Verschil in richtlijnen voor co-auteurschap, de carrièreladder van vrouwen, datagebruik versus privacy. TU-hoogleraar Sabine Roeser vertelt over haar concept voor een herzien integriteitsbeleid van de TU Delft: “Uiteindelijk gaat het om bewustwording.”
Een commissie onder leiding van prof.dr. Sabine Roeser heeft het integriteitsbeleid van de TU Delft onder de loep genomen. Afgelopen woensdag 4 juli konden medewerkers en studenten tijdens een werkconferentie feedback geven op het concept Vision on Integrity TU Delft 2018-2024.
De huidige Code of Ethics uit 2012 was volgens Roeser door ‘voortschrijdend inzicht’ aan herziening toe. Bovendien verschijnt binnenkort een verscherpte gedragscode wetenschappelijke integriteit van de VSNU en heeft de TU een nieuwe strategische visie waarin de kernwaarden diversiteit en inclusiviteit centraal staan. Onderdeel van de nieuwe visie is een A4’tje met ‘kernwaarden die iedereen even moet bekijken’.
Wat zijn de belangrijkste kernwaarden?
“De eerste is dat iedereen aan de TU Delft, of je nu medewerker of student bent, iedereen met respect bejegent. Ongeacht sociaal-economische, culturele en religieuze achtergrond, seksuele geaardheid en gender. Dat is wederzijds. Je kunt bijvoorbeeld niet een beroep doen op je religieuze achtergrond als je vrouwen niet serieus neemt.”
Ik zie u een handgebaar maken. Doelt u op vrouwen een hand geven?
“Ja, dat was een voorbeeld dat ter sprake kwam. Er zijn mensen die zeggen te zijn opgevoed met het idee dat het respectloos is om een vrouw aan te raken. Dan heb je het in ieder geval over respect. Zo kun je hier misschien over in gesprek gaan.”
De commissie heeft het over academische, sociale en organisatorische integriteit. Wat zijn jullie belangrijkste aanbevelingen voor academische integriteit?
“Promovendi ervaren allerlei dilemma’s in het begeleidingstraject, bijvoorbeeld over richtlijnen voor auteurschap. Dat verschilt per vakgebied en per vakgroep. In de geesteswetenschappen, waar ik vandaan kom, ben je alleen maar coauteur als je letterlijk aan een artikel mee hebt geschreven. Als je intensieve begeleiding hebt gegeven word je, als je geluk hebt, in een voetnoot bedankt. In andere vakgebieden wordt degene die de grant heeft binnengehaald coauteur, ook al heeft hij dat paper niet gelezen. Dat zijn verschillende normen en het is goed om daar van te voren helder over te zijn.”
Gaan die verschillen in auteurschap verdwijnen?
“Dat lijkt me onmogelijk, maar je moet op zijn minst afbakenen wat minimumeisen zijn. Bepaalde dingen zijn echt een no go. Onderling uitruilen van auteurschap is een exces en het lijkt me evident dat dat niet moet mogen. Het kan zijn dat je een spectrum aangeeft, maar houd er dan rekening mee in een benoemingsadviescommissie of selectiecommissie als je mensen uit andere vakgebieden beoordeelt. Ik zie vaak dat mensen klakkeloos de normen van hun eigen discipline toepassen op andere disciplines. Je kunt daardoor carrières maken of breken.”
Welke no go’s ziet u nog meer binnen de academische integriteit?
“Data fingeren, data van je promovendi zelf publiceren zonder dat af te stemmen met de betreffende PhD-student en zonder diegene coauteur te maken. Je ziet nu door extreme cases zoals die van Diederik Stapel dat er toch meer rekenschap afgelegd moet worden. Je hebt nu de open en fair science beweging, waarbij je je data ter beschikking moet stellen. Data moeten traceerbaar en transparant zijn en dat roept tegelijk interessante dilemma’s op, want hoe zit het dan met human research ethics – onderzoek met mensen – en privacy? Voldoen we aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming? Data stewards en de Human Research Ethics Committee aan de TU controleren dat gezamenlijk en geven onderzoekers advies.”
