Het college van bestuur heeft het besluit over de verbouwing van de faculteit Werktuigbouw en Maritieme Techniek eind vorig jaar op losse schroeven gezet.
Het plan van honderd miljoen gulden, dat ook de faculteit Industrieel Ontwerpen nieuwe ruimte moet bieden, leidt mogelijk tot te hoge exploitatielasten.
Collegevoorzitter De Voogd zei dit in de laatste vergadering van 1994 van de universiteitsraad, die leidde tot de goedkeuring van de universitaire begroting voor 1995. ,,Er komen hoge kosten op de faculteiten af op het punt van de bedrijfsvoering, en wij vragen ons af of de juiste keuze is gemaakt”, aldus De Voogd.
Medio vorig jaar hebben college en u-raad gekozen uit twee varianten voor de verbouwing. Het werd ‘rechtsom’, waarbij WbMT zich rechts van de hoofdingang concentreert en IO de linkerkant van het complex in gebruik neemt. Voor de Centrale Werkplaats werd een nieuw gebouw voorzien tegenover het laboratorium Apparatenbouw Procesindustrie. De variant ‘linksom’ werd afgewezen, wegens de hogere (tien procent) kosten en langere (een jaar) bouwtijd, en omdat de faculteiten dan minder makkelijk de gemeenschappelijke faciliteiten zouden kunnen delen. De Voogd stelt nu dat ,,men niet blind moet kiezen voor de goedkopere variant, want wellicht bespaar je met de andere meer op de exploitatielasten”.
Bij het Facilitair Bedrijf, waar men samen met het adviesbureau Twijnstra en Gudde werkt aan de uitwerking van het programma van eisen voor de verbouwing, waren medewerkers verrast door de uitspraak van de cvb-voorzitter. ,,Het is een nieuwe ontwikkeling”, zei een betrokken ambtenaar diplomatiek. Beheerder Van Horssen van WbMT zou met de nieuwe ontwikkeling niet ongelukkig zijn: ,,Het zou de bedrijfsschade aanzienlijk verkleinen. Allerlei grote installaties kunnen in dat geval op hun plaats blijven.”
Naar aanleiding van opmerkingen van het raadslid Oldenburg kwam het cvb in de u-raadsvergadering met nòg een verrassing. Het wil laten uitzoeken of faculteiten in de toekomst in administratief opzicht ‘geclusterd’ kunnen worden. ,,Moeten kleinere faculteiten een volledig apparaat hebben? Kunnen we de kosten verlagen door in dat opzicht samen te werken? Dat nemen we graag mee als we verder gaan bekijken hoe we de overhead kunnen reduceren.” Het cvb reageerde daarmee op een stelling van Oldenburg dat de decentralisatie binnen de universiteit had geleid tot een ,,verveelvoudiging van hoogwaardig personeel bij de beheerseenheden”.
De universiteitsraad bracht per amendement een paar kleine veranderingen aan in de begroting-1995. Een daarvan was het vrijwel halveren van de post voor management development (vier ton eraf). De u-raad sprak uit dat dit geld ten goede moest komen voor om-, her- en bijscholing.
Drs. W.G.P. Braam van het Bureau van de universiteit zegt hierover: ,,Door een donkere bril bekeken kan ik hier de tentwel voor de helft op slot doen. Maar je zou ook kunnen zeggen dat de termen van de u-raad een wat minder dure aanduiding zijn voor waar wij toch al mee bezig zijn. En dan verandert er niet zoveel. We maken ons met z’n allen zorgen over de kwaliteit van het management bij de TU en over de noodzaak onze medewerkers employable te houden. Daarvoor zijn deze opleidingen een diepteinvestering.”
Bij college en u-raad groeit voorts de twijfel over het nut van de vacaturekrant. Voorlopig heeft de raad alleen geld vrijgemaakt voor het eerste kwartaal van deze uitgave, in afwachting van een evaluatie.
De raadsvergadering had plaats tijdens de landelijke opwinding rond de bezuinigingsplannen waarover minister Ritzen met de voorzitters van de clubs van universiteiten en HBO’s overeenstemming had bereikt. Op voorstel van de studentenpartijen Aag en Oras nam de raad met algemene stemmen twee moties aan. In een ervan werd uitgesproken dat de verhoging van het collegegeld de toegankelijkheid van het hoger onderwijs benadeelt en dat de minister de benodigde 500 miljoen niet ‘over de rug van de studenten’ moet genereren. De andere motie kritiseerde de VSNU, de vereniging van universiteiten. Die had, volgens de motie, gehandeld zonder overleg met de universiteiten en zijn geloofwaardigheid als onderhandelingspartner geschaad. De vereniging diende hieraan ‘consequenties’ te verbinden: bedoeld werd dat het bestuur van de VSNU voorzitter Van Lieshout zou moeten vervangen. Maar de raad vond het niet chique dermate expliciet op de man te spelen. (R.M.)
