De Delftse gemeenteraad stemt donderdagavond over de zogenoemde huisvestingsverordening. Als die wordt aangepast, kunnen huizen kleiner dan 180 m2 niet meer worden verkamerd.
Het zou een welkome wijziging zijn voor een groep bewoners van de Wippolder. Zij hebben de afgelopen jaren het aantal studentenhuizen – en daarmee ook overlast van studenten – in hun wijk sterk zien toenemen. Anja doet de voordeur open. Of ze haar ervaringen met studentenoverlast wil delen? Haar ogen vernauwen zich en ze brengt haar hand naar haar voorhoofd. “Het zit me tot hiér”, zegt ze. Anja en haar man Richard wonen al tientallen jaren in de naast de campus gelegen woonwijk Wippolder. In de Simonsstraat om precies te zijn. Ze kochten er als jong koppel een rijtjeshuis, zagen er hun kinderen opgroeien en hadden altijd goed contact met andere wijkbewoners. Maar veel woonplezier hebben ze niet meer: ze ervaren al jaren veel overlast van een toenemend aantal studenten.
Anja wijst op twee jonge vrouwen die aan de overkant van de straat in het zonnetje luidkeels een gesprek voeren. Een derde vrouw komt aanfietsen en roept wat naar ze. Anja: “Dat soort geschreeuw heb je hier continu”, verzucht ze. Ook van hun directe buren – een studentenhuis met vijf mannelijke bewoners – hebben Anja en haar man last. “Het zijn net kleuters. Ze rennen in huis, zetten de muziek keihard aan of praten tot midden in de nacht in een kamertje dat precies aan onze slaapkamer grenst. Het zijn gehorige huizen, dus we doen soms ’s nachts geen oog dicht.”
Rondslingerende fietsen
De Wippolder is één van de Delftse wijken waar veel studentenhuizen en verkamerde woningen staan staan. Bij verkamering worden gezinswoningen opgesplitst in meerdere wooneenheden, doorgaans voor studenten. Van de 7.997 ‘wooneenheden’ staan er 3.739 officieel geregistreerd als ‘studentenwooneenheid’, zo’n 47 procent van het totaal dus. In heel Delft gezien ligt dit percentage op 19 procent. Door dat hoge aantal studentenhuizen duiken bewoners van de Wippolder al jaren geregeld op bij inspraakavonden van de gemeente of in berichtgeving over studentenoverlast. “Bewoners Wippolder zijn ‘terreur zaaiende studenten onder invloed’ spuugzat” kopte het AD Delft eerder dit jaar. Niet veel later pakte De Telegraaf uit met een soortgelijk artikel. “Studentenoverlast in Delft: kots op straat herrie en drugsfeesten”, drukte de krant in chocoladeletters af. Naar aanleiding van die artikelen trok Delta de afgelopen maanden meerdere keren de Wippolder in met één prangende vraag: zou de overlast echt zo erg zijn als de kranten suggereren? Het antwoord blijkt afhankelijk van waar je in de Wippolder woont.
Een groot deel van de bewoners die Delta sprak hoort weleens muziek of geschreeuw van een feestje, een barbecue of een gezellige huisavond hier en daar. Maar om nu echt te spreken van overlast? Dat niet, zeggen veel wijkbewoners. Rietje geniet buiten op een bankje van de zon. “Je hoort weleens lawaai, maar ik woon hier sinds 1977 en heb in die tijd slechts één keer een echte klacht gehad.” Ze wijst op een huis iets verderop in de straat. “Dat pand is vorig jaar nog verkamerd”, weet ze. “Een van de studenten die er daarna kwam wonen, was enorm lawaaierig. Onze buren hebben enorme last van hem gehad, maar gelukkig is hij nu zijn huis uitgezet.” Naast haar op het bankje steekt overbuurvrouw Toos net een nieuw sigaretje op. Ook zij hoort weleens lawaai van feestjes of barbecues, maar ervaart geen echte overlast. “Ze zorgen voor een beetje levendigheid in de wijk, leuk toch?” Van hun fietsen heeft ze wel last. “Ze zetten die lukraak op de stoep neer, waardoor je er niet langs kunt met een kinderwagen of rollator.”