Wat zijn belangrijke punten bij sociale integriteit?
“Diversiteit en inclusiviteit stonden in de geldende Code of Ethics niet expliciet centraal. Dat kunnen wij nu een prominente plek geven in het eerste principe van het integriteitstatement. Er zijn mooie initiatieven zoals het Delft Technology Fellowship waarmee we tamelijk uniek zijn in de wereld. Het lijkt me goed het bewustzijn over diversiteit en inclusiviteit veel explicieter in alle lagen van de organisatie aan de orde te laten komen. Mensen moeten echt op de hoogte zijn van empirische studies rondom gender gap en leaky pipeline, het wereldwijde verschijnsel dat het percentage vrouwen op elk niveau van de promotieladder lager wordt. Uit empirische studies blijkt dat vrouwen met dezelfde kwaliteiten als mannen minder goed worden beoordeeld. Een veel gehoord argument tegen quota of stimuleringsmaatregelen is dat het om kwaliteit moet gaan en dat je niet een excuus-Truus wilt zijn. Je kunt het ook omdraaien en zeggen dat het probleem is dat een man met dezelfde kwalificatie nog steeds betere kansen heeft dan een vrouw.”
Wat vindt u de no go’s binnen de sociale integriteit?
“Ik denk dat we aan de TU Delft heel duidelijk moeten zijn dat iedereen respectvol wordt behandeld. Dat mensen zich volkomen vrij kunnen voelen, dat het geen issue moet zijn of je nou hetero of homo of wat dan ook bent, het moet gewoon vanzelfsprekend zijn dat dat geaccepteerd wordt. Soms denken mensen dat je het daar niet over hoeft te hebben want ‘dat is toch vanzelfsprekend?’ Helaas is dat niet zo. Hetzelfde geldt voor gendergelijkheid. In een ideale wereld hoeven we het daar niet meer over te hebben, maar op weg daar naartoe moeten we juist heel bewust hiermee bezig zijn.”
Wat verstaan jullie onder organisatorische integriteit?
“Nevenwerkzaamheden bijvoorbeeld. In 2013 bij de bewustwordingssessies over de toen nieuwe Code of Ethics ging het veel over spin-off bedrijven, intellectueel eigendom en nevenwerkzaamheden. Daar hebben we nu goede regelingen voor, maar iets wat wij zouden willen aanscherpen is de regeling voor het gebruik van ict-faciliteiten. Er is al een Code of Conduct voor. Het gaat erom dat je de faciliteiten op een verantwoorde manier gebruikt. Die regeling moet goed vindbaar, helder en bekend zijn. Verder stellen we voor dat je, als je met data werkt, van tevoren moet aangeven waarvoor je de data gebruikt en dat je ze niet gaat misbruiken en delen met onbevoegden. Als je data van studenten en medewerkers verzamelt zouden zij bovendien, afhankelijk van het soort gebruik, toestemming moeten geven.”
Zijn er sancties?
“Dat gaat weer een stap verder en is iets voor de uitwerking. De commissie wetenschappelijke integriteit kan onderzoek doen. Er is een klachtencommissie ongewenst gedrag en er is ook een voorstel om een pilot te doen met een ombudsman die een onderzoek zou kunnen starten als dingen echt misgaan.”
Hoe wil de TU ervoor zorgen dat mensen zich hieraan houden?
“Op zijn minst moeten procedures en regels vindbaar, helder en coherent zijn, maar uiteindelijk gaat het om bewustwording. Zorg dat je elk jaar op alle niveaus in de organisatie een integriteitsonderwerp op de agenda hebt. Bij veel grote multinationals doorlopen mensen standaard elk jaar een integriteitstraining. Ze moeten een test doen en iets tekenen. Wij bevelen voorzichtig aan om dat te verkennen en daar zijn de meningen behoorlijk over verdeeld. Voor zover het gaat over iets tekenen en trainingen doorlopen, zeggen wij: houd er rekening mee dat het doel bewustwording is en niet een bureaucratisch gedrocht dat over mensen wordt uitgestort.”
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
c.j.c.vanuffelen@tudelft.nl
Comments are closed.