De opleidingen natuur- en sterrenkunde, inclusief technische natuurkunde in Delft, worden opnieuw beoordeeld door een visitatiecommissie. Dat heeft de VSNU afgesproken met minister Ritzen.
Ook vorig jaar is er een commissie op pad geweest, maar de onderwijsinspectie vond dat die slecht werk heeft geleverd – en de VSNU kon de kritiek slechts onderschrijven. De ‘aanvullende’ visitatie wordt uitgevoerd door een internationale commissie.
De kritiek op het in april verschenen visitatierapport is dat de schrijvers meer bezig zijn geweest met verdediging van het eigen vak dan met beoordeling van het onderwijs. Hun boodschap was dat natuurkunde net als de technische richtingen vijf jaar moet duren. Met dat uitgangspunt deden ze bezorgde uitspraken over de vaderlandse natuurkunde. Aan een afgewogen oordeel over kwaliteit en studeerbaarheid van de huidige opleidingen waren de experts niet toegekomen. Ze doen slechts een reeks positieve uitspraken over het hoge niveau dat de opleidingen, dankzij de algemene studievertraging, nu nog bieden.
De inspectie heeft minister Ritzen in oktober laten weten dat ze een dergelijk rapport niet kan accepteren. Maar ook de VSNU zat er mee in zijn maag. Want ook bezien vanuit het belang van de natuurkunde werkt de aanpak van de commissie averechts.
Volgens coördinator kwaliteitszorg dr. A. Vroeijenstijn had men ,,de feiten moeten laten spreken”. Door eerst te kijken wat de kwaliteit van de huidige opleidingen is, daarna te bezien welke aanpassingen nodig zijn zodat ze in vier jaar te doen zijn en ten slotte te beoordelen of dat allemaal kan zonder de kwaliteit en internationale positie in gevaar te brengen.
,,Als je dan moet concluderen dat vier jaar te weinig is, sta je sterk”, aldus Vroeijenstijn. Als voorbeeld noemt hij het rapport over elektrotechniek, dat in 1990 tot een dergelijke conclusie kwam – en daarmee de basis legde voor de toekenning van een extra studiejaar aan de meeste techniekstudies.
Er is nog geprobeerd de visitatiecommissie bij te sturen, maar dat mocht niet baten. Het gezelschap experts had bij de start wel ingestemd met de gangbare visitatie-aanpak, maar raakte allengs op drift: men begon te evangeliseren in plaats van te beoordelen. ,,De enige mogelijkheid die de VSNU nog had gehad, was het rapport te weigeren”, aldus Vroeijenestijn. ,,Misschien moeten we dat een volgende keer doen.” Maar zover wilde men dit keer niet gaan.
Dus was het de inspectie die ‘ho’ moest roepen. Minister Ritzen confronteerde een VSNU-delegatie vorige week met deze boodschap. Ter plekke zegde waarnemend VSNU-voorzitter Bleumink toe dat er een aanvullende visitatie natuur- en sterrenkunde komt. Het idee is dat een internationale commissie de klus moet klaren; dat maakt ook een beoordeling volgens internationale normen mogelijk. (HOP/F.S.)
De opleidingen natuur- en sterrenkunde, inclusief technische natuurkunde in Delft, worden opnieuw beoordeeld door een visitatiecommissie. Dat heeft de VSNU afgesproken met minister Ritzen. Ook vorig jaar is er een commissie op pad geweest, maar de onderwijsinspectie vond dat die slecht werk heeft geleverd – en de VSNU kon de kritiek slechts onderschrijven. De ‘aanvullende’ visitatie wordt uitgevoerd door een internationale commissie.
De kritiek op het in april verschenen visitatierapport is dat de schrijvers meer bezig zijn geweest met verdediging van het eigen vak dan met beoordeling van het onderwijs. Hun boodschap was dat natuurkunde net als de technische richtingen vijf jaar moet duren. Met dat uitgangspunt deden ze bezorgde uitspraken over de vaderlandse natuurkunde. Aan een afgewogen oordeel over kwaliteit en studeerbaarheid van de huidige opleidingen waren de experts niet toegekomen. Ze doen slechts een reeks positieve uitspraken over het hoge niveau dat de opleidingen, dankzij de algemene studievertraging, nu nog bieden.
De inspectie heeft minister Ritzen in oktober laten weten dat ze een dergelijk rapport niet kan accepteren. Maar ook de VSNU zat er mee in zijn maag. Want ook bezien vanuit het belang van de natuurkunde werkt de aanpak van de commissie averechts.
Volgens coördinator kwaliteitszorg dr. A. Vroeijenstijn had men ,,de feiten moeten laten spreken”. Door eerst te kijken wat de kwaliteit van de huidige opleidingen is, daarna te bezien welke aanpassingen nodig zijn zodat ze in vier jaar te doen zijn en ten slotte te beoordelen of dat allemaal kan zonder de kwaliteit en internationale positie in gevaar te brengen.
,,Als je dan moet concluderen dat vier jaar te weinig is, sta je sterk”, aldus Vroeijenstijn. Als voorbeeld noemt hij het rapport over elektrotechniek, dat in 1990 tot een dergelijke conclusie kwam – en daarmee de basis legde voor de toekenning van een extra studiejaar aan de meeste techniekstudies.
Er is nog geprobeerd de visitatiecommissie bij te sturen, maar dat mocht niet baten. Het gezelschap experts had bij de start wel ingestemd met de gangbare visitatie-aanpak, maar raakte allengs op drift: men begon te evangeliseren in plaats van te beoordelen. ,,De enige mogelijkheid die de VSNU nog had gehad, was het rapport te weigeren”, aldus Vroeijenestijn. ,,Misschien moeten we dat een volgende keer doen.” Maar zover wilde men dit keer niet gaan.
Dus was het de inspectie die ‘ho’ moest roepen. Minister Ritzen confronteerde een VSNU-delegatie vorige week met deze boodschap. Ter plekke zegde waarnemend VSNU-voorzitter Bleumink toe dat er een aanvullende visitatie natuur- en sterrenkunde komt. Het idee is dat een internationale commissie de klus moet klaren; dat maakt ook een beoordeling volgens internationale normen mogelijk. (HOP/F.S.)
Comments are closed.