Campus

Uit de kunst

De Meemaaksters . Bijna alles wat met uitsterven wordt bedreigd of reeds is vergaan komt mettertijd terug: is het niet op CD-Rom, dan wel op CD-i; is het niet in Virtual Reality, dan wel in Real Life.

Zo ook het vertellen van verhalen dat zich als een nieuwe loot aan de postmoderne amusementsboom van een bloeiend bestaan verzekerd weet. Theatergroep Maccus zal vrijdag 31 januari de première-avond verzorgen van twee vertelvoorstellingen. Jos de Kan regisseerde ‘De Meemaaksters’ van Rob de Graaf, winnaar van de Toneelschrijfprijs 1996. Het gaat over Vicky (Urmie Plein) en Irene (Toos Sax) die elkaar verhalen willen vertellen, maar niet kunnen luisteren. De vertelling wordt gehouden plaats in de Montessorischool Jan Vermeer. Na afloop verplaatst de bühne zich naar het nabij gelegen Maccustheater. Daar staat ‘Faëton’ naar Joost van den Vondel op het programma. Wederom in de regie van De Kan speelt Edo Brunner een jongeman die ontdekt dat hij de zoon van Helios de Zonnegod is. Hij mag een ritje met de zonnewagen maken, maar ervaart alras dat de paarden zich niet zo gemakkelijk laten beteugelen. Voor iedereen vanaf 8 jaar.

Muziek tussen de middag . Het is dat de grootste held van de Eerste Wereldoorlog in 1918 nog net niet door zijn schepper Hasek aan het papier was toevertrouwd. Anders zou je denken dat Igor Strawinsky (1882-1971) zich voor zijn ‘L’histoire du soldat’ regelrecht had laten inspireren door de brave soldaat Schwejk. Deze compositie voor een kleine bezetting, die hij schreef gedurende zijn verblijf in Zwitserland, komt namelijk bijna net zo parodistisch over. Een heerlijk, lichtvoetig stuk waarin de strijkers, blazers en een percussionist komen tot een helder samenspel dat zelfs in de droevige delen mild is. Hopelijk weten de leden van het Rotterdams Conservatorium er volgende week donderdag in het Cultureel Centrum een ingetogen uitvoering van te brengen.

Het slijk der aarde . Geldwisselaars werden in de kerk niet geduld, lezen we in de bijbel. Nochtans is de kerk allerminst vies van geld, getuige het niet geringe vermogen dat het Vaticaan heeft vergaard. Ook ziet men er geen been in om de aanwezigheid van Hem op de rand van ons muntgeld in te graveren. Toch wordt het met de invoering van de Euro tijd om de spreuk een andere draai te geven: God was met ons!

,,Over geld moet je niet lullen”, zei eens een vermogende meneer, ,,dat moet je hèbben.” Of de gemiddelde Albanees dit beaamt, valt te bezien. Over het smeermiddel van deze tijd gaat een nieuw programma van Studium Generale. Dinsdag 4 februari zal Dr. A. Kerkhof, docent sociale en politieke filosofie aan de KUN, op Mekelweg 10 de spits afbijten met de lezing ‘De Homo Economicus – De calculerende burger tussen wetenschap en ideologie’.

A Clockwork Orange . Deze week wordt in Theater de Veste een aantal interessante voorstellingen opgehangen aan een literaire kapstok. Dat begint vandaag al met een schrijversavond waarin jonge auteurs als ‘nixer annex nix-nixer’ Ronald Giphart en Manon – ‘Poep’ – Uphoff voordragen uit eigen werk. Voorwaar klassieker is de schitterende roman ‘Moby Dick’ van Herman Melville. Peter Drost en Guus Ponsioen bewerkten die tot een kindervoorstelling met live muziek (aanstaande zaterdag). Helemaal een aanrader is een toneelversie van ‘A Clockwork Orange’ door de Engelstalige groep Lamda, woensdag 5 februari. Anthony Burgess schreef de novelle in 1962, waarna Stanley Kubrick er in 1971 de roemruchte film van maakte met Malcolm MacDowell als het duivelskind Alex. Uiteraard met de muziek van Ludwig van Beethoven die hem het hoofd op hol brengt.

Van Metropolis tot Nieuw Realisme . ‘Metropolis’ (1926) van Fritz Lang is één van de hoogtepunten van de expressionistische Duitse stomme film. Wat vooral de aandacht trekt in deze onheilszwangere toekomstvisie op het jaar 2000 is de mis-en-scène. Nu had Lang zelf bouwkunde gestudeerd voordat hij regisseur werd, maar de architectonische decors van zijn films besteedde hij uit aan Otto Hunte. Diens creatie van Metropolis is een megalomane variant op de Toren van Babel. Daarnaast leverde deze ‘filmarchitect’ ook bijdragen aan veel andere meesterwerken uit de jaren twintig en dertig, zoals ‘Der Blaue Engel’ (1930) van Josef von Sternberg. In het kader van het filmfestival loopt in het NAi een expositie over de filmarchitectuur van Hunte.

