Campus

Vijf sporten

Elektrotechnicus Jan van Laren is een zware gebruiker. Van het TU Sportcentrum wel te verstaan. Voor iedereen die daar wel eens een balletje slaat of anderszins energie kanaliseert, is Jan een begrip.

Hij is al zestien jaar sportkaarthouder en maakt vanwege zijn schijnbare alomtegenwoordigheid op het SC deel uit van de couleur locale. Met een ondergrens van twee uur per dag neemt het beoefenen van een vijftal sporten een prominente plaats in zijn dagelijks leven in. En dan te bedenken dat het begon met een evenement dat niet doorging.

Zo’n tien jaar geleden probeerde sportinstructeur Piet Reedijk een kleine triatlon op poten zetten, maar de toenmalige leiding van het Sportcentrum wilde hier alleen medewerking aan verlenen als er minstens 125 deelnemers kwamen opdagen. ,,Ik liep toen al alle trimlopen in Delft af maar vanwege die triatlon ben ik extra gaan trainen. Met al dat fietsen, zwemmen en natuurlijk hardlopen was ik elke dag wel een uur bezig”, aldus Van Laren. ,,Uiteindelijk waren er maar zo’n honderd mededingers en werd het feest afgeblazen. Maar ik had de smaak toen al goed te pakken.”

De triatlon bleek een keerpunt. Het uurtje sport per dag werd al gauw uitgebouwd en zijn sportieve curriculum vitae loopt van judo tot waterpolo. ,,Alleen hardlopen begint al snel te vervelen. Eerst liep ik rondjes op het buitenterrein van het Sportcentrum, maar die zijn maar 1600 meter lang. Na een maand heb je dat echt wel gezien en daardoor ben ik ook naar andere sporten gaan kijken”, verklaart Van Laren. Momenteel speelt hij mee in het zaalvoetbalteam ’t Zootje, tennist en doet meerdere keren per week mee met de ’tempotraining’, een circuit van gewichtheffen, springen en andere krachtoefeningen.

Natuurlijk heeft dit grootverbruik sterke invloed op zijn dagindeling en om zijn sporthonger niet al te lang door zijn werk bij Elektro te laten doorkruisen, moet Van Laren wat kunstgrepen toepassen. ,,Ik begin ’s morgens al héél vroeg met werken en vaak kom ik zo’n beetje tegelijkertijd met de portier binnen. Hij heeft me wel eens voor de grap gevraagd of ik de sleutels niet wou hebben om het gebouw voor hem te openen.” De vrijgemaakte tijd gebruikt Van Laren om tussen de middag een uurtje te tennissen, momenteel zijn favoriet.

De werkplek, waar hij zich bezighoudt met telecommunicatie-netten en aanverwante zaken, herbergt naast de obligate printplaten enige nadrukkelijk aanwezige tennisattributen. Van Laren wijst op een flinke doos onder zijn bureau. ,,Ik heb hier en in mijn auto extra schoenen, rackets en ander sportspul liggen. Als iemand mij onverwacht voor een partijtje tennis vraagt, kan ik altijd.” In de namiddag haast hij zich weer naar het Sportcentrum voor een van de andere sporten. ,,De meeste beginnen om een uur of vijf. Als het werk er op zit, kan ik meteen door.”

Over de kwaliteit van de door het Sportcentrum geleverde diensten heeft Van Laren geen klagen. ,,Tegenwoordig is detoegankelijkheid een stuk beter. Zo was vroeger vrij trainen in de fitness-ruimte uitgesloten, en dat is nu wel mogelijk terwijl je er ook een groter deel van het jaar terecht kan. En als je met een idee aankomt, wordt er tenminste leuk op gereageerd. Daar staat tegenover dat toen meer activiteiten werden georganiseerd. Je had sporttoernooien, de fakkelloop en de physical fitness test.”

Dit laatste illustreert hij met een vergeeld kaartje uit 1978 waarop zijn niet onaardige persoonlijke fitheidsscore staat aangegeven. ,,Je doorliep in een paar uur een heel circuit waarbij van alles en nog wat aan je werd gemeten; vetpercentage, longinhoud, noem maar op. Maar ik geloof dat die activiteiten nu weer een beetje aan het terugkomen zijn.”

Wie denkt dat hij het in het weekend rustiger aan doet, heeft het mis. De zaterdag wordt wederom gevuld met een paar uurtjes tennis waarna nog een eind wordt hardgelopen. Om de weekcyclus te sluiten zaalvoetbalt Van Laren elke zondagavond een vriendschappelijk partijtje in Pijnacker met team Bebop. De ochtenduren heeft hij dan uiteraard weer op de tennisbaan doorgebracht.

