Opinie

Uitgeteld

Sommige van de stukjes die ik in deze krant schrijf gaan over onzinnige prestatiemetingen, de daarmee samenhangende demotiverende bureaucratie, onkundige bestuurders die mensen die het werk doen (mensen die wel iets kunnen, zeg maar) frustreren enzovoort, maar nog steeds is dat vermaledijde prestatiebeloningssysteem aan de Technische Universiteit te Delft niet afgeschaft.

br />
Is er aan dit schitterende instituut één wetenschapper te vinden die voorstander is van het belonen per publicatie? Ik ken hem niet. Wel ken ik veel tegenstanders. Je zou toch denken dat er onder hen minstens één verstandig persoon zit die, pakweg, gelijk heeft? Het betreft hier tenslotte een universiteit.

Waarom vasthouden aan dit financieringssysteem? Welnu: het is voor bestuurders natuurlijk veel leuker een verdelingsmodel aan te passen dan mensen gewoon te moeten vertellen wat ze wel en niet mogen. Bovendien wordt ongemerkt de verantwoordelijkheid voor een falende organisatie verlegd van bestuurders naar de mensen die het werk doen. Loopt een faculteit de soep in, civiele techniek bijvoorbeeld, dan voldoet zij niet aan de vastgestelde eisen van het beloningsmodel. Eigen schuld dus, daar kan geen college wat aan doen. Het model wordt natuurlijk wel zo aangepast dat de gevolgen uiteindelijk meevallen.

Als die aanpassingen erop gericht zijn grote rampen te voorkomen dan kan zo’n financieringsmodel ook niet echt kwaad zou je denken (nou ja nauwelijks dan; feit blijft dat een aantal overbodige bureaucraten betaald worden van ons onderzoeksgeld). Niets is minder waar! Tellen is namelijk zeer besmettelijk. Je loopt bijvoorbeeld kans dat je een minister inspireert. Voor je het weet hanteert zij hetzelfde outputsysteem dat je je eigen medewerkers oplegt, om geld over de verschillende universiteiten te verdelen. Dat is pech, want Delft is duur en dun bezaaid met productieve wetenschappers. Hoe houd je met droge ogen vol dat het een slecht idee is de output van de universiteiten met elkaar te vergelijken? Dat gaat natuurlijk niet.

Gelukkig is onze TU Delft de grote kenner van het belonen per publicatie. Wat zou er gebeuren als je het hele systeem opdoekt en vervolgens langs alle mogelijke kanalen verspreidt dat het niet werkt? Dat zou op de minister toch indruk moeten maken lijkt me. Een onverwachte kans.

Ons college heeft zijn heldere momenten. Zo heeft het als eerste aanzet het allocatiemodel voor het befaamde modelinstituut der Materials Science and Engineering opgeschort (echt waar). Net als vroeger krijgen wij nu onze miljoenen zonder aanwijsbare tegenprestatie. U denkt wellicht dat wij nu met zijn allen de hele dag met onze poten op het bureau koffie zitten te drinken? Nee hoor. Soms denk ik zelfs dat de werklust is toegenomen nu wij niet meer onder dat onnozele financieringsregime lijden.

Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals Research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.

Sommige van de stukjes die ik in deze krant schrijf gaan over onzinnige prestatiemetingen, de daarmee samenhangende demotiverende bureaucratie, onkundige bestuurders die mensen die het werk doen (mensen die wel iets kunnen, zeg maar) frustreren enzovoort, maar nog steeds is dat vermaledijde prestatiebeloningssysteem aan de Technische Universiteit te Delft niet afgeschaft.

Is er aan dit schitterende instituut één wetenschapper te vinden die voorstander is van het belonen per publicatie? Ik ken hem niet. Wel ken ik veel tegenstanders. Je zou toch denken dat er onder hen minstens één verstandig persoon zit die, pakweg, gelijk heeft? Het betreft hier tenslotte een universiteit.

Waarom vasthouden aan dit financieringssysteem? Welnu: het is voor bestuurders natuurlijk veel leuker een verdelingsmodel aan te passen dan mensen gewoon te moeten vertellen wat ze wel en niet mogen. Bovendien wordt ongemerkt de verantwoordelijkheid voor een falende organisatie verlegd van bestuurders naar de mensen die het werk doen. Loopt een faculteit de soep in, civiele techniek bijvoorbeeld, dan voldoet zij niet aan de vastgestelde eisen van het beloningsmodel. Eigen schuld dus, daar kan geen college wat aan doen. Het model wordt natuurlijk wel zo aangepast dat de gevolgen uiteindelijk meevallen.

Als die aanpassingen erop gericht zijn grote rampen te voorkomen dan kan zo’n financieringsmodel ook niet echt kwaad zou je denken (nou ja nauwelijks dan; feit blijft dat een aantal overbodige bureaucraten betaald worden van ons onderzoeksgeld). Niets is minder waar! Tellen is namelijk zeer besmettelijk. Je loopt bijvoorbeeld kans dat je een minister inspireert. Voor je het weet hanteert zij hetzelfde outputsysteem dat je je eigen medewerkers oplegt, om geld over de verschillende universiteiten te verdelen. Dat is pech, want Delft is duur en dun bezaaid met productieve wetenschappers. Hoe houd je met droge ogen vol dat het een slecht idee is de output van de universiteiten met elkaar te vergelijken? Dat gaat natuurlijk niet.

Gelukkig is onze TU Delft de grote kenner van het belonen per publicatie. Wat zou er gebeuren als je het hele systeem opdoekt en vervolgens langs alle mogelijke kanalen verspreidt dat het niet werkt? Dat zou op de minister toch indruk moeten maken lijkt me. Een onverwachte kans.

Ons college heeft zijn heldere momenten. Zo heeft het als eerste aanzet het allocatiemodel voor het befaamde modelinstituut der Materials Science and Engineering opgeschort (echt waar). Net als vroeger krijgen wij nu onze miljoenen zonder aanwijsbare tegenprestatie. U denkt wellicht dat wij nu met zijn allen de hele dag met onze poten op het bureau koffie zitten te drinken? Nee hoor. Soms denk ik zelfs dat de werklust is toegenomen nu wij niet meer onder dat onnozele financieringsregime lijden.

Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals Research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.