,,We zijn nu pas op de eerste verdieping. Best hoog eigenlijk. Hieronder is het gewoon open helemaal naar beneden.
Je kunt door die gaatjes in het luik naar beneden kijken. Kolere, dit is hoog man. Dat is het probleem. Nu heb ik nog net zoiets van: het is leuk. Maar hier begint het pas. Nee, we zijn nog lang niet op de helft. Je loopt toch wel wat moeilijker op de trap, zeg maar, stijvere knieën, beetje zo stuurs naar beneden kijken. Ja, laten we maar verder gaan. Hier: een bordje dat je moet bukken. Terwijl je dat leest, loop je al met je kop tegen die balk aan. Dit wekt niet veel vertrouwen, trouwens. Het is net of die stangen er zitten om de toren aan elkaar te houden. Ik hang bij het lopen ook helemaal naar de binnenkant, zeg maar. In ieder geval leun ik niet tegen de buitenmuur.”
De toren van de Delftse Nieuwe Kerk kijkt met haar zwarte zijde richting Rijnmond. Niet zwartgeblakerd door vuur, maar aangetast door vervuilde lucht. De tand des tijds, nieuw is de Nieuwe Kerk namelijk niet meer. In de 14e en 15e eeuw werd de kerktoren in laat-gotische stijl opgetrokken. Onze reis naar de top duurt 379 treden. Een toevallige voorbijganger, vijfdejaars industrieel ontwerpen Menno Hollander, vergezelt ons op deze barre tocht. Ondanks zijn hoogtevrees.
,,Hier kun je naar buiten, dat is wel leuk, toch? Ik durf tot hier, maar verder eigenlijk niet. Pas op, je staat bijna op een duif. Wat is die er vroeg bij. Het punt is dat het echt recht naar beneden loopt hier. Dat maakt het zo wreed. Als het nou een beetje schuin afliep. En dat hekje hier… je hebt het idee dat die diepte aan je trekt. Het vallen lijkt me nog niet eens zo erg, maar ja: de klap. Aan de andere kant schijnt het ook wel weer mooi te zijn, heb ik ooit gehoord, net als doodvriezen. Het moment zelf schijnt best aardig te zijn. Het is net als wanneer je je kop stoot: het duurt even voordat het echt pijn begint te doen, en voor die tijd ben je toch al het hoekje om. Het uitzicht? Ja, da’s toch wel mooi.”
,,Nu merk ik dat ik toch wat langzamer ga lopen. Zo, nu even naar de klok kijken. Dit is dus de klok. Ze hebben hier soms een rare beiaardier zitten. O, daar staat het: hij heet Groeneweg. Nee, ik ben niet zo weg van die Groeneweg. Hij heeft ook weleens Sinterklaasliedjes enzo. Da’s best leuk en aardig, maar het klinkt gewoon niet. (…) En hier is dan de top, als het goed is. Dit trek ik echt matig tot slecht. Aaah fuck it. Ik moet echt… aah sorry hoor, het klink misschien wat overdreven. (…) En wat nu het ergste is: nu ik weer beneden ben heb ik zoiets van: godverdomme, volgende keer moet ik gewoon dat hele rondje om de toren lopen daarboven.”
,,
,,We zijn nu pas op de eerste verdieping. Best hoog eigenlijk. Hieronder is het gewoon open helemaal naar beneden. Je kunt door die gaatjes in het luik naar beneden kijken. Kolere, dit is hoog man. Dat is het probleem. Nu heb ik nog net zoiets van: het is leuk. Maar hier begint het pas. Nee, we zijn nog lang niet op de helft. Je loopt toch wel wat moeilijker op de trap, zeg maar, stijvere knieën, beetje zo stuurs naar beneden kijken. Ja, laten we maar verder gaan. Hier: een bordje dat je moet bukken. Terwijl je dat leest, loop je al met je kop tegen die balk aan. Dit wekt niet veel vertrouwen, trouwens. Het is net of die stangen er zitten om de toren aan elkaar te houden. Ik hang bij het lopen ook helemaal naar de binnenkant, zeg maar. In ieder geval leun ik niet tegen de buitenmuur.”
De toren van de Delftse Nieuwe Kerk kijkt met haar zwarte zijde richting Rijnmond. Niet zwartgeblakerd door vuur, maar aangetast door vervuilde lucht. De tand des tijds, nieuw is de Nieuwe Kerk namelijk niet meer. In de 14e en 15e eeuw werd de kerktoren in laat-gotische stijl opgetrokken. Onze reis naar de top duurt 379 treden. Een toevallige voorbijganger, vijfdejaars industrieel ontwerpen Menno Hollander, vergezelt ons op deze barre tocht. Ondanks zijn hoogtevrees.
