Onderwijs

Vakbonden schrikken van ‘konijn uit hoge hoed’

Bij het bepalen welke individuele ondersteuners in de reorganisatie hun baan behouden, is ‘last in, first out’ de afgesproken plaatsingsprocedure. Vakbonden en ondernemingsraad vinden het daarom merkwaardig dat het college van bestuur nu doet alsof voor een ander systeem is gekozen.

In het akkoord dat het college van bestuur afgelopen voorjaar sloot met de bonden ‘is er op geen enkele wijze sprake van dat functievergelijking en plaatsingsvolgorde volgens een puntensysteem zullen verlopen’, benadrukken de vakbonden in een gezamenlijk schrijven. Ze spreken van een ‘konijn dat uit een hoge hoed wordt getoverd’. In de voorlichting over de plaatsingsprocedure dient onomwonden naar voren te komen dat van een puntensysteem geen sprake is, vinden de bonden. “Op het laatste moment een ander systeem introduceren geeft veel onrust”, oordeelt Rien Bos van AbvaKabo.

Ook de ondernemingsraad meent dat het college te hard van stapel loopt. “Last in, first out is de afgesproken procedure, en blijft onverkort van kracht zolang college, vakbonden en ondernemingsraad niet iets anders zijn overeengekomen”, zegt or-voorzitter Kees Daleboudt. Dat het op de valreep nog zou lukken om met een voor alle partijen aanvaardbare alternatieve plaatsingsprocedure te komen, acht Daleboudt onwaarschijnlijk. Het college van bestuur toont zich veel optimistischer over de kans dat de partijen het eens kunnen worden over een plaatsingsprocedure op andere gronden dan enkel het aantal dienstjaren.

Kiezen voor de beste (of: minst slechte) plaatsingsprocedure plaatst met name de or in een lastig dilemma. De nadelen van last in, first out zijn bekend: omdat de kwaliteit van medewerkers geen rol speelt, is het risico levensgroot dat je niet de beste medewerkers overhoudt. Maar bij de invoering van een meer verfijnd systeem zouden er keiharde garanties moeten zijn dat het op een eerlijke en zorgvuldige manier zal worden uitgevoerd. En daar maken bonden en or zich zorgen over. “Ik denk dat veel ondersteuners best op andere gronden dan dienstjaren geplaatst willen worden, als ze maar het vertrouwen zouden hebben dat die gronden min of meer solide en objectief zijn”, zegt Daleboudt. “Maar je wilt niet dat een reorganisatie het alibi wordt voor slechte leidinggevenden om in één keer alle openstaande rekeningen van hun incompetentie te vereffenen over de rug van de medewerkers. Daar hebben we genoeg voorbeelden van uit het verleden.” Maar ook beoordeeld worden door iemand die de werknemer niet kent heeft grote nadelen, erkent Daleboudt. “Het is kiezen tussen een aantal kwaden.”

In het akkoord dat het college van bestuur afgelopen voorjaar sloot met de bonden ‘is er op geen enkele wijze sprake van dat functievergelijking en plaatsingsvolgorde volgens een puntensysteem zullen verlopen’, benadrukken de vakbonden in een gezamenlijk schrijven. Ze spreken van een ‘konijn dat uit een hoge hoed wordt getoverd’. In de voorlichting over de plaatsingsprocedure dient onomwonden naar voren te komen dat van een puntensysteem geen sprake is, vinden de bonden. “Op het laatste moment een ander systeem introduceren geeft veel onrust”, oordeelt Rien Bos van AbvaKabo.

Ook de ondernemingsraad meent dat het college te hard van stapel loopt. “Last in, first out is de afgesproken procedure, en blijft onverkort van kracht zolang college, vakbonden en ondernemingsraad niet iets anders zijn overeengekomen”, zegt or-voorzitter Kees Daleboudt. Dat het op de valreep nog zou lukken om met een voor alle partijen aanvaardbare alternatieve plaatsingsprocedure te komen, acht Daleboudt onwaarschijnlijk. Het college van bestuur toont zich veel optimistischer over de kans dat de partijen het eens kunnen worden over een plaatsingsprocedure op andere gronden dan enkel het aantal dienstjaren.

Kiezen voor de beste (of: minst slechte) plaatsingsprocedure plaatst met name de or in een lastig dilemma. De nadelen van last in, first out zijn bekend: omdat de kwaliteit van medewerkers geen rol speelt, is het risico levensgroot dat je niet de beste medewerkers overhoudt. Maar bij de invoering van een meer verfijnd systeem zouden er keiharde garanties moeten zijn dat het op een eerlijke en zorgvuldige manier zal worden uitgevoerd. En daar maken bonden en or zich zorgen over. “Ik denk dat veel ondersteuners best op andere gronden dan dienstjaren geplaatst willen worden, als ze maar het vertrouwen zouden hebben dat die gronden min of meer solide en objectief zijn”, zegt Daleboudt. “Maar je wilt niet dat een reorganisatie het alibi wordt voor slechte leidinggevenden om in één keer alle openstaande rekeningen van hun incompetentie te vereffenen over de rug van de medewerkers. Daar hebben we genoeg voorbeelden van uit het verleden.” Maar ook beoordeeld worden door iemand die de werknemer niet kent heeft grote nadelen, erkent Daleboudt. “Het is kiezen tussen een aantal kwaden.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.