Plan verbouwing Werktuigbouw en Maritieme Techniek op losse schroeven
Het college van bestuur heeft het besluit over de verbouwing van de faculteit Werktuigbouw en Maritieme Techniek eind vorig jaar op losse schroeven gezet. Het plan van honderd miljoen gulden, dat ook de faculteit Industrieel Ontwerpen nieuwe ruimte moet bieden, leidt mogelijk tot te hoge exploitatielasten.
Collegevoorzitter De Voogd zei dit in de laatste vergadering van 1994 van de universiteitsraad, die leidde tot de goedkeuring van de universitaire begroting voor 1995. ,,Er komen hoge kosten op de faculteiten af op het punt van de bedrijfsvoering, en wij vragen ons af of de juiste keuze is gemaakt”, aldus De Voogd.
Medio vorig jaar hebben college en u-raad gekozen uit twee varianten voor de verbouwing. Het werd ‘rechtsom’, waarbij WbMT zich rechts van de hoofdingang concentreert en IO de linkerkant van het complex in gebruik neemt. Voor de Centrale Werkplaats werd een nieuw gebouw voorzien tegenover het laboratorium Apparatenbouw Procesindustrie. De variant ‘linksom’ werd afgewezen, wegens de hogere (tien procent) kosten en langere (een jaar) bouwtijd, en omdat de faculteiten dan minder makkelijk de gemeenschappelijke faciliteiten zouden kunnen delen. De Voogd stelt nu dat ,,men niet blind moet kiezen voor de goedkopere variant, want wellicht bespaar je met de andere meer op de exploitatielasten”.
Bij het Facilitair Bedrijf, waar men samen met het adviesbureau Twijnstra en Gudde werkt aan de uitwerking van het programma van eisen voor de verbouwing, waren medewerkers verrast door de uitspraak van de cvb-voorzitter. ,,Het is een nieuwe ontwikkeling”, zei een betrokken ambtenaar diplomatiek. Beheerder Van Horssen van WbMT zou met de nieuwe ontwikkeling niet ongelukkig zijn: ,,Het zou de bedrijfsschade aanzienlijk verkleinen. Allerlei grote installaties kunnen in dat geval op hun plaats blijven.”
Naar aanleiding van opmerkingen van het raadslid Oldenburg kwam het cvb in de u-raadsvergadering met nòg een verrassing. Het wil laten uitzoeken of faculteiten in de toekomst in administratief opzicht ‘geclusterd’ kunnen worden. ,,Moeten kleinere faculteiten een volledig apparaat hebben? Kunnen we de kosten verlagen door in dat opzicht samen te werken? Dat nemen we graag mee als we verder gaan bekijken hoe we de overhead kunnen reduceren.” Het cvb reageerde daarmee op een stelling van Oldenburg dat de decentralisatie binnen de universiteit had geleid tot een ,,verveelvoudiging van hoogwaardig personeel bij de beheerseenheden”.
De universiteitsraad bracht per amendement een paar kleine veranderingen aan in de begroting-1995. Een daarvan was het vrijwel halveren van de post voor management development (vier ton eraf). De u-raad sprak uit dat dit geld ten goede moest komen voor om-, her- en bijscholing.
Drs. W.G.P. Braam van het Bureau van de universiteit zegt hierover: ,,Door een donkere bril bekeken kan ik hier de tentwel voor de helft op slot doen. Maar je zou ook kunnen zeggen dat de termen van de u-raad een wat minder dure aanduiding zijn voor waar wij toch al mee bezig zijn. En dan verandert er niet zoveel. We maken ons met z’n allen zorgen over de kwaliteit van het management bij de TU en over de noodzaak onze medewerkers employable te houden. Daarvoor zijn deze opleidingen een diepteinvestering.”
Bij college en u-raad groeit voorts de twijfel over het nut van de vacaturekrant. Voorlopig heeft de raad alleen geld vrijgemaakt voor het eerste kwartaal van deze uitgave, in afwachting van een evaluatie.
De raadsvergadering had plaats tijdens de landelijke opwinding rond de bezuinigingsplannen waarover minister Ritzen met de voorzitters van de clubs van universiteiten en HBO’s overeenstemming had bereikt. Op voorstel van de studentenpartijen Aag en Oras nam de raad met algemene stemmen twee moties aan. In een ervan werd uitgesproken dat de verhoging van het collegegeld de toegankelijkheid van het hoger onderwijs benadeelt en dat de minister de benodigde 500 miljoen niet ‘over de rug van de studenten’ moet genereren. De andere motie kritiseerde de VSNU, de vereniging van universiteiten. Die had, volgens de motie, gehandeld zonder overleg met de universiteiten en zijn geloofwaardigheid als onderhandelingspartner geschaad. De vereniging diende hieraan ‘consequenties’ te verbinden: bedoeld werd dat het bestuur van de VSNU voorzitter Van Lieshout zou moeten vervangen. Maar de raad vond het niet chique dermate expliciet op de man te spelen. (R.M.)
Plan verbouwing Werktuigbouw en Maritieme Techniek op losse schroeven
Comments are closed.