(Klik voor grotere foto)
,,Hier kun je naar buiten, dat is wel leuk, toch? Ik durf tot hier, maar verder eigenlijk niet. Pas op, je staat bijna op een duif. Wat is die er vroeg bij. Het punt is dat het echt recht naar beneden loopt hier. Dat maakt het zo wreed. Als het nou een beetje schuin afliep. En dat hekje hier… je hebt het idee dat die diepte aan je trekt. Het vallen lijkt me nog niet eens zo erg, maar ja: de klap. Aan de andere kant schijnt het ook wel weer mooi te zijn, heb ik ooit gehoord, net als doodvriezen. Het moment zelf schijnt best aardig te zijn. Het is net als wanneer je je kop stoot: het duurt even voordat het echt pijn begint te doen, en voor die tijd ben je toch al het hoekje om. Het uitzicht? Ja, da’s toch wel mooi.”
,,Nu merk ik dat ik toch wat langzamer ga lopen. Zo, nu even naar de klok kijken. Dit is dus de klok. Ze hebben hier soms een rare beiaardier zitten. O, daar staat het: hij heet Groeneweg. Nee, ik ben niet zo weg van die Groeneweg. Hij heeft ook weleens Sinterklaasliedjes enzo. Da’s best leuk en aardig, maar het klinkt gewoon niet. (…) En hier is dan de top, als het goed is. Dit trek ik echt matig tot slecht. Aaah fuck it. Ik moet echt… aah sorry hoor, het klink misschien wat overdreven. (…) En wat nu het ergste is: nu ik weer beneden ben heb ik zoiets van: godverdomme, volgende keer moet ik gewoon dat hele rondje om de toren lopen daarboven.”
,,We zijn nu pas op de eerste verdieping. Best hoog eigenlijk. Hieronder is het gewoon open helemaal naar beneden. Je kunt door die gaatjes in het luik naar beneden kijken. Kolere, dit is hoog man. Dat is het probleem. Nu heb ik nog net zoiets van: het is leuk. Maar hier begint het pas. Nee, we zijn nog lang niet op de helft. Je loopt toch wel wat moeilijker op de trap, zeg maar, stijvere knieën, beetje zo stuurs naar beneden kijken. Ja, laten we maar verder gaan. Hier: een bordje dat je moet bukken. Terwijl je dat leest, loop je al met je kop tegen die balk aan. Dit wekt niet veel vertrouwen, trouwens. Het is net of die stangen er zitten om de toren aan elkaar te houden. Ik hang bij het lopen ook helemaal naar de binnenkant, zeg maar. In ieder geval leun ik niet tegen de buitenmuur.”
De toren van de Delftse Nieuwe Kerk kijkt met haar zwarte zijde richting Rijnmond. Niet zwartgeblakerd door vuur, maar aangetast door vervuilde lucht. De tand des tijds, nieuw is de Nieuwe Kerk namelijk niet meer. In de 14e en 15e eeuw werd de kerktoren in laat-gotische stijl opgetrokken. Onze reis naar de top duurt 379 treden. Een toevallige voorbijganger, vijfdejaars industrieel ontwerpen Menno Hollander, vergezelt ons op deze barre tocht. Ondanks zijn hoogtevrees.
(Klik voor grotere foto)
,,Hier kun je naar buiten, dat is wel leuk, toch? Ik durf tot hier, maar verder eigenlijk niet. Pas op, je staat bijna op een duif. Wat is die er vroeg bij. Het punt is dat het echt recht naar beneden loopt hier. Dat maakt het zo wreed. Als het nou een beetje schuin afliep. En dat hekje hier… je hebt het idee dat die diepte aan je trekt. Het vallen lijkt me nog niet eens zo erg, maar ja: de klap. Aan de andere kant schijnt het ook wel weer mooi te zijn, heb ik ooit gehoord, net als doodvriezen. Het moment zelf schijnt best aardig te zijn. Het is net als wanneer je je kop stoot: het duurt even voordat het echt pijn begint te doen, en voor die tijd ben je toch al het hoekje om. Het uitzicht? Ja, da’s toch wel mooi.”
,,Nu merk ik dat ik toch wat langzamer ga lopen. Zo, nu even naar de klok kijken. Dit is dus de klok. Ze hebben hier soms een rare beiaardier zitten. O, daar staat het: hij heet Groeneweg. Nee, ik ben niet zo weg van die Groeneweg. Hij heeft ook weleens Sinterklaasliedjes enzo. Da’s best leuk en aardig, maar het klinkt gewoon niet. (…) En hier is dan de top, als het goed is. Dit trek ik echt matig tot slecht. Aaah fuck it. Ik moet echt… aah sorry hoor, het klink misschien wat overdreven. (…) En wat nu het ergste is: nu ik weer beneden ben heb ik zoiets van: godverdomme, volgende keer moet ik gewoon dat hele rondje om de toren lopen daarboven.”
Comments are closed.