Onderwijs

‘TU’s moeten Europese universiteiten helpen’

Staatssecretaris van onderwijs Mark Rutte wil de drie TU’s van harte ondersteunen bij hun plannen om in 2010 een federatie te vormen. Maar ze moeten niet zo zeuren over studenten van buiten de Europese Unie.

“Een bezuiniging van 20 miljoen euro, daar valt het hoger onderwijs toch niet van om?”

In de 3-TU-problematiek heeft hij zich heus ingelezen, verzekert Mark Rutte. Maar het dossier is half september wel weer een beetje weggezakt. “Dat is de ellende als je zo’n baan overneemt”, zegt de staatssecretaris van onderwijs zes dagen voor prinsjesdag in zijn Haagse kantoor. Het is lunchtijd en de broodjes staan op tafel. “Joh, ik ben al blij dat ik na drie maanden de grote lijnen te pakken heb. Ga je die kroket trouwens nog opeten? Nee? Mag ik ‘m dan?”

De grote lijnen, daar hoort de samenwerking tussen de drie technische universiteiten blijkbaar dus niet bij. Rutte, zo vertelt zijn woordvoerder na afloop van het gesprek, heeft zich sinds zijn aantreden in juni vooral gestort op kwesties als studiefinanciering, de afwikkeling van de hbo-fraudezaak en het nieuwe bekostigingsmodel voor het hoger onderwijs.

Toch kan de nieuwe staatssecretaris wel iets over de specifieke situatie van de drie TU’s zeggen. Bijvoorbeeld dat hij niet begrijpt waarom ze nu zo moeilijk doen over de maatregel om de bekostiging voor studenten van buiten de Europese Unie af te schaffen. “We geven in totaal jaarlijks 2,7 miljard euro uit aan het hoger onderwijs. De netto bezuiniging door deze maatregel is 20 miljoen. Dat is minder dan een promille van die 2,7 miljard! Daar gaat toch niet het hele hoger onderwijs van omvallen?”

Bovendien, voegt hij eraan toe, is er al een oplossing voor eventuele negatieve effecten van de maatregel. “Want we gaan toch tien miljoen euro besteden aan een nieuw beurzenstelsel? En het zou mij niets verbazen als dat stelsel zich wel eens voor een deel specifiek kon gaan richten op mensen in de hoek van bÈta- en techniekopleidingen. Want daar hebben we in Nederland behoefte aan. Nou, dat is dan toch het antwoord?”
Brief

De brief die Hans van Luijk, collegevoorzitter van de TU Delft, begin september ook namens Eindhoven en Twente naar het ministerie stuurde om zijn nood te klagen over de maatregel, heeft Rutte niet op andere gedachten kunnen brengen. “Natuurlijk, die brief wordt hier heel serieus gelezen. Zoiets is een belangrijk signaal. Sowieso luister ik altijd heel goed naar wat ik van de instellingen terughoor op mijn plannen. Zodat ik maximaal met hun wensen rekening kan houden. Maar sorry, de collegevoorzitters van de TU’s vormen niet het kabinet met zijn drieën. Het is niet zo dat wij als carbonpapier overnemen wat zij zeggen. Zo van: schrijft u maar, dan wordt dat het beleid.”

In de brief betoogde Van Luijk dat de TU’s jist studenten van buiten Europa nodig hebben. Voor de kenniseconomie, redeneerde hij, is het van groot belang dat de sector techniek wordt gestimuleerd. ‘Instroom van geselecteerde buitenlandse studenten kan hieraan tegemoet komen’, staat in de brief, die aldus vervolgt: ‘Op een flinke instroom van Europese studenten zullen wij echter de eerstkomende jaren nog niet kunnen rekenen omdat de bachelor-masterstructuur in veel Europese landen nog onvoldoende is ingevuld, en ook omdat het internationaliseringsproces in het hoger onderwijs daar pas slechts ten dele vorm heeft gekregen. Daartegenover staat dat buiten Europa de onderwijsbehoefte in veel landen erg hoog en de interesse in technische disciplines groot is, waarbij de lokale overheden voorlopig niet in staat zijn hieraan zelf tegemoet te komen. Hier ligt […] voor de drie technische universiteiten een kans om zich een positie op de internationale onderwijsmarkt te verwerven.’

