Wetenschap

Varkensogen

Naam: Sander Schutte (28)Nationaliteit: NederlandseOnderwerp: Ontwikkeling van een computermodel van het oog en oogheelkundige instrumentenPromotors: Prof.d

r. Frans van der Helm (faculteit 3mE, afdeling biomechanical engineering) en prof.dr. Huib Simonsz (Erasmus Medisch Centrum, afdeling oogheelkunde)

Tussenstand: Halverwege

(Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

“Ik onderzoek de mechanica van ogen. Veel mensen kijken scheel, zo’n vijf procent van de bevolking. Er wordt meestal met een chirurgische ingreep wat aan gedaan. Bij een operatie verplaatsen ze de oogspieren op het oog. Maar het is zeer lastig om te bepalen hoeveel de spieren precies verplaatst moeten worden. Ieder oog is anders. Bij een groter oog moet je bijvoorbeeld de spieren meer verplaatsen dan bij een kleiner oog. Daarom gaat het vaak mis. Twintig procent van de mensen heeft zelfs een tweede operatie nodig.

Momenteel kijk ik hoe het oog is opgehangen in de oogkas. Zo werk ik aan een computermodel van het oog, waardoor chirurgen in de toekomst beter de operatie kunnen uitvoeren. Ze zouden dan bijvoorbeeld eerst op mijn model de operatie kunnen simuleren, zodat ze weten wat de gevolgen zijn.

Om het model zo nauwkeurig mogelijk te maken, zijn veel gegevens nodig. Zoals de mechanische eigenschappen van de oogspieren en het vet achter het oog. Bij een stalen brug ken je de eigenschappen van de materialen goed. Maar de precieze eigenschappen van weefsels in de oogkas zijn onbekend en variëren ook sterk tussen mensen. Iemand kan bijvoorbeeld heel stijve oogspieren hebben. Met al deze zaken moet ik rekening houden. De oogarts die aan mijn onderzoek meewerkt, heeft laatst vet uit de oogkas van een kalf gehaald. De eigenschappen van dat vet hebben we gemeten bij scheikunde, daar hebben ze er de apparatuur voor. We hebben ook verschillende metingen gedaan aan varkensogen, die lijken op mensenogen.

Een ander onderdeel van mijn onderzoek is het ontwikkelen van instrumenten. Het kan voorkomen dat na een operatie de hechtingen van de spieren te dicht op elkaar zitten, zodat de spieren gaan hangen. Ik ontwikkel een instrument dat zo’n operatie gemakkelijker en nauwkeuriger moet maken.

Dit onderzoek spreekt me aan, omdat het op het snijvlak van geneeskunde en techniek zit. De eerste keer dat ik op een oogheelkundig congres was, snapte ik er weinig van. Inmiddels kan ik het goed volgen en een bijdrage leveren. Als ik over twee jaar klaar ben, hoop ik dat ik instrumenten heb ontwikkeld waarmee chirurgen nauwkeurig kunnen meten hoe scheel mensen kijken en hoe ze beter kunnen opereren. We verwachten dat er daardoor minder tweede operaties nodig zijn. Het computermodel zal dan nog lang niet perfect zijn, dat onderzoek zal nog wel een lange tijd moeten doorgaan. Ik hoop daarom dat het onderzoek niet ophoudt als mijn promotieonderzoek stopt. Er valt nog veel te verbeteren in de oogheelkunde.” (RV)

Naam: Sander Schutte (28)

Nationaliteit: Nederlandse

Onderwerp: Ontwikkeling van een computermodel van het oog en oogheelkundige instrumenten

Promotors: Prof.dr. Frans van der Helm (faculteit 3mE, afdeling biomechanical engineering) en prof.dr. Huib Simonsz (Erasmus Medisch Centrum, afdeling oogheelkunde)

Tussenstand: Halverwege

(Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

“Ik onderzoek de mechanica van ogen. Veel mensen kijken scheel, zo’n vijf procent van de bevolking. Er wordt meestal met een chirurgische ingreep wat aan gedaan. Bij een operatie verplaatsen ze de oogspieren op het oog. Maar het is zeer lastig om te bepalen hoeveel de spieren precies verplaatst moeten worden. Ieder oog is anders. Bij een groter oog moet je bijvoorbeeld de spieren meer verplaatsen dan bij een kleiner oog. Daarom gaat het vaak mis. Twintig procent van de mensen heeft zelfs een tweede operatie nodig.

Momenteel kijk ik hoe het oog is opgehangen in de oogkas. Zo werk ik aan een computermodel van het oog, waardoor chirurgen in de toekomst beter de operatie kunnen uitvoeren. Ze zouden dan bijvoorbeeld eerst op mijn model de operatie kunnen simuleren, zodat ze weten wat de gevolgen zijn.

Om het model zo nauwkeurig mogelijk te maken, zijn veel gegevens nodig. Zoals de mechanische eigenschappen van de oogspieren en het vet achter het oog. Bij een stalen brug ken je de eigenschappen van de materialen goed. Maar de precieze eigenschappen van weefsels in de oogkas zijn onbekend en variëren ook sterk tussen mensen. Iemand kan bijvoorbeeld heel stijve oogspieren hebben. Met al deze zaken moet ik rekening houden. De oogarts die aan mijn onderzoek meewerkt, heeft laatst vet uit de oogkas van een kalf gehaald. De eigenschappen van dat vet hebben we gemeten bij scheikunde, daar hebben ze er de apparatuur voor. We hebben ook verschillende metingen gedaan aan varkensogen, die lijken op mensenogen.

Een ander onderdeel van mijn onderzoek is het ontwikkelen van instrumenten. Het kan voorkomen dat na een operatie de hechtingen van de spieren te dicht op elkaar zitten, zodat de spieren gaan hangen. Ik ontwikkel een instrument dat zo’n operatie gemakkelijker en nauwkeuriger moet maken.

Dit onderzoek spreekt me aan, omdat het op het snijvlak van geneeskunde en techniek zit. De eerste keer dat ik op een oogheelkundig congres was, snapte ik er weinig van. Inmiddels kan ik het goed volgen en een bijdrage leveren. Als ik over twee jaar klaar ben, hoop ik dat ik instrumenten heb ontwikkeld waarmee chirurgen nauwkeurig kunnen meten hoe scheel mensen kijken en hoe ze beter kunnen opereren. We verwachten dat er daardoor minder tweede operaties nodig zijn. Het computermodel zal dan nog lang niet perfect zijn, dat onderzoek zal nog wel een lange tijd moeten doorgaan. Ik hoop daarom dat het onderzoek niet ophoudt als mijn promotieonderzoek stopt. Er valt nog veel te verbeteren in de oogheelkunde.” (RV)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.