Nederland kent sinds vorige maand een wetenschappelijk uitzendbureau. Dit bureau, opgezet door de Randstad Groep, wil technische onderzoekers van universiteiten en instituten op tijdelijke basis uitlenen voor projecten in het bedrijfsleven.
Delen
Zowel de beweeglijkheid van onderzoekers als het kennisniveau in de industrie kan zo verhoogd worden. De eerste reacties zijn volgens Randstad enthousiast. De TU Delft is nog niet benaderd, maar dat zal deze of volgende maand gebeuren.
De TU Eindhoven is de eerste universitaire partner die door Randstad is benaderd. Het contact met de TUE is door het ministerie van economische zaken gesuggereerd. ,,Met hen zijn we concreet aan de slag gegaan”, aldus directeur J. Gillissen van het wetenschappelijke uitzendbureau. ,,Maar we willen met alle drie de technische universiteiten samenwerken, én met Wageningen.” In Delft heeft Randstad informeel contact met prof.dr.ir. A.J. Berkhout (Technische Natuurkunde, maar ook voorzitter van de pas gevormde Adviesraad voor het technologiebeleid van het college van bestuur, red.). ,,Berkhout zal voor ons uitzoeken of we voor de TU Delft interessant zouden kunnen zijn”, aldus Gillissen.
Randstad Research en Development Services is met enige tamtam gelanceerd. Minister Wijers (EZ) ziet het als een nieuwe manier om de kloof tussen bedrijven en kennisinstellingen te verkleinen. Volgens hem kunnen bedrijven door het tijdelijk inhuren van onderzoekers de flexibiliteit in hun research krijgen die nodig is om beter te concurreren.
Het idee is simpel maar veelbelovend: zend onderzoekers die eens iets anders willen uit naar bedrijven die voor een tijdelijk project extra know-how willen inhuren. Zo sla je twee vliegen in één klap. Aan de TU’s en technologische instituten biedt het de kans om hun eigen personeel lenig te houden en aan het toegepaste onderzoek te laten snuffelen. Tegelijk kunnen bedrijven zo extra technische kennis in huis halen, zonder hun vaste R&D-staf te hoeven uitbreiden.
Randstad R&D-services, gevestigd in Utrecht, denkt te gaan bemiddelen voor negenduizend technische onderzoekers per jaar, niet minder dan drie procent van alle R&D-personeel in Nederland. Of die hoge ambitie realistisch is, moet de komende maanden blijken.
De daadwerkelijk start laat overigens nog even op zich wachten. Inhuren van personeel kan alleen met medewerking van de (universitaire) instellingen – al was het maar omdat ze hun medewerkers een tijd moeten missen. En het overleg daarover is pas net begonnen.
In Eindhoven is men wel enthousiast over het initiatief. Volgens woordvoerder Vincent van de universitaire personeelsdienst kan Randstad de onderzoekers ‘interessante praktijk-ervaring’ laten opdoen. En de vrees van sommigen dat het uitzendbureau een soort kneuzenbank zou worden voor personeel waar de universiteit geen raad mee weet, deelt zij niet. Niet voor niets zal de TUE een rol bij de selectie spelen, want, aldus Vincent: ,,Wij hebben alswetenschappelijke instelling een naam op te houden.” (HOP/F.S.)
Nederland kent sinds vorige maand een wetenschappelijk uitzendbureau. Dit bureau, opgezet door de Randstad Groep, wil technische onderzoekers van universiteiten en instituten op tijdelijke basis uitlenen voor projecten in het bedrijfsleven. Zowel de beweeglijkheid van onderzoekers als het kennisniveau in de industrie kan zo verhoogd worden. De eerste reacties zijn volgens Randstad enthousiast. De TU Delft is nog niet benaderd, maar dat zal deze of volgende maand gebeuren.
De TU Eindhoven is de eerste universitaire partner die door Randstad is benaderd. Het contact met de TUE is door het ministerie van economische zaken gesuggereerd. ,,Met hen zijn we concreet aan de slag gegaan”, aldus directeur J. Gillissen van het wetenschappelijke uitzendbureau. ,,Maar we willen met alle drie de technische universiteiten samenwerken, én met Wageningen.” In Delft heeft Randstad informeel contact met prof.dr.ir. A.J. Berkhout (Technische Natuurkunde, maar ook voorzitter van de pas gevormde Adviesraad voor het technologiebeleid van het college van bestuur, red.). ,,Berkhout zal voor ons uitzoeken of we voor de TU Delft interessant zouden kunnen zijn”, aldus Gillissen.
Randstad Research en Development Services is met enige tamtam gelanceerd. Minister Wijers (EZ) ziet het als een nieuwe manier om de kloof tussen bedrijven en kennisinstellingen te verkleinen. Volgens hem kunnen bedrijven door het tijdelijk inhuren van onderzoekers de flexibiliteit in hun research krijgen die nodig is om beter te concurreren.
Het idee is simpel maar veelbelovend: zend onderzoekers die eens iets anders willen uit naar bedrijven die voor een tijdelijk project extra know-how willen inhuren. Zo sla je twee vliegen in één klap. Aan de TU’s en technologische instituten biedt het de kans om hun eigen personeel lenig te houden en aan het toegepaste onderzoek te laten snuffelen. Tegelijk kunnen bedrijven zo extra technische kennis in huis halen, zonder hun vaste R&D-staf te hoeven uitbreiden.
Randstad R&D-services, gevestigd in Utrecht, denkt te gaan bemiddelen voor negenduizend technische onderzoekers per jaar, niet minder dan drie procent van alle R&D-personeel in Nederland. Of die hoge ambitie realistisch is, moet de komende maanden blijken.
De daadwerkelijk start laat overigens nog even op zich wachten. Inhuren van personeel kan alleen met medewerking van de (universitaire) instellingen – al was het maar omdat ze hun medewerkers een tijd moeten missen. En het overleg daarover is pas net begonnen.
In Eindhoven is men wel enthousiast over het initiatief. Volgens woordvoerder Vincent van de universitaire personeelsdienst kan Randstad de onderzoekers ‘interessante praktijk-ervaring’ laten opdoen. En de vrees van sommigen dat het uitzendbureau een soort kneuzenbank zou worden voor personeel waar de universiteit geen raad mee weet, deelt zij niet. Niet voor niets zal de TUE een rol bij de selectie spelen, want, aldus Vincent: ,,Wij hebben alswetenschappelijke instelling een naam op te houden.” (HOP/F.S.)
Comments are closed.