Maar Rutte is van die redenering niet erg onder de indruk. Als de TU’s er nadeel van ondervinden dat het bama-stelsel in grote delen van Europa nog niet goed draait, dan moeten ze – in plaats van hun aandacht te verleggen naar landen buiten Europa – daar zelf wat aan doen, vindt hij. “Dan moeten ze die buitenlandse universiteiten gaan helpen om hun internationaliseringsproces vorm te geven. Zodat de Europese studentenmobiliteit goed op gang komt.” Dat is helemaal niet zo ingewikkeld, denkt de staatssecretaris. “Want de elitegroep van technische universiteiten in Europa is niet zo groot, dus het is een overzichtelijk speelveld.” En aangezien alledrie de Nederlandse TU’s deel uitmaken van die elitegroep – “Ongelooflijk, fantastisch nieuws!” – ligt er juist voor hen misschien wel een taak. Rutte: “De TU’s vinden mij aan hun zijde om dit probleem snel op te lossen. Maar ik kan het niet alleen; ik heb hun hulp nodig.”

In de plannen van Eindhoven, Twente en Delft om in 2010 een TU-federatie te vormen, heeft Rutte zich nog niet erg verdiept, geeft hij toe. Hij weet alleen dat het samenwerkingsplan drie onderdelen bevat – onderwijs, onderzoek ‘en dat vreselijke woord valorisatie’, wat staat voor het omzetten van kennis in economische waarde – en dat de drie TU’s onlangs zes miljoen euro van het ministerie hebben gekregen. “Wij hebben gezegd: Goed, jullie hebben geld nodig, wij kunnen zes miljoen vrijmaken, dus op die manier kunnen we jullie ondersteunen.” Het lijkt Rutte logisch dat het geld zal worden besteed aan het onderwijsdeel van het samenwerkingsplan. “Omdat ze met die component al wat verder zijn dan met de andere twee.”
Potje

Is die zes miljoen niet een beetje weinig, gezien het feit dat de drie universiteiten 210 miljoen euro nodig denken te hebben voor de federatievorming? De staatssecretaris zucht. In de twee jaar dat hij op Sociale Zaken zat, vertelt hij, heeft hij nooit te maken gehad met ‘dat hele idee van: wij willen iets, mogen we er geld voor?’ “Want daar was helemaal geen geld. De enige discussie daar was: hoe kun je met het bestaande geld maatschappelijke doelen zo goed mogelijk bedienen?”

Wat dat betreft heeft Rutte wel gemerkt dat de hoger-onderwijswereld anders in elkaar steekt. “In dit wereldje zit af en toe nog wel eens ergens een potje.” Maar eigenlijk weet hij helemaal niet of hij daar nu blij mee moet zijn. “Want daardoor krijg je iedere keer weer die discussie: ‘We willen geld.’ ‘Heb ik niet.’ ‘Ja maar we hebben het nodig.’ ‘Nou goed, dan krijg je een miljoen.’ ‘Ja maar we hebben drie miljoen nodig.’ Dat creëert iets heel geks in de bestuurlijke verhoudingen. Er gaan namelijk heel veel tijd en heel veel werk zitten in die losse, kleine geldstroompjes. Ga maar na: dat geld moet worden overgemaakt, dat moet worden geregistreerd, daar moet verantwoording over worden afgelegd. Daar zijn een hoop mensen administratief mee bezig. En dat kost weer allemaal geld.”

Van dat soort ‘ballast’ wil Rutte af. Wat wil hij nog meer voor elkaar krijgen in de jaren die hem nog resten op Onderwijs? “Ik hoop dat de mensen over een paar jaar zeggen: It mattered that he was there. Omdat er dan een paar goeie dingen zijn gebeurd waardoor de instellingen de ruimte krijgen om hun ambities te verwezenlijken.”

Het zal allemaal snel concreter worden, belooft de staatssecretaris. Ook de kwestie van de drie TU’s. “De kant die ze opgaan wordt in elk geval zeer positief ondersteund. Niet alleen vanuit OCW, maar ook vanuit Economische Zaken en Financiën. Dat betekent niet dat er automatisch meer geld komt. Maar we zijn in gesprek.”

