Onderwijs

Twijfels over besparingen

Veel onderdeelcommissies voelen zich redelijk op de hoogte gehouden van de besparingsplannen van hun decanen. Over de haalbaarheid en de opbrengst van veel voorstellen zijn ze kritisch.


Technische Natuurwetenschappen (TNW)

Odc-voorzitter Peter Verheijen heeft ‘geen wereldschokkende zaken’ gezien in de besparingsplannen van zijn decaan. Maar hij wil nu alleen ingaan op de interfacultaire plannen, waar TNW bij betrokken is.

Zoals die voor de samenwerking op het gebied van stromingsleer tussen TNW en 3mE. Die komt er volgens Verheijen op neer dat de afdeling multi-scale physics (MSP) naar de faculteit 3mE verhuist. “Er wordt al langer over een fusie gesproken en het is geen onlogische stap. Maar waarom moet er meteen twintig procent worden gesnoeid? Dat is een donderslag bij heldere hemel.” De odc-voorzitter is van mening dat MSP binnen zijn faculteit ‘een goede kleuring geeft aan natuurkunde en scheikunde’. “Dat moet behouden blijven.”

Verheijen vindt het overhevelen van het wiskundeonderwijs van EWI naar TNW ‘een bijzonder vreemde zet’. “Dat is het mengen van twee culturen: de pure onderwijscultuur van het serviceonderwijs van wiskunde met de overwegend onderzoeksgerichte cultuur van TNW. Ik denk dat de weerstand tegen deze zet zeer breed is.”


Techniek, Bestuur en Management (TBM)

Odc-voorzitter Floor Koornneef ziet in de plannen van zijn faculteit ‘een flinke verzameling onzin’. “Ze zijn cryptisch en onwaarschijnlijk. Hoe bezuinig je met ‘meer profileren naar buiten’? Ik zie niet hoe.” Als de decaan spreekt over een kleinere faculteit dan kan dat volgens Koornneef alleen door taken af te stoten, niet door hetzelfde werk te doen met minder mensen. “De rek is eruit!”

Koornneef is niet te spreken over de manier waarop in zijn faculteit met de besparingsopdracht van tien procent wordt omgegaan. “Onze decaan ziet zichzelf als aangever van deelplannen voor het college van bestuur. Hij legt de besluitvorming over wat er op onze faculteit gaat gebeuren daar neer.”

De odc-voorzitter merkt dat er op de werkvloer een ‘radiostilte’ heerst. Hij vindt het ‘hoog tijd’ dat de inhoudelijke discussie op zijn faculteit losbrandt, maar vreest dat de tijd te kort is. “Er komen feestdagen aan en in mei moet de decaan met zijn plannen naar het college. Terwijl de afdelingsvoorzitters nog niet veel meer hebben gedaan dan een beetje koffiedik kijken. Wat zij eind april naar de decaan brengen is niet gebaseerd op onderzoek op de werkvloer.”


Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG)

Volgens odc-voorzitter Henny van der Meulen zijn er tijdens de reorganisatie van de ondersteunende diensten (OOD, red.) al veel mensen via natuurlijk verloop vertrokken. “Het plan is om dat weer te doen, maar ik denk dat dit nu voldoende zal opleveren. En wat betreft die samenwerking met andere faculteiten: de decaan heeft een tijdje geleden al opdracht gegeven tot het delen van laboratoria met andere faculteiten. Daar kwam geen echte winst uit.”

Toch zal die winst ergens vandaan moeten komen, realiseert Van der Meulen zich. “Dan zou je kunnen denken aan het samenvoegen van onderwijsvakken die – soms binnen de faculteit – op verschillende plekken gegeven worden, maar is dat winst? Vakspecifieke kennis die vervolgens ontbreekt, moet je dan toch weer geven.”

