De universiteit trekt 72.500 euro uit voor een proef met laptops en een draadloos netwerk bij de faculteit OCP. De pilot moet de basis vormen voor een gefaseerde, TU-brede invoering van dit systeem in het studiejaar 2005-2006.
De universiteit praat momenteel met een consortium bestaande uit de bedrijven Cisco, T-Mobile en IBM over de uitvoering van de pilot, die volgend studiejaar van start moet gaan. Het consortium is bereid te investeren in de levering en de installatie van een aantal accesspoints en korting te geven op latere leveringen.
Het is de bedoeling dat deze draadloze voorzieningen binnen afzienbare tijd worden aangelegd, maar het is nog niet gekomen tot een officiële overeenkomst. Volgens projectleider drs. Beatrijs Weimar wordt er ook nog gekeken wat andere leveranciers te bieden hebben, maar wordt er wel vanuit gegaan dat de afspraken met Cisco, T-Mobile en IBM doorgaan.
Over een aantal punten moet nog gedacht worden, aldus Weimar. Bijvoorbeeld over de vraag wat voor soort laptops nodig zijn. Of over hoeveel studenten aan de proef kunnen meedoen. “Wij willen vijftig tot honderd studenten, maar daar moet nog over gepraat worden”, vertelt Weimar.
De universiteit steekt 12.500 euro in netwerkvoorzieningen. Zestigduizend euro is nodig voor het vrijmaken van één fte voor de uitvoering van de pilot. “Dat is wat de universiteit investeert, maar de laptops moeten ook nog gekocht worden, door de studenten. We willen hen wel een aantrekkelijk aanbod kunnen doen, bijvoorbeeld in de vorm van een betalingsregeling.”
De voordelen van het invoeren van een draadloos netwerk in combinatie met laptops zijn volgens de projectgroep vooral van bedrijfseconomische aard. In zijn voorstel schrijft de projectgroep over een besparing van ruimtes door een afnemende ‘behoefte aan dure computerzalen voor studenten’.
Op de lange termijn ziet de projectgroep ook onderwijskundige voordelen. Het kernwoord is volgens het voorstel flexibilisering: er zijn ‘meer onderwijsvormen mogelijk in dezelfde ruimte’ en er is ‘meer interactie’.
De projectgroep houdt bij de onderhandelingen en tijdens de proef ook de nadelen in de gaten. De proef wordt geslaagd geacht als onder meer ‘de beveiliging van het netwerk voldoende kan worden gegarandeerd’ en ‘de mogelijkheden om rsi te voorkomen, en de verantwoordelijkheid van de TUD in deze, helder in kaart zijn gebracht’.
‘Er zijn meer onderwijsvormen mogelijk in dezelfde ruimte en er is meer interactie’
De universiteit praat momenteel met een consortium bestaande uit de bedrijven Cisco, T-Mobile en IBM over de uitvoering van de pilot, die volgend studiejaar van start moet gaan. Het consortium is bereid te investeren in de levering en de installatie van een aantal accesspoints en korting te geven op latere leveringen.
Het is de bedoeling dat deze draadloze voorzieningen binnen afzienbare tijd worden aangelegd, maar het is nog niet gekomen tot een officiële overeenkomst. Volgens projectleider drs. Beatrijs Weimar wordt er ook nog gekeken wat andere leveranciers te bieden hebben, maar wordt er wel vanuit gegaan dat de afspraken met Cisco, T-Mobile en IBM doorgaan.
Over een aantal punten moet nog gedacht worden, aldus Weimar. Bijvoorbeeld over de vraag wat voor soort laptops nodig zijn. Of over hoeveel studenten aan de proef kunnen meedoen. “Wij willen vijftig tot honderd studenten, maar daar moet nog over gepraat worden”, vertelt Weimar.
De universiteit steekt 12.500 euro in netwerkvoorzieningen. Zestigduizend euro is nodig voor het vrijmaken van één fte voor de uitvoering van de pilot. “Dat is wat de universiteit investeert, maar de laptops moeten ook nog gekocht worden, door de studenten. We willen hen wel een aantrekkelijk aanbod kunnen doen, bijvoorbeeld in de vorm van een betalingsregeling.”
De voordelen van het invoeren van een draadloos netwerk in combinatie met laptops zijn volgens de projectgroep vooral van bedrijfseconomische aard. In zijn voorstel schrijft de projectgroep over een besparing van ruimtes door een afnemende ‘behoefte aan dure computerzalen voor studenten’.
Op de lange termijn ziet de projectgroep ook onderwijskundige voordelen. Het kernwoord is volgens het voorstel flexibilisering: er zijn ‘meer onderwijsvormen mogelijk in dezelfde ruimte’ en er is ‘meer interactie’.
De projectgroep houdt bij de onderhandelingen en tijdens de proef ook de nadelen in de gaten. De proef wordt geslaagd geacht als onder meer ‘de beveiliging van het netwerk voldoende kan worden gegarandeerd’ en ‘de mogelijkheden om rsi te voorkomen, en de verantwoordelijkheid van de TUD in deze, helder in kaart zijn gebracht’.
‘Er zijn meer onderwijsvormen mogelijk in dezelfde ruimte en er is meer interactie’
Comments are closed.