functie: hoogleraar ontwerpkunde bij Werktuigbouwkunde/Maritieme Techniekleeftijd: 53 jaarplaats: nummer 3 op de wp-lijst van TH-AkkoordOp de hoek zijn bureau ligt een stapel promotieschrijfblokjes van TH Akkoord.
Delen
,,Die stuur ik rond in de interne gaatjesenveloppen”, grapt Van der Werff. ,,Ik zet er nog net niet op niet op stem op míj, maar ik vind wel dàt ze moeten gaan stemmen.”
Van der Werff werd twee jaar geleden door dr.ir. Han Lemei, toen al namens THA in de u-raad, gevraagd om zich op de lijst te laten zetten. ,,Ik werk al bij de TU sinds ik hier studeerde. In al die tijd had ik nog niet veel contact gehad met het centrale bestuur. Wel op facultair niveau maar niet universitair. Het leek me wel weer eens iets nieuws. Ik vind het ook belangrijk werk. Het moet gedaan worden, anders draait de machine niet. Al met al genoeg reden om op het voorstel in te gaan.”
Toen Van der Werff een jaar geleden in de u-raad kwam, was hij niet zo tevreden over de het college van bestuur. ,,De voorstellen waar het college mee kwam, waren vaak technisch niet helemaal in orde. Daardoor moest veel werk in de raad gedaan worden en dat maakte de raadsvergaderingen onnodig lang. De laatste tijd, sinds er weer een extra collegelid bij is gekomen, gaat het beter.”
Het vergaderen kost Van der Werff gemiddeld 3,5 dag per maand, rekent hij voor. ,,Het weekend is voor mij vooral ontspanning, dus dan worden geen stukken gelezen. Dat doe ik en passant.”
Van der Werff beschouwt zichzelf als voorzitter van de universiteitsraadscommissie voor onderwijs en onderzoek (Urcoo) als een soort intermediair tussen het college van bestuur (cvb) en de commissie. ,,Ik moet er voor zorgen dat de discussie goed gevoerd wordt. Het proces begeleiden. In de Urcoo wordt ook meer met elkaar samengewerkt dan in de raad. Daar moet je samen een probleem oplossen, terwijl in de raad de fracties zich meer profileren.”
Ethiek is een van de issues die hem bezig houden op dit moment. Van der Werff gelooft niet in een waardevrije opleiding. ,,Ik weiger de ingenieur te zien als waterdrager van de maatschappij die tegen de politiek zegt: Zie maar wat je met mijn werk doet. De ingenieur moet aangeven wat hem, zowel technisch als maatschappelijk gezien het beste lijkt en de politiek hakt dan de knoop door.”
,,Toch ben ik bang dat het ethiekonderwijs iets wordt als: wij zullen de studenten wel eens even opleiden tot fatsoenlijk burger. Dat is verleidelijk. Je bent als docent een invloedsfactor en kunt studenten behoorlijk verpesten op deze manier. Het gaat erom dat de student een manier van redeneren aangeleerd krijgt. De relatie maatschappij-vakgebied moet duidelijk overgebracht worden. Daar zal wel wat scholing van hoogleraren voor nodig zijn en zodra daar mogelijkheden toezijn, zal ik die ook aangrijpen. Maar ik ga niet voor de muziek uit lopen.”
functie: hoogleraar ontwerpkunde bij Werktuigbouwkunde/Maritieme Techniek
leeftijd: 53 jaar
plaats: nummer 3 op de wp-lijst van TH-Akkoord
Op de hoek zijn bureau ligt een stapel promotieschrijfblokjes van TH Akkoord. ,,Die stuur ik rond in de interne gaatjesenveloppen”, grapt Van der Werff. ,,Ik zet er nog net niet op niet op stem op míj, maar ik vind wel dàt ze moeten gaan stemmen.”
Van der Werff werd twee jaar geleden door dr.ir. Han Lemei, toen al namens THA in de u-raad, gevraagd om zich op de lijst te laten zetten. ,,Ik werk al bij de TU sinds ik hier studeerde. In al die tijd had ik nog niet veel contact gehad met het centrale bestuur. Wel op facultair niveau maar niet universitair. Het leek me wel weer eens iets nieuws. Ik vind het ook belangrijk werk. Het moet gedaan worden, anders draait de machine niet. Al met al genoeg reden om op het voorstel in te gaan.”
Toen Van der Werff een jaar geleden in de u-raad kwam, was hij niet zo tevreden over de het college van bestuur. ,,De voorstellen waar het college mee kwam, waren vaak technisch niet helemaal in orde. Daardoor moest veel werk in de raad gedaan worden en dat maakte de raadsvergaderingen onnodig lang. De laatste tijd, sinds er weer een extra collegelid bij is gekomen, gaat het beter.”
Het vergaderen kost Van der Werff gemiddeld 3,5 dag per maand, rekent hij voor. ,,Het weekend is voor mij vooral ontspanning, dus dan worden geen stukken gelezen. Dat doe ik en passant.”
Van der Werff beschouwt zichzelf als voorzitter van de universiteitsraadscommissie voor onderwijs en onderzoek (Urcoo) als een soort intermediair tussen het college van bestuur (cvb) en de commissie. ,,Ik moet er voor zorgen dat de discussie goed gevoerd wordt. Het proces begeleiden. In de Urcoo wordt ook meer met elkaar samengewerkt dan in de raad. Daar moet je samen een probleem oplossen, terwijl in de raad de fracties zich meer profileren.”
Ethiek is een van de issues die hem bezig houden op dit moment. Van der Werff gelooft niet in een waardevrije opleiding. ,,Ik weiger de ingenieur te zien als waterdrager van de maatschappij die tegen de politiek zegt: Zie maar wat je met mijn werk doet. De ingenieur moet aangeven wat hem, zowel technisch als maatschappelijk gezien het beste lijkt en de politiek hakt dan de knoop door.”
,,Toch ben ik bang dat het ethiekonderwijs iets wordt als: wij zullen de studenten wel eens even opleiden tot fatsoenlijk burger. Dat is verleidelijk. Je bent als docent een invloedsfactor en kunt studenten behoorlijk verpesten op deze manier. Het gaat erom dat de student een manier van redeneren aangeleerd krijgt. De relatie maatschappij-vakgebied moet duidelijk overgebracht worden. Daar zal wel wat scholing van hoogleraren voor nodig zijn en zodra daar mogelijkheden toezijn, zal ik die ook aangrijpen. Maar ik ga niet voor de muziek uit lopen.”
Comments are closed.