Campus

TU’s betreuren vertrek Wijers

Nooit eerder heeft een minister van Economische Zaken zich zo veel met het hoger onderwijs bemoeid als Hans Wijers. Jammer dat hij niet nog een keer wil.

Door Wijers’ beleid liep de afgelopen vier jaar één rode draad: zorgen dat het Nederlands bedrijfsleven veel meer geld uittrekt voor research & development. Kort na zijn aantreden luidde Wijers samen met de collega’s Ritzen en Van Aartsen hierover de noodklok in de nota ‘Kennis in Beweging’. De Nederlandse R&D-uitgaven waren volgens de bewindslieden tot ver onder het gemiddelde van de geïndustrialiseerde wereld gedaald.

Een lange stroom aan maatregelen volgde: de wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk, de technostartersfondsen, belastingvoordelen voor scholing van personeel en extra budget voor de Stichting Technische Wetenschappen (STW). Samen met Ritzen richtte Wijers de stichting Axis op. Die krijgt veertig miljoen aan overheidsgeld om te zorgen dat meer scholieren voor een exacte studie kiezen.

Vooral de TU’s profiteerden van Wijers inmenging in het hoger onderwijs. Dat geldt zeker voor Wijers belangrijkste wapenfeit op technologiegebied: de oprichting van de vier technologische topinstituten (tti’s). De drie tu’s en de Landbouwuniversiteit Wageningen hebben elk één tti onder hun beheer. Deze vier samenwerkingverbanden tussen bedrijven en universiteiten krijgen ieder jaarlijks ruim tien miljoen gulden van de overheid toegeschoven.

Geen wonder dat Wijers’ wapenfeiten door de TU’s geroemd worden. ,,Het is belangrijk dat economische zaken en het wetenschapsbeleid nauwkeurig op elkaar worden afgestemd. Ik hoop dat de volgende minister van EZ deze lijn voortzet en net als Wijers goede relaties opbouwt met de kennisinstellingen”, aldus de Twentse beleidsmedewerker drs. L.J. van Loon.

Ondanks alle juichkreten heeft Wijers zijn doelstellingen nog nauwelijk gerealiseerd. Zo zijn de R&D-investeringen van het Nederlands bedrijfsleven weliswaar iets gestegen, maar ze zijn nog altijd ver beneden het peil van de rest van de westerse wereld. En op ICT-gebied is Nederland nog niet de koploper waarvan Wijers droomt. ,,Wat er op ICT-gebied in het onderwijs gebeurt, komt vooral van onderaf. De sturing van bovenaf heeft nog nauwelijks wat opgeleverd”, aldus Surfnet-directeur dr. B. Nederkoorn.

De TU’s hopen in de komende kabinetsperiode niet alleen Wijers’ aangereikte vinger, maar een hand te pakken. Onlangs presenteerden zij hun eigen poldermodel voor technologie. Ze willen een technologiefonds met daarin 750 miljoen voor onderzoek, ‘geïnspireerd door maatschappelijk-economische vraagstukken’.

Van de minister van Onderwijs hoeven de TU’s weinig heil te verwachten. Hij is er eenvoudigweg te arm voor, en heeft nu al de grootste moeite de jaloerse alfa- en gammawetenschappen koest te houden. De hoop van de tu’s is daarom gericht op de nieuwe minister van EZ.

Door Wijers’ beleid liep de afgelopen vier jaar één rode draad: zorgen dat het Nederlands bedrijfsleven veel meer geld uittrekt voor research & development. Kort na zijn aantreden luidde Wijers samen met de collega’s Ritzen en Van Aartsen hierover de noodklok in de nota ‘Kennis in Beweging’. De Nederlandse R&D-uitgaven waren volgens de bewindslieden tot ver onder het gemiddelde van de geïndustrialiseerde wereld gedaald.

Een lange stroom aan maatregelen volgde: de wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk, de technostartersfondsen, belastingvoordelen voor scholing van personeel en extra budget voor de Stichting Technische Wetenschappen (STW). Samen met Ritzen richtte Wijers de stichting Axis op. Die krijgt veertig miljoen aan overheidsgeld om te zorgen dat meer scholieren voor een exacte studie kiezen.

Vooral de TU’s profiteerden van Wijers inmenging in het hoger onderwijs. Dat geldt zeker voor Wijers belangrijkste wapenfeit op technologiegebied: de oprichting van de vier technologische topinstituten (tti’s). De drie tu’s en de Landbouwuniversiteit Wageningen hebben elk één tti onder hun beheer. Deze vier samenwerkingverbanden tussen bedrijven en universiteiten krijgen ieder jaarlijks ruim tien miljoen gulden van de overheid toegeschoven.

Geen wonder dat Wijers’ wapenfeiten door de TU’s geroemd worden. ,,Het is belangrijk dat economische zaken en het wetenschapsbeleid nauwkeurig op elkaar worden afgestemd. Ik hoop dat de volgende minister van EZ deze lijn voortzet en net als Wijers goede relaties opbouwt met de kennisinstellingen”, aldus de Twentse beleidsmedewerker drs. L.J. van Loon.

Ondanks alle juichkreten heeft Wijers zijn doelstellingen nog nauwelijk gerealiseerd. Zo zijn de R&D-investeringen van het Nederlands bedrijfsleven weliswaar iets gestegen, maar ze zijn nog altijd ver beneden het peil van de rest van de westerse wereld. En op ICT-gebied is Nederland nog niet de koploper waarvan Wijers droomt. ,,Wat er op ICT-gebied in het onderwijs gebeurt, komt vooral van onderaf. De sturing van bovenaf heeft nog nauwelijks wat opgeleverd”, aldus Surfnet-directeur dr. B. Nederkoorn.

De TU’s hopen in de komende kabinetsperiode niet alleen Wijers’ aangereikte vinger, maar een hand te pakken. Onlangs presenteerden zij hun eigen poldermodel voor technologie. Ze willen een technologiefonds met daarin 750 miljoen voor onderzoek, ‘geïnspireerd door maatschappelijk-economische vraagstukken’.

Van de minister van Onderwijs hoeven de TU’s weinig heil te verwachten. Hij is er eenvoudigweg te arm voor, en heeft nu al de grootste moeite de jaloerse alfa- en gammawetenschappen koest te houden. De hoop van de tu’s is daarom gericht op de nieuwe minister van EZ.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.