Lukraak geparkeerde fietsen zijn veel bewoners van de Wippolder in doorn in het oog. (Foto: Marjolein van der Veldt)
Het contact tussen bewoners en studenten is op veel plekken in de wijk goed, vertellen zowel studenten als wijkbewoners. Studente Fleur: “Mijn onderbuurvrouw heeft mijn nummer voor als we teveel lawaai maken. We appen weleens over andere dingen, maar ze heeft nog nooit aan de bel getrokken over overlast.” Wijkbewoner Michael woont nu zo’n vijf jaar in de Wippolder. “Boven mij wonen al die tijd al studenten. Eerst waren het twee vrouwen, die waren erg rustig. Nu zijn het een paar mannen. De huizen zijn gehorig dus als ze praten, hoor ik dat. Maar ik heb contact met ze dus als ik echt last heb, kan ik dat prima aankaarten.”
‘Zodra ik een student zie wordt het zwart voor mijn ogen.’
Tussen Anja en Richard verloopt contact met het naastgelegen studentenhuis minder goed. De reden? Jaren opeengestapelde frustratie. “Begrijp me niet verkeerd”, zegt Anja. “Onze studerende buren zijn vriendelijke jongens. Het type dat jou gewoon vriendelijk begroet op straat. Alleen zodra ik een student zie wordt het zwart voor mijn ogen. En bij overlast kan ik haast niks anders meer dan boos zijn en schelden.” De studenten die naast het echtpaar wonen, bevestigen dat het contact stroef is. “In het begin probeerden we met ze te praten, maar ze gaan al gauw schelden”, vertelt één van hen. Ze vinden niet alle verzoeken van Anja en Richard redelijk. “De drempel om te klagen is steeds lager te komen liggen. En ze willen bijvoorbeeld dat we onze schoenen uitdoen omdat deze huizen zo gehorig zijn. Maar ik wil in mijn eigen kamer gewoon de vrijheid hebben om mijn schoenen kunnen dragen.”
Bijna tweehonderd overlastmeldingen in één jaar
Bewoners die overlast ervaren kunnen dit melden bij het registratiepunt Woonoverlast van de gemeente Delft. Dat noteerde vorig jaar 192 meldingen van overlast door studenten, waarvan er 80 uit de Wippolder kwamen. In die cijfers zijn alleen meldingen opgenomen die bewoners bij de gemeente deden, meldingen die bij de politie binnenkomen staan in een ander systeem. In delen van de Frederik Hendrikstraat, de Delfgauwseweg en de Prins Mauritsstraat is de situatie zo erg dat bewoners besloten hun klachten te verzamelen in een 335 pagina’s tellend dossier dat Delta heeft ingezien.
Het 1,9 kilo wegende dossier liegt er niet om. “Onze dochter van 4 groeit op tussen de kots en kapotte bierflesjes op de stoep”, schrijft een bewoner. Andere wijkbewoners schrijven over studenten die vanaf een balkon op de stoep kotsen, hun peuken naar beneden gooien, rondhangen en bankjes verplaatsen in hun voortuin en regelmatig ’s nachts voor flinke geluidsoverlast zorgen. Een appje of aanbellen helpt niet, schrijven meerdere bewoners. “Ik ben midden in de nacht opgestaan. Flinke discussie gehad met studenten. Ze snappen het echt niet en ze willen ook niet echt luisteren. Elke keer is het weer hetzelfde praatje.” Het gaat hierbij niet om eenmalige incidenten. De herrie en troep zijn week in week uit aan de orde, blijkt uit de lijst met overlastmeldingen uit het dossier. Bewoners die na nieuwe nachten vol herrie mailen met de gemeente of wijkagent klinken wanhopig, boos en moe. Sommige wijkbewoners boeken op feestdagen zoals oud en nieuw een hotel om een nacht goed te kunnen slapen.