Medewerkers raken volgens Van der Meulen steeds minder betrokken bij hun faculteit. “Mensen zeggen: ‘Ojee, daar komt weer een bui. Ik ga maar gewoon aan het werk en ik zie het wel.’ We hebben al tweemaal krimp gehad: eerst de OOD en nu de reorganisatie bij Bouw. Dat verhoogt het draagvlak binnen de faculteit niet.”


Bouwkunde

Odc-voorzitter Gerrie Hobbelman zegt behoorlijk slecht geïnformeerd te zijn over de besparingsplannen van zijn decaan. “We hebben ze nog niet op papier gezien.”

De numerus fixus-plannen komen hem bekend voor. “Twintig jaar geleden is dat ook geprobeerd, maar het was moeilijk om argumenten richting het ministerie te vinden. Er was vervolgens een jaar een fixus, maar die moest je elk jaar met tien procent verhogen. Op de lange termijn kun je die fixus niet volhouden.”

Selectie aan de poort is volgens Hobbelman ‘best goed’. “Analoog aan een fabriek is het immers raar dat een universiteit geen invloed heeft op de kwaliteit van haar ‘grondstoffen’, ofwel: de vwo’ers die zij opleidt.”

Bouwkunde huurt volgens Hobbelman veel gastdocenten in om in kleine groepen te kunnen werken. “Dat is voor ontwerponderwijs essentieel. Als je minder studenten hebt, heb je ook minder gastdocenten nodig. En als je teruggaat naar tweeduizend studenten hoef je het pand aan de Drebbelweg ook niet te huren.”

Een miljoen euro snijden in overheadkosten wordt ‘heel lastig’, denkt Hobbelman. “Ik heb daar nog geen uitwerking van gezien.” Ook heeft hij zijn twijfels over een nieuwe opleidingstak landschapsarchitectuur. “De odc heeft daar moeite mee: het kost geld en gaat juist nieuwe studenten trekken.”

Hobbelman zegt dat Bouwkunde al sinds eind 2008 ‘behoorlijk onder druk staat’. “In 2009 hadden we drie miljoen euro minder. Tijdelijke contracten werden massaal niet verlengd. Ik las in de begroting dat we tachtig fte minder hadden. In 2010, 2011 en 2012 moeten we weer bezuinigen. De faculteit kreunt.”


Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3me)

Odc-secretaris Erik Ulijn vraagt zich af of de bedragen reëel zijn die zijn decaan denkt te besparen. “We zijn nog steeds op zoek naar meer informatie, bijvoorbeeld over het aantal arbeidsplaatsen dat hiermee gemoeid is. Volgende week donderdag hopen we meer te horen.”

Het anders invullen van het practicum modelbouw bewerken ligt volgens Ulijn ingewikkeld. “Bij maritiem – waar ik zelf zit – is men verbaasd over dit voornemen, omdat het practicum in het eerstejaarsproject nuttig is. Bij maritiem moet je de vaardigheid van het lassen in de vingers hebben.”

Het plan om studenten voor dit practicum te koppelen aan een Regionaal Opleidingen Centrum in Heijplaat haalt volgens Ulijn de flexibiliteit uit het onderwijs. “Even naar binnen lopen kan straks niet meer.”

De odc-secretaris heeft persoonlijk twijfels over de tien procent ‘flexibiliseren’. “Het moest tien procent zijn vanwege de werkgroepen in Den Haag die naar bezuinigingen zochten, maar als we nu naar Den Haag luisteren denk ik: waarom doen we dit allemaal? Ja, om beleidsruimte bij het college van bestuur te creëren, maar ik weet niet of dat de taak van een faculteit is.”


Industrieel Ontwerpen (IO)

Odc-voorzitter Jouke Verlinden houdt zijn hart vast voor de consequenties van de besparingen voor personeel en onderwijs. “We kunnen niet inschatten of het inleveren van de machinewerkplaats iets oplevert of dat het ons geld kost.”