Mark Rutte: “Ik hoop dat de mensen over een paar jaar zeggen: It mattered that he was there.” @03 Fotobijschrift:(Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

In de 3-TU-problematiek heeft hij zich heus ingelezen, verzekert Mark Rutte. Maar het dossier is half september wel weer een beetje weggezakt. “Dat is de ellende als je zo’n baan overneemt”, zegt de staatssecretaris van onderwijs zes dagen voor prinsjesdag in zijn Haagse kantoor. Het is lunchtijd en de broodjes staan op tafel. “Joh, ik ben al blij dat ik na drie maanden de grote lijnen te pakken heb. Ga je die kroket trouwens nog opeten? Nee? Mag ik ‘m dan?”

De grote lijnen, daar hoort de samenwerking tussen de drie technische universiteiten blijkbaar dus niet bij. Rutte, zo vertelt zijn woordvoerder na afloop van het gesprek, heeft zich sinds zijn aantreden in juni vooral gestort op kwesties als studiefinanciering, de afwikkeling van de hbo-fraudezaak en het nieuwe bekostigingsmodel voor het hoger onderwijs.

Toch kan de nieuwe staatssecretaris wel iets over de specifieke situatie van de drie TU’s zeggen. Bijvoorbeeld dat hij niet begrijpt waarom ze nu zo moeilijk doen over de maatregel om de bekostiging voor studenten van buiten de Europese Unie af te schaffen. “We geven in totaal jaarlijks 2,7 miljard euro uit aan het hoger onderwijs. De netto bezuiniging door deze maatregel is 20 miljoen. Dat is minder dan een promille van die 2,7 miljard! Daar gaat toch niet het hele hoger onderwijs van omvallen?”

Bovendien, voegt hij eraan toe, is er al een oplossing voor eventuele negatieve effecten van de maatregel. “Want we gaan toch tien miljoen euro besteden aan een nieuw beurzenstelsel? En het zou mij niets verbazen als dat stelsel zich wel eens voor een deel specifiek kon gaan richten op mensen in de hoek van bÈta- en techniekopleidingen. Want daar hebben we in Nederland behoefte aan. Nou, dat is dan toch het antwoord?”
Brief

De brief die Hans van Luijk, collegevoorzitter van de TU Delft, begin september ook namens Eindhoven en Twente naar het ministerie stuurde om zijn nood te klagen over de maatregel, heeft Rutte niet op andere gedachten kunnen brengen. “Natuurlijk, die brief wordt hier heel serieus gelezen. Zoiets is een belangrijk signaal. Sowieso luister ik altijd heel goed naar wat ik van de instellingen terughoor op mijn plannen. Zodat ik maximaal met hun wensen rekening kan houden. Maar sorry, de collegevoorzitters van de TU’s vormen niet het kabinet met zijn drieën. Het is niet zo dat wij als carbonpapier overnemen wat zij zeggen. Zo van: schrijft u maar, dan wordt dat het beleid.”

In de brief betoogde Van Luijk dat de TU’s jist studenten van buiten Europa nodig hebben. Voor de kenniseconomie, redeneerde hij, is het van groot belang dat de sector techniek wordt gestimuleerd. ‘Instroom van geselecteerde buitenlandse studenten kan hieraan tegemoet komen’, staat in de brief, die aldus vervolgt: ‘Op een flinke instroom van Europese studenten zullen wij echter de eerstkomende jaren nog niet kunnen rekenen omdat de bachelor-masterstructuur in veel Europese landen nog onvoldoende is ingevuld, en ook omdat het internationaliseringsproces in het hoger onderwijs daar pas slechts ten dele vorm heeft gekregen. Daartegenover staat dat buiten Europa de onderwijsbehoefte in veel landen erg hoog en de interesse in technische disciplines groot is, waarbij de lokale overheden voorlopig niet in staat zijn hieraan zelf tegemoet te komen. Hier ligt […] voor de drie technische universiteiten een kans om zich een positie op de internationale onderwijsmarkt te verwerven.’