Uit het dossier – dat buurtbewoners eerder dit jaar hebben uitgereikt aan de gemeente – komt één ding het duidelijkst naar voren. De bewoners voelen zich niet serieus genomen. Niet door de overlast gevende studentenhuizen, niet door de politie, niet door de gemeente Delft. “In onze ogen heerst er bij de instanties een cultuur van pappen en nathouden. Hoewel instanties reageren op mails van wijkbewoners en soms met ze in gesprek gaan, blijven echte stappen uit”, zegt wijkbewoner Marie-José, die zelf sinds kort overlast ervaart en bewoners hielp met het opstellen van het dossier. Studentenhuizen sluiten is volgens de huidige wetgeving niet toegestaan. Wel kan de politie naar aanleiding van meldingen poolshoogte nemen en eventueel boetes uitdelen of geluidsapparatuur in beslag nemen. De gemeente Delft heeft twee ambtenaren die zich bezighouden met studentoverlast en kan bemiddelingstrajecten starten. Hoe vaak dit in 2020 is gebeurd, is niet duidelijk. Een woordvoerder van de politie verwees voor de meeste vragen van Delta door naar de gemeente.
De gemeente Delft liet weten dat er vorig jaar wel bemiddelingstrajecten zijn gestart, maar kon niet vertellen hoeveel dit er zijn. Burgemeester Marja van Bijsterveldt zei vorige week tijdens de gemeenteraadsvergadering dat ze de politie heeft gevraagd om strenger te handhaven en ook kijkt naar andere maatregelen, zoals het inzetten van extra boa’s en het aanscherpen van plaatselijke regelgeving. “Ik ben me het afgelopen halfjaar meer zorgen gaan maken”, legt ze uit. ,,Als ik binnen een weekend 23 meldingen krijg van overlast door studentenhuizen zijn het geen incidenten meer.” Ze erkent dat overlast nu niet voldoende wordt aangepakt. “Dat we linksom of rechtsom moeten kijken hoe we nog meer kunnen doen dan nu, is voor mij evident.”
‘Asociaal’
Delta legde de ervaringen van bewoners uit het dossier voor aan de TU Delft. Vice rector magnificus Rob Mudde heeft er maar één woord voor: asociaal. “We zijn allemaal jong geweest en weten dat je dan iets losser in het leven staat. Je denkt sneller: doe niet zo moeilijk, wat geeft het nou. Maar je moet bewoners wel te woord staan als ze last van je hebben. En als je de dag na een feestje wordt aangesproken door de buren, bied je direct je excuses aan”, zegt hij in een interview met Delta. Mudde snapt dat sommige wijkbewoners wanhopig zijn: “Die mensen klagen niet zomaar. Eén keer per jaar in een studentenstad herrie aan je hoofd is vervelend, maar is te overzien. Alleen dit week in week uit hebben? Dit kan gewoon niet.” De TU Delft voert samen met de gemeente, de politie, grote huisvesters zoals Duwo en studentenverenigingen meerdere malen per jaar gesprekken over overlast. Mudde: “De TU is formeel niet verantwoordelijk, maar voelt zich wel verantwoordelijk. En als er ergens aanhoudende overlast is, willen we dat graag weten.” Hij vervolgt: “Het vervelende is: meer dan een vaderlijk gesprek voeren met dit soort studenten kun je niet als universiteit.” Wel probeert de universiteit verenigingen aan te sporen hun leden aan te spreken op overlast. Ook wanneer het om studentenhuizen gaat die bekendstaan als verenigingshuis, maar dit niet zijn. “Wij stellen verenigingsbesturen voor om dan toch langs te gaan, te praten met de bewoners.” Mudde erkent dat de TU niet iedere student bereikt via verenigingen. “Delft is een goed georganiseerde studentenstad met veel studentenverenigingen, maar toch is ‘slechts’ dertig tot veertig procent van de studenten lid.”
Zo nu en dan kloppen wijkbewoners bij de TU aan. Medewerker Alex Lokhorst, liaison community relations bij de TU, gaat dan met ze in gesprek. Als liaison community relations houdt hij zich bezig met het contact tussen de universiteit of studenten en Delftenaren. “Ze vertellen bijvoorbeeld: ‘Ik woon onder studenten, naast studenten en tegenover studenten.’ Sommigen maken zich zorgen dat hun huis in waarde daalt. Anderen komen bij mij vanwege studentenoverlast. De gesprekken leiden niet altijd tot oplossingen, maar het is wel belangrijk om het gesprek te blijven voeren.”