Een andere zorg is het efficiënter inrichten van het handtekenonderwijs met andere faculteiten. “We zien niet in dat er iets mee gewonnen kan worden. Handtekenen bij Bouwkunde is anders dan bij ons.”

De odc vindt het lastig om mee te gaan in een numerus fixus voor IO. “We zijn een faculteit die zijn recht ontleent aan grote aantallen studenten. De kans bestaat dat studenten verdwijnen naar andere TU’s.”

Samenwerken met andere faculteiten op het gebied van perceptieonderzoek, informatica (met EWI) en keuzevakken (met TBM) levert volgens Verlinden financieel weinig op. Het onderzoek bij IO lijkt volgens Verlinden niet al te veel geraakt te worden, maar dat kan tegenvallen. Er staan veel projecten op stapel die gefinancierd worden uit de tweede en derde geldstroom. “Daarvoor zijn veel faciliteiten nodig. Als je net bent ingedikt moet je bij wijze van spreken een tent op het dak plaatsen. Flexibiliseren lijkt zich nu iets te veel te vertalen in bezuinigingen.”


Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI)

Odc-voorzitter Jaap Hoekstra wil nog niets kwijt over de besparingsvoorstellen van EWI. “We wachten het voorgenomen besluit van de decaan af. We zijn in goed overleg en vanaf het begin bij het proces betrokken.”


Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R)

Odc-voorzitter Otto Bergsma wil pas reageren als hij met zijn commissieleden heeft gesproken.

Ik denk dat iedereen die het nieuwe gebouw van Bouwkunde binnenloopt wel een gevoel van jaloezie bekruipt. Van buiten komen de gekleurde raamkozijntjes misschien niet heel overtuigend over, maar van binnen ziet het gebouw er – naar mijn mening – schitterend uit. Er is veel aandacht besteed aan kleuren en materialen om de nieuwe studenten en medewerkers zich thuis te laten voelen in het oude wiskundegebouw. Ook is er een prachtige werkplaats opgetrokken en er is zelfs een oranje arena gebouwd in een half glazen ruimte. Aan echt alles is aandacht besteed: ik zie nergens een ordinair bureau staan, maar alleen houten tafels met daarachter leren bureaustoelen met rugleuningen die tot boven je hoofd reiken. Zelfs de toiletten zijn volledig in stijl. Het enige minpuntje dat ik kon ontdekken is dat de vrouwelijke helft van de bevolking – want bij bouwkunde wordt die helft enigszins benaderd – het belangrijke waterflesje niet goed kan vullen onder de designkraantjes.
Natuurlijk is het verhaal achter de verhuizing niet alleen gelukkig. Een allesverwoestende brand en daarna een paar maanden in tenten bivakkeren is niet leuk. Voor werknemers is er in het nieuwe gebouw niet voldoende ruimte, zodat zij alleen flexplekken hebben. Verder klagen studenten dat de designstoelen er misschien leuk uitzien, maar dat ze verschrikkelijk zitten.
Toch zou ik maar wat blij zijn met een gebouw dat er zo bij ligt. Want dit alles staat in scherp contrast met het gangenstelsel waar ik al zes jaar dagelijks rondloop. DelftChemTech bestaat voor bijna de helft uit kelders, waar studenten een groot gedeelte van hun tijd doorbrengen. Bruine tegeltjes geven de toiletten niet direct de luxe en frisse uitstraling die je zoekt. En de pogingen om het gebouw op te knappen met wat felle verfkleurtjes zetten weinig zoden aan de dijk. Maar gelukkig zijn er plannen voor nieuwbouw. De universiteit is er al jaren bezig, maar over een aantal jaar moet het er toch echt komen. En als het er dan net zo uitziet als Bouwkunde, ben ik dik tevreden en blij voor de nieuwe generatie. Misschien krijgen wij zelfs ook wel kunst. Of is dat niet besteed aan een scheikundestudent? Ik zou persoonlijk minstens zo tevreden zijn met een mooie inbouwdestillatiekolom.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.