Onderwijs

Tweede plek voor discovloer

De mede door de TU Delft ontwikkelde dansvloer waarmee elektriciteit is op te wekken, is tweede geworden bij de Publieksprijs van de ProRail Prijsvraag. Daarmee ging 20.000 euro aan de neus van de bedenkers voorbij.

De wereld van wetenschap en techniek werd met de ProRail Prijsvraag uitgedaagd te komen met baanbrekende, innovatieve ideeën om een CO2-neutraal spoor te realiseren.

Met de discovloer zou op stations door de lopende reizigers energie kunnen worden opgewekt waarmee de stationshal of de perrons verlicht zouden kunnen worden. Als ‘Elke stap telt’, zoals het idee met de vloer heette, had gewonnen, zou ProRail 20.000 euro uittrekken om het idee verder uit te werken en de haalbaarheid te onderzoeken.

Die prijs gaat nu naar ‘Groen licht voor de waterstoftrein’ van Arcadis en de Universiteit van Utrecht. Met een trein op waterstof zou 23 procent CO2-reductie kunnen worden bereikt en de bovenleiding kunnen verdwijnen, wat mooier zou zijn in het landschap en investerings- en onderhoudskosten zou schelen. Voor de publieksprijs waren acht milieuvriendelijke inzendingen genomineerd.
Naast de Publieksprijs was er ook de reguliere ProRail Prijsvraag. Winnaar daarvan werd KEMA. Kern van het plan, dat is ontwikkeld met Eneco en NS, is het CO2-neutraal maken van het spoor tussen Utrecht en Den Haag door een mix van CO2-uitstoot beperkende maatregelen. Dat plan wordt met ProRail gerealiseerd.
Meer informatie op www.zoinvesteerik.nl

U greep de gelegenheid niet aan om een nieuwe naam te lanceren?
“Nee, ondanks modieuze ideeën van anderen wil ik onze naam houden. Het is een sterke naam, in de wereld kent men dit als ‘het lab van Burgers’. Hij heeft het lab in 1918 opgericht en legde de basis voor de stromingsleer in Nederland.” 

Veel laboratoria hebben moeite te blijven bestaan. Hoe kan het dat jullie er al zo lang zijn?“Een groot laboratorium is duur en er komt steeds minder geld van de overheid. Toch heeft de TU vier of vijf jaar geleden besloten de grootschalige laboratoria te houden in het belang van toegepast onderzoek. In tegenstelling tot de universiteiten van Twente en Eindhoven.”

Gaat het lab nog negentig jaar mee?“Dat hopen we. Onze kracht is dat we fundamenteel onderzoek doen waar de industrie iets aan heeft en dat we computersimulaties combineren met experimenten. Op de computer krijg je informatie die je met experimenten niet krijgt. Aan de andere kant kun je met een simulatie vaak maar een klein deel van de stroming berekenen. Bovendien kom je nieuwe onverwachte verschijnselen vaak alleen tegen als je experimenten doet. Maar we hebben voor zo’n groot laboratorium wel genoeg ondersteuning nodig. Met de OOD (reorganisatie, MM) zijn we ingekrompen tot het absolute minimum. Als de technicus op vakantie is, liggen de experimenten vaak stil.” 

Is er een mysterie van toen waar jullie nu nog aan werken?“Turbulentie. Dat speelt een rol bij veel stromingen. Je hebt turbulentie nodig om suiker door je koffie te mengen en om grote concentraties vervuiling in de atmosfeer te voorkomen. Maar soms wil je het tegengaan, omdat turbulentie zorgt voor meer weerstand. Denk aan de schaats- en zwempakken met ribbels of een vliegtuig dat herrie maakt.” 

U hebt toch al iets van het mysterie kunnen oplossen?“Ja. In 2004 hadden we één artikel in Science, waarin we een theorie presenteerden die verklaarde waarom in lange buizen turbulentie ontstaat naarmate de vloeistof harder gaat stromen. In Nature publiceerden we in 2006 dat die turbulentie, ook als het hard stroomt, uiteindelijk uitdooft. Je moet alleen heel lang wachten. Dat is een belangrijke vinding, want als turbulentie zichzelf niet in stand kan houden, kun je het misschien zo ‘kietelen’ dat het versneld uitsterft.”

Hebben jullie daar al iets op bedacht?“Nee, dat is nog toekomstmuziek. Er is een promovendus heel precies aan het onderzoeken hoe dat uitdoven precies werkt.” 

Kunnen jullie de sterke positie van Burgers vasthouden?“Als redacteur van een tijdschrift over experimentele stromingsleer zie ik de laatste jaren dat de meeste artikelen uit Delft komen, maar vanuit verschillende groepen. Samen met die groepen wil ik één groot lab maken, waarin we grootschaliger experimenten kunnen uitvoeren en expertise kunnen delen. Bij elkaar vormen we waarschijnlijk het grootste laboratorium voor stromingsleer in Europa. De stromingsleer is hier begonnen, en we zijn nog steeds heel sterk.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.