Een recent verkamerde woning in de Wippolder. (Foto: Delta)
‘Verkamering is toegenomen’
Hoewel er al jaren veel studenten in de Wippolder wonen, stellen alle bewoners die Delta sprak de afgelopen twee jaar opvallend veel huizen in hun wijk zijn verkamerd. En dat ondanks de omzettingsvergunning die de gemeente Delft in 2017 invoerde om verkamering tegen te gaan. Dit beeld komt niet terug in de officiële cijfers van de gemeente Delft. Volgens cijfers die de gemeente opvroeg bij onderzoeksbureau Explica telde de wijk in 2019 238 verkamerde woningen. Voor 2020 maakte de gemeente zelf een schatting. “Deze selectie is gemaakt voor koopwoningen en particuliere huurwoningen exclusief studentenwoningen. Hierbij zijn de woningen geteld waarin drie of meer alleenstaanden of samenwonenden van 18 jaar of ouder wonen. Op 1 januari2020 waren dat er in heel Delft 1.702 woningen, hiervan staan er 218 in de wijk Wippolder.” Dat zou dus betekenen dat er een afname is. Cijfers van na 1 januari 2020 zijn niet bekend. Volgens een gemeentewoordvoerder is het bovendien onmogelijk om een exact beeld te krijgen waar de Delftse studenten wonen omdat de betrokken onderwijsinstellingen geen adreslijsten mogen aanleveren. Marie-José is dan ook kritisch op die cijfers. “In ons dossier staan veel woningen die bij de gemeente niet staan geregistreerd als studentenwoning, maar dit de afgelopen jaren wel zijn geworden. Gelukkig is er al een huis ontruimd vanwege illegale verkamering en zijn we in overleg over zes panden die bij de gemeente niet stonden aangemerkt als verkamerd.” Volgens SP-raadslid Salwan al Jaberi heeft de invoering van de omzettingsvergunning verkamering in de Wippolder juist in de hand gewerkt. “Door jarenlang een grens te hanteren van in woningen onder 265.000 euro mag je wel zonder vergunning studentenkamers maken en boven de 265.000 mag het niet, zijn investeerders zich gaan richten op goedkopere woningen zoals die in de Wippolder”, zei hij vorige week donderdag in de gemeenteraadsvergadering.
‘Zij zijn passanten en wij wónen hier’
Wijkbewoners Anja en Richard zouden graag zien dat de TU meer studenten op de eigen campus gaat huisvesten om zowel overlast als verkamering in de toekomst tegen te gaan. “De universiteit heeft ervoor gezorgd dat er veel studenten in Delft wonen, dus verhuis het overlastprobleem daar naartoe”, menen ze. Momenteel telt de campus van de TU duizend studentenwoningen. Mudde: “Ik snap die wens van wijkbewoners, maar bijbouwen gaat niet zo makkelijk als je zou denken. Wij mogen als universiteit niet zelf bouwen en moeten er marktpartijen geïnteresseerd voor krijgen. Vaak is het om allerlei redenen voor hen economisch niet rendabel. Daarnaast moet er ook voldoende ruimte overblijven voor onderwijs, onderzoek en bedrijven op de campus.” De universiteit kijkt nu samen met partijen als Duwo naar randgemeenten als Schiedam, Rijswijk en Pijnacker-Nootdorp waar studentenhuisvesting wel economisch haalbaar is.
Marie-José vindt zowel de TU als studenten belangrijk voor Delft. “Maar zij zijn passanten en wij wónen hier, dat is een belangrijk verschil.” Ze pleit voor een quotum aan het aantal studentenwoningen per wijk. “Sommige buurten gaan kapot aan het grote aantal studenten dat er woont. In de Wippolder overwegen sommige wanhopige bewoners om te verhuizen.” Wat er ook gebeurt, voor Anja en Richard is het te laat. “Vroeger was het contact met de wijk goed, de sfeer was fijn. Maar nu? Nu is de hele straat één en al studentenhuis. We voelen ons eenlingen hier.”
Door: Annebelle de Bruijn en Marjolein van der Veldt
- Lees ook het interview over dit onderwerp met Rob Mudde en Alex Lokhorst: ‘De vraag is niet of je een goede buur wíl zijn, dat is een opdracht’
Comments are closed.