worden de komende jaren nogal wat sleutelposities vacant. Delft heeft dit probleem deels getackeld door de recente aanstelling van drie jonge hoogleraren (op een totaal van zeven).

Vergeleken met de andere universiteiten komt Delft, samen met Utrecht, als beste uit de bus. Maar de commissie noteert wel enkele punten van kritiek. Zo werkt de kleine TU-sectie ingenieursgeologie te versnipperd. Om levensvatbaar te blijven, moet de sectie meer strategische keuzes maken en het aantal onderwerpen inperken. De sectie, die volgens het rapport uitermate relevant onderzoek doet voor Nederland, zou zich tegelijkertijd moeten versterken in omvang en ervaring.

Volgens dr. K. Maas, hoofd onderwijs en onderzoek, sluit de kritiek van het visitatierapport aan bij de mening van de faculteitsraad, die eveneeens vindt dat ingenieursgeologie selectiever moet zijn. ,,Maar je hebt natuurlijk te maken met zittende stafleden met een een eigen onderzoekstraditie, die volgens de wet verregaand autonoom zijn.”

Maas zegt dat de faculteit ,,geen reden heeft om ontevreden te zijn” met het rapport. Hij wijst op het feit dat Delft op dit gebied pas goed tien jaar een onderzoekstradtie heeft, en nu al in de bovenste regionen van de aardwetenschappen geschaard wordt. (HOP/F.S./A.d.J.)

Het onderzoek van de faculteit Technische Aardwetenschappen, voorheen Mijnbouw, is van goed wetenschappelijk niveau. De ‘recycling-sectie’ van professor Dalmijn (secundaire-grondstoffentechnologie) staat internationaal zelfs aan de top, zo blijkt uit een visitatierapport dat gisteren verscheen.

De beoordelaars bezochten naast Delft drie andere grote onderzoekscentra op het gebied van aardwetenschappen (Utrecht, VU, Wageningen) en twee kleine groepen in Leiden en bij de UvA. Op de laatste na huisvesten ze allemaal een aantal goede of excellente onderzoekprogramma’s. Bovendien werken ze steeds beter samen in onderzoekscholen, meldt het rapport.

De internationale experts, voorgezeten door de astronoom prof. dr. H. van der Laan, constateren dat voor een zand- en kleiland dat vol olie en gas zit, de aardwetenschappen onmisbaar zijn. Daarom is het schrijnend dat een groeiend aantal onderzoeksgroepen door overheidsbezuinigingen nog maar een gevaarlijk kleine kern van vaste staf overheeft. Deze stafleden raken volgens de commissie overbelast. Hoogleraren zijn zoveel tijd kwijt zijn met het binnenhalen van derde-geldstroomcontracten en administratieve rompslomp, dat ze nauwelijks toekomen aan eigen onderzoek of publicaties. Eén vacature kan de hele groep in gevaar brengen.

Door sterke vergrijzing worden de komende jaren nogal wat sleutelposities vacant. Delft heeft dit probleem deels getackeld door de recente aanstelling van drie jonge hoogleraren (op een totaal van zeven).

Vergeleken met de andere universiteiten komt Delft, samen met Utrecht, als beste uit de bus. Maar de commissie noteert wel enkele punten van kritiek. Zo werkt de kleine TU-sectie ingenieursgeologie te versnipperd. Om levensvatbaar te blijven, moet de sectie meer strategische keuzes maken en het aantal onderwerpen inperken. De sectie, die volgens het rapport uitermate relevant onderzoek doet voor Nederland, zou zich tegelijkertijd moeten versterken in omvang en ervaring.

Volgens dr. K. Maas, hoofd onderwijs en onderzoek, sluit de kritiek van het visitatierapport aan bij de mening van de faculteitsraad, die eveneeens vindt dat ingenieursgeologie selectiever moet zijn. ,,Maar je hebt natuurlijk te maken met zittende stafleden met een een eigen onderzoekstraditie, die volgens de wet verregaand autonoom zijn.”

Maas zegt dat de faculteit ,,geen reden heeft om ontevreden te zijn” met het rapport. Hij wijst op het feit dat Delft op dit gebied pas goed tien jaar een onderzoekstradtie heeft, en nu al in de bovenste regionen van de aardwetenschappen geschaard wordt. (HOP/F.S./A.d.J.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.