Onderwijs

Twintig miljoen voor ‘Ritzen-hoogleraren’

Het plan van minister Ritzen om extra hoogleraren aan te stellen bij chemische faculteiten is met instemming aan de TU ontvangen. De maatregel moet een halt toeroepen aan de zorgwekkende vergrijzing bij Scheikundige Technologie en Materiaalkunde (STM).

br />
Het plan voorziet in de aanstelling van ongeveer twintig jonge hoogleraren aan tien chemiefaculteiten. Daar gaan de komende tien jaar tachtig hoogleraren met pensioen, terwijl er – zonder dit extra geld – maar dertig nieuwe kandidaten kunnen worden benoemd. De totale kosten van het verjongingsplan bedragen twintig miljoen gulden, waarvan Ritzen de helft zal betalen. De andere tien miljoen moet opgehoest worden door het NWO en de universiteiten. De TU Delft hoopt met dit plan ongeveer twee ‘Ritzen-hoogleraren’ te kunnen aantrekken.

De decaan van Scheikunde, prof.dr. J. Schoonman is verheugd over de plannen, maar benadrukt dat er snel een leerstoelenplan opgezet moet worden door de universiteiten en het NWO. Hij vindt dit een kans voor de TU om veelbelovende jonge hoogleraren aan te trekken. Hij zegt er echter bij: ,,De twintig miljoen die beschikbaar komt volstaat slechts voor de komende vier jaren. Daarna komen de kosten voor rekening van de universiteiten. Het zou slecht beleid zijn als we de Ritzen-hoogleraren na vier jaar wegens geldgebrek naar huis moeten sturen.”

Het geld kan door de chemiefaculteiten worden gebruikt om nieuw talent aan te trekken, maar ook om te voorkomen dat talentvolle interne kandidaten voor het hoogleraarschap voortijdig verdwijnen. In beide gevallen zal een leerstoel tijdelijk door twee hoogleraren worden bezet. In universitaire kringen zijn vooraf twijfels geuit over deze ‘dakpanconstructie’.

De secretaris-beheerder van Scheikunde, dr. M.W.J. van den Esker, deelt die twijfel niet. ,,Met deze overlap kan het vacuüm worden voorkomen dat vaak ontstaat bij opvolging van hoogleraren. En de constructie leent zich ook goed om de nieuwe hoogleraar in de gelegenheid te stellen het beleid een andere richting te geven.”

Een belangrijke bron voor de plannen van Ritzen-hoogleraren is het onderzoek naar vergrijzing van de Delftse prof.dr.ir. H. van Bekkum. Hij vindt de voornemens van Ritzen ‘prachtig’ en beschouwt ze als een honorering van zijn ideeën. Van Bekkum denkt zelf aan een leerstoel ‘Hernieuwde Grondstoffen’ voor de TU, eventueel in samenwerking met Leiden. Over het aantal extra hoogleraren voor STM is hij niet optimistisch: ,,Met één mogen we niet mopperen, met twee moeten we in onze handen knijpen.” (L.d.V.)

Het plan van minister Ritzen om extra hoogleraren aan te stellen bij chemische faculteiten is met instemming aan de TU ontvangen. De maatregel moet een halt toeroepen aan de zorgwekkende vergrijzing bij Scheikundige Technologie en Materiaalkunde (STM).

Het plan voorziet in de aanstelling van ongeveer twintig jonge hoogleraren aan tien chemiefaculteiten. Daar gaan de komende tien jaar tachtig hoogleraren met pensioen, terwijl er – zonder dit extra geld – maar dertig nieuwe kandidaten kunnen worden benoemd. De totale kosten van het verjongingsplan bedragen twintig miljoen gulden, waarvan Ritzen de helft zal betalen. De andere tien miljoen moet opgehoest worden door het NWO en de universiteiten. De TU Delft hoopt met dit plan ongeveer twee ‘Ritzen-hoogleraren’ te kunnen aantrekken.

De decaan van Scheikunde, prof.dr. J. Schoonman is verheugd over de plannen, maar benadrukt dat er snel een leerstoelenplan opgezet moet worden door de universiteiten en het NWO. Hij vindt dit een kans voor de TU om veelbelovende jonge hoogleraren aan te trekken. Hij zegt er echter bij: ,,De twintig miljoen die beschikbaar komt volstaat slechts voor de komende vier jaren. Daarna komen de kosten voor rekening van de universiteiten. Het zou slecht beleid zijn als we de Ritzen-hoogleraren na vier jaar wegens geldgebrek naar huis moeten sturen.”

Het geld kan door de chemiefaculteiten worden gebruikt om nieuw talent aan te trekken, maar ook om te voorkomen dat talentvolle interne kandidaten voor het hoogleraarschap voortijdig verdwijnen. In beide gevallen zal een leerstoel tijdelijk door twee hoogleraren worden bezet. In universitaire kringen zijn vooraf twijfels geuit over deze ‘dakpanconstructie’.

De secretaris-beheerder van Scheikunde, dr. M.W.J. van den Esker, deelt die twijfel niet. ,,Met deze overlap kan het vacuüm worden voorkomen dat vaak ontstaat bij opvolging van hoogleraren. En de constructie leent zich ook goed om de nieuwe hoogleraar in de gelegenheid te stellen het beleid een andere richting te geven.”

Een belangrijke bron voor de plannen van Ritzen-hoogleraren is het onderzoek naar vergrijzing van de Delftse prof.dr.ir. H. van Bekkum. Hij vindt de voornemens van Ritzen ‘prachtig’ en beschouwt ze als een honorering van zijn ideeën. Van Bekkum denkt zelf aan een leerstoel ‘Hernieuwde Grondstoffen’ voor de TU, eventueel in samenwerking met Leiden. Over het aantal extra hoogleraren voor STM is hij niet optimistisch: ,,Met één mogen we niet mopperen, met twee moeten we in onze handen knijpen.” (L.d.V.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.