De u-raad is gisteren akkoord gegaan met de oprichting van drie nieuwe onderzoekscholen, ondanks een aantal kritiekpunten. Disc (systeemtheorie en regeltechniek), Mideg (materiaalkunde) en Waterbouw zijn daarmee op 1 januari een feit en worden voorgedragen voor ‘koninklijke’ goedkeuring.
De Advanced School for Computing and Imaging (Asci) gaat een tweede poging doen de officiële goedkeuring van de KNAW te krijgen.
De instemming was niet kamerbreed (de Aag-studenten en TU 2000-personeelsleden stemden tegen) en met nogal wat bedenkingen. De raad wil voorkomen dat bij een verdere financiële krimp in de toekomst, onderzoekscholen gevrijwaard zouden worden. Vooral de studenten zijn bezorgd dat onderwijs meer dan evenredig de dupe zal worden en onderzoek, ‘veilig gesteld’ in onderzoekscholen, onaantastbaar blijkt.
De u-raadscommissie voor onderwijs en onderzoek plaatste vorige week kritische kanttekeningen bij de oprichtingsvoorstellen. Een erkenning van Asci houdt nog geen toestemming in voor de miljoenen kostende plannen voor high performance computing and networking, waarschuwt de commissie. Disc is geen onbekende naam in Delft. De D staat nu echter niet voor Delft maar voor Dutch (Institute of Systems and Control). Regelproblemen in de chemie, de luchtvaart, in mechanische en elektronische systemen en in consumentenprodukten vormen het onderzoeksveld van de school.
De onderzoekschool Waterbouw heeft naast de grote inbreng van civieltechnische kant ook deelnemers van Werktuigbouw/Maritieme Techniek, van Ruimtelijke Wetenschappen (Utrecht) en Technische Bedrijfskunde (Twente). Ook het IHE (International Institute for Infrastructural, Hydraulic and Evironmental Engineering) is partner in Waterbouw.
Voortouw
Voor de materiaalkundigen is de totstandkoming van hun onderzoekschool grillig verlopen. Ruim twee jaar geleden probeerden Groningse materiaalkundigen de International School of Materials Science in het leven te roepen. De fundamentele wetenschappers hadden het voortouw; Delftse technologen zouden zich aansluiten, net als groepen uit Nijmegen en Twente.
Echter, de KNAW vond het voorstel voor de school te breed en te gevarieerd. Samenhang zou ontbreken. Groningen zou beter een eigen onderzoekschool kunnen opzetten, vond de KNAW; gezien de filosofie over onderzoekscholen een opmerkelijk standpunt.
Inmiddels beschikken de Groningse wetenschappers over hun Materials Science Centre. En de Delftse technologen over hun – nog niet door de KNAW goedgekeurde – Mideg, het Materiaalkunde Instituut Delft, Eindhoven en Groningen. (De inbreng van laatstgenoemden komt van één onderzoeksgroep, materiaalwetenschappen).
Materiaalkunde Delft (faculteit STM) is met negen onderzoeksgroepen sterk in de school vertegenwoordigd; verderkomen twee groepen van Werktuigbouw en een van Industrieel Ontwerpen. Eindhoven en Groningen ‘leveren’ ieder een onderzoeksgroep. Prof. dr. J. de Wit van Materiaalkunde en ‘beoogd directeur’ van Mideg, meent dat na de herstart in 1992, nu de zaken goed geregeld zijn. ,,We hàdden al een groot aio-netwerk. Daar bouwen we op voort en per 1 januari beginnen ongeveer honderd aio’s van al de deelnemende groepen aan een heel concreet en veel zwaarder programma. En natuurlijk zijn we beter in staat gezamenlijk apparatuur aan te schaffen en research aan te pakken”, aldus De Wit. (B.B.)
De u-raad is gisteren akkoord gegaan met de oprichting van drie nieuwe onderzoekscholen, ondanks een aantal kritiekpunten. Disc (systeemtheorie en regeltechniek), Mideg (materiaalkunde) en Waterbouw zijn daarmee op 1 januari een feit en worden voorgedragen voor ‘koninklijke’ goedkeuring. De Advanced School for Computing and Imaging (Asci) gaat een tweede poging doen de officiële goedkeuring van de KNAW te krijgen.
De instemming was niet kamerbreed (de Aag-studenten en TU 2000-personeelsleden stemden tegen) en met nogal wat bedenkingen. De raad wil voorkomen dat bij een verdere financiële krimp in de toekomst, onderzoekscholen gevrijwaard zouden worden. Vooral de studenten zijn bezorgd dat onderwijs meer dan evenredig de dupe zal worden en onderzoek, ‘veilig gesteld’ in onderzoekscholen, onaantastbaar blijkt.
De u-raadscommissie voor onderwijs en onderzoek plaatste vorige week kritische kanttekeningen bij de oprichtingsvoorstellen. Een erkenning van Asci houdt nog geen toestemming in voor de miljoenen kostende plannen voor high performance computing and networking, waarschuwt de commissie. Disc is geen onbekende naam in Delft. De D staat nu echter niet voor Delft maar voor Dutch (Institute of Systems and Control). Regelproblemen in de chemie, de luchtvaart, in mechanische en elektronische systemen en in consumentenprodukten vormen het onderzoeksveld van de school.
De onderzoekschool Waterbouw heeft naast de grote inbreng van civieltechnische kant ook deelnemers van Werktuigbouw/Maritieme Techniek, van Ruimtelijke Wetenschappen (Utrecht) en Technische Bedrijfskunde (Twente). Ook het IHE (International Institute for Infrastructural, Hydraulic and Evironmental Engineering) is partner in Waterbouw.
Voortouw
Voor de materiaalkundigen is de totstandkoming van hun onderzoekschool grillig verlopen. Ruim twee jaar geleden probeerden Groningse materiaalkundigen de International School of Materials Science in het leven te roepen. De fundamentele wetenschappers hadden het voortouw; Delftse technologen zouden zich aansluiten, net als groepen uit Nijmegen en Twente.
Echter, de KNAW vond het voorstel voor de school te breed en te gevarieerd. Samenhang zou ontbreken. Groningen zou beter een eigen onderzoekschool kunnen opzetten, vond de KNAW; gezien de filosofie over onderzoekscholen een opmerkelijk standpunt.
Inmiddels beschikken de Groningse wetenschappers over hun Materials Science Centre. En de Delftse technologen over hun – nog niet door de KNAW goedgekeurde – Mideg, het Materiaalkunde Instituut Delft, Eindhoven en Groningen. (De inbreng van laatstgenoemden komt van één onderzoeksgroep, materiaalwetenschappen).
Materiaalkunde Delft (faculteit STM) is met negen onderzoeksgroepen sterk in de school vertegenwoordigd; verderkomen twee groepen van Werktuigbouw en een van Industrieel Ontwerpen. Eindhoven en Groningen ‘leveren’ ieder een onderzoeksgroep. Prof. dr. J. de Wit van Materiaalkunde en ‘beoogd directeur’ van Mideg, meent dat na de herstart in 1992, nu de zaken goed geregeld zijn. ,,We hàdden al een groot aio-netwerk. Daar bouwen we op voort en per 1 januari beginnen ongeveer honderd aio’s van al de deelnemende groepen aan een heel concreet en veel zwaarder programma. En natuurlijk zijn we beter in staat gezamenlijk apparatuur aan te schaffen en research aan te pakken”, aldus De Wit. (B.B.)
Comments are closed.