Worden ze thuis nou niet gek van zo’n vol programma? ,,Mijn vrouw vindt het zo nu en dan wel wat overdreven”, geeft Van Laren toe. ,,Maar mijn dochter heeft inmiddels ook een sportkaart dus haar zie ik ook wel eens op het Sportcentrum. En dan gaan we samen bommen. Ik sport toch vooral voor de gezelligheid. En de lol”
Ralph Oei

Elektrotechnicus Jan van Laren is een zware gebruiker. Van het TU Sportcentrum wel te verstaan. Voor iedereen die daar wel eens een balletje slaat of anderszins energie kanaliseert, is Jan een begrip. Hij is al zestien jaar sportkaarthouder en maakt vanwege zijn schijnbare alomtegenwoordigheid op het SC deel uit van de couleur locale. Met een ondergrens van twee uur per dag neemt het beoefenen van een vijftal sporten een prominente plaats in zijn dagelijks leven in. En dan te bedenken dat het begon met een evenement dat niet doorging.

Zo’n tien jaar geleden probeerde sportinstructeur Piet Reedijk een kleine triatlon op poten zetten, maar de toenmalige leiding van het Sportcentrum wilde hier alleen medewerking aan verlenen als er minstens 125 deelnemers kwamen opdagen. ,,Ik liep toen al alle trimlopen in Delft af maar vanwege die triatlon ben ik extra gaan trainen. Met al dat fietsen, zwemmen en natuurlijk hardlopen was ik elke dag wel een uur bezig”, aldus Van Laren. ,,Uiteindelijk waren er maar zo’n honderd mededingers en werd het feest afgeblazen. Maar ik had de smaak toen al goed te pakken.”

De triatlon bleek een keerpunt. Het uurtje sport per dag werd al gauw uitgebouwd en zijn sportieve curriculum vitae loopt van judo tot waterpolo. ,,Alleen hardlopen begint al snel te vervelen. Eerst liep ik rondjes op het buitenterrein van het Sportcentrum, maar die zijn maar 1600 meter lang. Na een maand heb je dat echt wel gezien en daardoor ben ik ook naar andere sporten gaan kijken”, verklaart Van Laren. Momenteel speelt hij mee in het zaalvoetbalteam ’t Zootje, tennist en doet meerdere keren per week mee met de ’tempotraining’, een circuit van gewichtheffen, springen en andere krachtoefeningen.

Natuurlijk heeft dit grootverbruik sterke invloed op zijn dagindeling en om zijn sporthonger niet al te lang door zijn werk bij Elektro te laten doorkruisen, moet Van Laren wat kunstgrepen toepassen. ,,Ik begin ’s morgens al héél vroeg met werken en vaak kom ik zo’n beetje tegelijkertijd met de portier binnen. Hij heeft me wel eens voor de grap gevraagd of ik de sleutels niet wou hebben om het gebouw voor hem te openen.” De vrijgemaakte tijd gebruikt Van Laren om tussen de middag een uurtje te tennissen, momenteel zijn favoriet.

De werkplek, waar hij zich bezighoudt met telecommunicatie-netten en aanverwante zaken, herbergt naast de obligate printplaten enige nadrukkelijk aanwezige tennisattributen. Van Laren wijst op een flinke doos onder zijn bureau. ,,Ik heb hier en in mijn auto extra schoenen, rackets en ander sportspul liggen. Als iemand mij onverwacht voor een partijtje tennis vraagt, kan ik altijd.” In de namiddag haast hij zich weer naar het Sportcentrum voor een van de andere sporten. ,,De meeste beginnen om een uur of vijf. Als het werk er op zit, kan ik meteen door.”

Over de kwaliteit van de door het Sportcentrum geleverde diensten heeft Van Laren geen klagen. ,,Tegenwoordig is detoegankelijkheid een stuk beter. Zo was vroeger vrij trainen in de fitness-ruimte uitgesloten, en dat is nu wel mogelijk terwijl je er ook een groter deel van het jaar terecht kan. En als je met een idee aankomt, wordt er tenminste leuk op gereageerd. Daar staat tegenover dat toen meer activiteiten werden georganiseerd. Je had sporttoernooien, de fakkelloop en de physical fitness test.”

Dit laatste illustreert hij met een vergeeld kaartje uit 1978 waarop zijn niet onaardige persoonlijke fitheidsscore staat aangegeven. ,,Je doorliep in een paar uur een heel circuit waarbij van alles en nog wat aan je werd gemeten; vetpercentage, longinhoud, noem maar op. Maar ik geloof dat die activiteiten nu weer een beetje aan het terugkomen zijn.”

Wie denkt dat hij het in het weekend rustiger aan doet, heeft het mis. De zaterdag wordt wederom gevuld met een paar uurtjes tennis waarna nog een eind wordt hardgelopen. Om de weekcyclus te sluiten zaalvoetbalt Van Laren elke zondagavond een vriendschappelijk partijtje in Pijnacker met team Bebop. De ochtenduren heeft hij dan uiteraard weer op de tennisbaan doorgebracht.

Worden ze thuis nou niet gek van zo’n vol programma? ,,Mijn vrouw vindt het zo nu en dan wel wat overdreven”, geeft Van Laren toe. ,,Maar mijn dochter heeft inmiddels ook een sportkaart dus haar zie ik ook wel eens op het Sportcentrum. En dan gaan we samen bommen. Ik sport toch vooral voor de gezelligheid. En de lol”
Ralph Oei

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.