‘Universiteit Leiden overtreedt de wet’

“Dat de Leidse studenten hun verlopen tentamens niet opnieuw kunnen doen, is strijdig met de wet”, antwoorde Bussemaker stellig op Kamervragen van Mohammed Mohandis (PvdA). “Het beleid wordt dan ook aangepast.”



Vorige week meldde het Hoger Onderwijs Persbureau dat de Universiteit Leiden vijfentwintig rechtenstudenten wegstuurt die na vier jaar nog geen diploma hebben gehaald. Hun studiepunten waren vervallen en de studenten mochten hun vakken niet opnieuw doen. Dat eerste is onder voorwaarden wettelijk toegestaan, dat tweede dus niet. “Doorgeslagen rendementsfetisjisme”, noemde Mohandis de Leidse regel.



Ook de minister maakt zich zorgen. Ze blijft met de Universiteit Leiden in gesprek over de aanpassing van het beleid. Bovendien vraagt ze universiteitenvereniging VSNU of andere universiteiten soortgelijke regels hanteren.



De leden van de oppositie waren blij met de reactie van Bussemaker, maar vonden het wel tekenend voor de tendens dat studenten steeds sneller moeten studeren. Hoe lang vindt de minister dat studiepunten geldig moeten blijven, wilde Carola Schouten van de ChristenUnie van haar weten. “Anders staan we hier volgende week misschien weer.”



Bussemaker kon daar weinig over zeggen. Sommige kennis veroudert nu eenmaal, legde ze uit. In de geneeskunde is een tentamen misschien sneller achterhaald dan in andere vakken. Daar moet de opleiding samen met de medezeggenschapsraad over beslissen.



Vloeien dit soort maatregelen niet voort uit de prestatieafspraken met universiteiten en hogescholen, vroeg Jasper van Dijk (SP) zich af. En is het geen verspilling van tijd om studenten vakken over te laten doen?



Dat ziet Bussemaker anders. De prestatieafspraken gaan niet alleen over de snelheid waarmee studenten afstuderen, maar ook over studiebegeleiding en goede onderwijsprogramma’s. De Leidse studenten kunnen hun tentamens binnen een jaar herkansen en bovendien zijn ze van tevoren gewaarschuwd dat ze op termijn hun studiepunten konden verliezen. “Ze zijn niet voor een voldongen feit gesteld.”