De Meemaaksters . Bijna alles wat met uitsterven wordt bedreigd of reeds is vergaan komt mettertijd terug: is het niet op CD-Rom, dan wel op CD-i; is het niet in Virtual Reality, dan wel in Real Life. Zo ook het vertellen van verhalen dat zich als een nieuwe loot aan de postmoderne amusementsboom van een bloeiend bestaan verzekerd weet. Theatergroep Maccus zal vrijdag 31 januari de première-avond verzorgen van twee vertelvoorstellingen. Jos de Kan regisseerde ‘De Meemaaksters’ van Rob de Graaf, winnaar van de Toneelschrijfprijs 1996. Het gaat over Vicky (Urmie Plein) en Irene (Toos Sax) die elkaar verhalen willen vertellen, maar niet kunnen luisteren. De vertelling wordt gehouden plaats in de Montessorischool Jan Vermeer. Na afloop verplaatst de bühne zich naar het nabij gelegen Maccustheater. Daar staat ‘Faëton’ naar Joost van den Vondel op het programma. Wederom in de regie van De Kan speelt Edo Brunner een jongeman die ontdekt dat hij de zoon van Helios de Zonnegod is. Hij mag een ritje met de zonnewagen maken, maar ervaart alras dat de paarden zich niet zo gemakkelijk laten beteugelen. Voor iedereen vanaf 8 jaar.

Muziek tussen de middag . Het is dat de grootste held van de Eerste Wereldoorlog in 1918 nog net niet door zijn schepper Hasek aan het papier was toevertrouwd. Anders zou je denken dat Igor Strawinsky (1882-1971) zich voor zijn ‘L’histoire du soldat’ regelrecht had laten inspireren door de brave soldaat Schwejk. Deze compositie voor een kleine bezetting, die hij schreef gedurende zijn verblijf in Zwitserland, komt namelijk bijna net zo parodistisch over. Een heerlijk, lichtvoetig stuk waarin de strijkers, blazers en een percussionist komen tot een helder samenspel dat zelfs in de droevige delen mild is. Hopelijk weten de leden van het Rotterdams Conservatorium er volgende week donderdag in het Cultureel Centrum een ingetogen uitvoering van te brengen.

Het slijk der aarde . Geldwisselaars werden in de kerk niet geduld, lezen we in de bijbel. Nochtans is de kerk allerminst vies van geld, getuige het niet geringe vermogen dat het Vaticaan heeft vergaard. Ook ziet men er geen been in om de aanwezigheid van Hem op de rand van ons muntgeld in te graveren. Toch wordt het met de invoering van de Euro tijd om de spreuk een andere draai te geven: God was met ons!

,,Over geld moet je niet lullen”, zei eens een vermogende meneer, ,,dat moet je hèbben.” Of de gemiddelde Albanees dit beaamt, valt te bezien. Over het smeermiddel van deze tijd gaat een nieuw programma van Studium Generale. Dinsdag 4 februari zal Dr. A. Kerkhof, docent sociale en politieke filosofie aan de KUN, op Mekelweg 10 de spits afbijten met de lezing ‘De Homo Economicus – De calculerende burger tussen wetenschap en ideologie’.

A Clockwork Orange . Deze week wordt in Theater de Veste een aantal interessante voorstellingen opgehangen aan een literaire kapstok. Dat begint vandaag al met een schrijversavond waarin jonge auteurs als ‘nixer annex nix-nixer’ Ronald Giphart en Manon – ‘Poep’ – Uphoff voordragen uit eigen werk. Voorwaar klassieker is de schitterende roman ‘Moby Dick’ van Herman Melville. Peter Drost en Guus Ponsioen bewerkten die tot een kindervoorstelling met live muziek (aanstaande zaterdag). Helemaal een aanrader is een toneelversie van ‘A Clockwork Orange’ door de Engelstalige groep Lamda, woensdag 5 februari. Anthony Burgess schreef de novelle in 1962, waarna Stanley Kubrick er in 1971 de roemruchte film van maakte met Malcolm MacDowell als het duivelskind Alex. Uiteraard met de muziek van Ludwig van Beethoven die hem het hoofd op hol brengt.

Van Metropolis tot Nieuw Realisme . ‘Metropolis’ (1926) van Fritz Lang is één van de hoogtepunten van de expressionistische Duitse stomme film. Wat vooral de aandacht trekt in deze onheilszwangere toekomstvisie op het jaar 2000 is de mis-en-scène. Nu had Lang zelf bouwkunde gestudeerd voordat hij regisseur werd, maar de architectonische decors van zijn films besteedde hij uit aan Otto Hunte. Diens creatie van Metropolis is een megalomane variant op de Toren van Babel. Daarnaast leverde deze ‘filmarchitect’ ook bijdragen aan veel andere meesterwerken uit de jaren twintig en dertig, zoals ‘Der Blaue Engel’ (1930) van Josef von Sternberg. In het kader van het filmfestival loopt in het NAi een expositie over de filmarchitectuur van Hunte.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.