Onderwijs

Vier faculteiten gaan bouwen in water

Afstudeerders van alle faculteiten kunnen sinds kort terecht in het Atelier Bouwen in Water. Daarin komt de kennis over bouwen in, op, onder, aan, bij en met water van vier faculteiten samen.

In het atelier is doorlopend plek voor twintig tot dertig mensen. De brochure van het atelier noemt tal van voorbeelden van onderzoeksvragen waarmee zij aan de slag kunnen, zoals ‘Hoe kan Nederland klimaatrobuust worden ingericht?’, ‘Hoe worden gebouwen in water beschermd tegen waterdruk, golfslag, overstromingen en vloedgolven?’ en ‘Hoe zit het met de verzekerbaarheid van overstromingsschade?’.

De studenten krijgen vanuit het project ondersteuning bij het formuleren van hun probleemstelling, het samenstellen van hun team en het vinden van partners uit het bedrijfsleven en de overheid.

Het atelier houdt de studenten op de hoogte van voor hen interessante workshops en lezingen en zal die zelf ook organiseren. Docenten van de faculteiten Bouwkunde, Civiele Techniek en Geowetenschappen, Industrieel Ontwerpen en Technische Bestuurskunde en Management staan hen met hun kennis terzijde. En regelmatig presenteren de studenten hun werk aan elkaar. De deelnemers moeten voldoen aan de afstudeereisen van hun eigen faculteit.

Het idee voor het atelier Bouwen in Water is volgens bedenker Ties Rijcken ontstaan door het succes van de ‘Deltacompetition’ van Royal Haskoning in 2006. Het ingenieursbureau reikte de hoofdprijs van die ontwerpwedstrijd uit aan de drijvende stad in het IJmeer, een ontwerp van Delftse studenten. Ook de tweede en vierde prijs gingen naar Delftenaren.

De samenleving vraagt om oplossingen voor het omgaan met water, meent Rijcken. Deltagebieden zijn volgens hem bij uitstek gebieden waar een groot deel van de toekomstige verstedelijking zal plaatsvinden. Maar dan moet er wel antwoord komen op vragen over bijvoorbeeld het omgaan met bodemdaling of verzilting.

En dan is er nog de klimaatverandering. Wil je water weghouden op plekken waar je het niet wilt hebben, dan moet je het de ruimte geven waar dat mogelijk is. “En waarom zou je een roeibaan niet als waterberging gebruiken?”, zegt Rijcken. “Er is ook veel interesse voor hotels in het water. Maar een drijvende gevangenis kan ook. Je kunt landschap vrijmaken door te bouwen op water.”

Het bouwatelier blijft in eerste instantie drie jaar open. Het sluit af met een congres en een eindpublicatie met alle onderzoeksresultaten. Rijcken verwacht niet dat de ideeën van de afstudeerders meteen in praktijk worden gebracht. “Het zou mooi zijn als dat zo was, maar in de praktijk gebeurt dat zelden. Veel afstudeerders gaan na hun studie wel verder met hun ideeën. Of andere partijen gaan erop door.” Als het atelier een succes blijkt, komt er een vervolg.

In het atelier is doorlopend plek voor twintig tot dertig mensen. De brochure van het atelier noemt tal van voorbeelden van onderzoeksvragen waarmee zij aan de slag kunnen, zoals ‘Hoe kan Nederland klimaatrobuust worden ingericht?’, ‘Hoe worden gebouwen in water beschermd tegen waterdruk, golfslag, overstromingen en vloedgolven?’ en ‘Hoe zit het met de verzekerbaarheid van overstromingsschade?’.

De studenten krijgen vanuit het project ondersteuning bij het formuleren van hun probleemstelling, het samenstellen van hun team en het vinden van partners uit het bedrijfsleven en de overheid.

Het atelier houdt de studenten op de hoogte van voor hen interessante workshops en lezingen en zal die zelf ook organiseren. Docenten van de faculteiten Bouwkunde, Civiele Techniek en Geowetenschappen, Industrieel Ontwerpen en Technische Bestuurskunde en Management staan hen met hun kennis terzijde. En regelmatig presenteren de studenten hun werk aan elkaar. De deelnemers moeten voldoen aan de afstudeereisen van hun eigen faculteit.

Het idee voor het atelier Bouwen in Water is volgens bedenker Ties Rijcken ontstaan door het succes van de ‘Deltacompetition’ van Royal Haskoning in 2006. Het ingenieursbureau reikte de hoofdprijs van die ontwerpwedstrijd uit aan de drijvende stad in het IJmeer, een ontwerp van Delftse studenten. Ook de tweede en vierde prijs gingen naar Delftenaren.

De samenleving vraagt om oplossingen voor het omgaan met water, meent Rijcken. Deltagebieden zijn volgens hem bij uitstek gebieden waar een groot deel van de toekomstige verstedelijking zal plaatsvinden. Maar dan moet er wel antwoord komen op vragen over bijvoorbeeld het omgaan met bodemdaling of verzilting.

En dan is er nog de klimaatverandering. Wil je water weghouden op plekken waar je het niet wilt hebben, dan moet je het de ruimte geven waar dat mogelijk is. “En waarom zou je een roeibaan niet als waterberging gebruiken?”, zegt Rijcken. “Er is ook veel interesse voor hotels in het water. Maar een drijvende gevangenis kan ook. Je kunt landschap vrijmaken door te bouwen op water.”

Het bouwatelier blijft in eerste instantie drie jaar open. Het sluit af met een congres en een eindpublicatie met alle onderzoeksresultaten. Rijcken verwacht niet dat de ideeën van de afstudeerders meteen in praktijk worden gebracht. “Het zou mooi zijn als dat zo was, maar in de praktijk gebeurt dat zelden. Veel afstudeerders gaan na hun studie wel verder met hun ideeën. Of andere partijen gaan erop door.” Als het atelier een succes blijkt, komt er een vervolg.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.