Maar Rutte is van die redenering niet erg onder de indruk. Als de TU’s er nadeel van ondervinden dat het bama-stelsel in grote delen van Europa nog niet goed draait, dan moeten ze – in plaats van hun aandacht te verleggen naar landen buiten Europa – daar zelf wat aan doen, vindt hij. “Dan moeten ze die buitenlandse universiteiten gaan helpen om hun internationaliseringsproces vorm te geven. Zodat de Europese studentenmobiliteit goed op gang komt.” Dat is helemaal niet zo ingewikkeld, denkt de staatssecretaris. “Want de elitegroep van technische universiteiten in Europa is niet zo groot, dus het is een overzichtelijk speelveld.” En aangezien alledrie de Nederlandse TU’s deel uitmaken van die elitegroep – “Ongelooflijk, fantastisch nieuws!” – ligt er juist voor hen misschien wel een taak. Rutte: “De TU’s vinden mij aan hun zijde om dit probleem snel op te lossen. Maar ik kan het niet alleen; ik heb hun hulp nodig.”

In de plannen van Eindhoven, Twente en Delft om in 2010 een TU-federatie te vormen, heeft Rutte zich nog niet erg verdiept, geeft hij toe. Hij weet alleen dat het samenwerkingsplan drie onderdelen bevat – onderwijs, onderzoek ‘en dat vreselijke woord valorisatie’, wat staat voor het omzetten van kennis in economische waarde – en dat de drie TU’s onlangs zes miljoen euro van het ministerie hebben gekregen. “Wij hebben gezegd: Goed, jullie hebben geld nodig, wij kunnen zes miljoen vrijmaken, dus op die manier kunnen we jullie ondersteunen.” Het lijkt Rutte logisch dat het geld zal worden besteed aan het onderwijsdeel van het samenwerkingsplan. “Omdat ze met die component al wat verder zijn dan met de andere twee.”
Potje

Is die zes miljoen niet een beetje weinig, gezien het feit dat de drie universiteiten 210 miljoen euro nodig denken te hebben voor de federatievorming? De staatssecretaris zucht. In de twee jaar dat hij op Sociale Zaken zat, vertelt hij, heeft hij nooit te maken gehad met ‘dat hele idee van: wij willen iets, mogen we er geld voor?’ “Want daar was helemaal geen geld. De enige discussie daar was: hoe kun je met het bestaande geld maatschappelijke doelen zo goed mogelijk bedienen?”

Wat dat betreft heeft Rutte wel gemerkt dat de hoger-onderwijswereld anders in elkaar steekt. “In dit wereldje zit af en toe nog wel eens ergens een potje.” Maar eigenlijk weet hij helemaal niet of hij daar nu blij mee moet zijn. “Want daardoor krijg je iedere keer weer die discussie: ‘We willen geld.’ ‘Heb ik niet.’ ‘Ja maar we hebben het nodig.’ ‘Nou goed, dan krijg je een miljoen.’ ‘Ja maar we hebben drie miljoen nodig.’ Dat creëert iets heel geks in de bestuurlijke verhoudingen. Er gaan namelijk heel veel tijd en heel veel werk zitten in die losse, kleine geldstroompjes. Ga maar na: dat geld moet worden overgemaakt, dat moet worden geregistreerd, daar moet verantwoording over worden afgelegd. Daar zijn een hoop mensen administratief mee bezig. En dat kost weer allemaal geld.”

Van dat soort ‘ballast’ wil Rutte af. Wat wil hij nog meer voor elkaar krijgen in de jaren die hem nog resten op Onderwijs? “Ik hoop dat de mensen over een paar jaar zeggen: It mattered that he was there. Omdat er dan een paar goeie dingen zijn gebeurd waardoor de instellingen de ruimte krijgen om hun ambities te verwezenlijken.”

Het zal allemaal snel concreter worden, belooft de staatssecretaris. Ook de kwestie van de drie TU’s. “De kant die ze opgaan wordt in elk geval zeer positief ondersteund. Niet alleen vanuit OCW, maar ook vanuit Economische Zaken en Financiën. Dat betekent niet dat er automatisch meer geld komt. Maar we zijn in gesprek.”

Mark Rutte: “Ik hoop dat de mensen over een paar jaar zeggen: It mattered that he was there.” @03 Fotobijschrift:(Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.