Onderwijs

TU reikt radiotherapeuten helpende hand

De TU heeft aangeboden een deel van de productie van medische isotopen over te nemen van de kernreactor in Petten. Die gaat vanaf maart een half jaar dicht, waardoor er een tekort dreigt te ontstaan.

Isotopenproductie

Medische radio-isotopen worden door ziekenhuizen gebruikt voor het opsporen en genezen van ziekten als kanker. Ze ontstaan nadat een grondstof, gewoonlijk een metaal of oxide, radioactief is gemaakt, bijvoorbeeld in een nucleaire reactor. Ze worden door de farmaceutische industrie verwerkt tot radioactieve geneesmiddelen, die maar voor korte tijd werkzaam zijn. Vandaar dat er geen voorraden kunnen worden aangelegd en er snel tekorten ontstaan.

De onderzoeksreactor van de TU Delft kan een deel van de Pettense productie overnemen en de levering aan Nederlandse ziekenhuizen veiligstellen. Het belangrijke medische isotoop molybdeen-99, gebruikt voor het opsporen van tumoren, is volgens het Reactor Instituut “vrij simpel en veilig” te produceren.

Omdat het aantal producenten van medische isotopen klein is en de levering kwetsbaar, onderzoekt de TU alternatieve productiemethoden die in kleinere reactoren kunnen plaatsvinden. Ook de Delftse reactor moet na wat aanpassingen breder inzetbaar worden.

De TU Delft heeft met diverse overheden overleg. Een woordvoerder benadrukt dat het Reactor Instituut alleen met de productie begint als daaraan voldoende behoefte bestaat. “Een reactor die medische isotopen produceert, heeft minder onderzoekscapaciteit – dat is de keerzijde van het verhaal.”

Welke twee mensen er in de commissie komen is nog niet bekendgemaakt, maar zij zullen zich richten op de afdeling geotechnologie. Vorig jaar onderzocht een commissie onder leiding van prof.ir. Jan Stuip of civiel goed aansluit op toekomstige ontwikkelingen in de sector. Deze commissie keek niet naar geotechnologie.
Vanwege financiële problemen moet civiele techniek een andere koers gaan varen. Sinds 2003 is het overheidsgeld (eerste geldstroom) voor de faculteit met 22 procent gedaald van 39,2 miljoen euro naar 30,6 miljoen in 2009. De kosten stegen met veertien procent, ofwel ongeveer vijf miljoen euro. De inkomsten en uitgaven voor onderzoeksprojecten bleven met ongeveer vijftien miljoen euro per jaar gelijk.
De Quelerij wil weten welke leerstoelen van de afdeling geotechnologie absoluut nodig zijn voor het in stand houden van opleiding en onderzoek. Deze wil hij aanmerken als ‘kernleerstoelen’ gefinancierd uit overheidsgeld.
De commissie onderzoekt ook welke leerstoelen ‘sponsorleerstoelen’ kunnen zijn. Die leerstoelen zouden alleen kunnen blijven als de sector daar geld voor beschikbaar stelt (derde geldstroom). Tevens wil de decaan van de commissie horen welke (bijna) vacante leerstoelen de hoogste prioriteit verdienen.
Net als de commissie-Stuip onderzoekt de vierde club hoe het verder moet met de laboratoria. Die vormen een flinke kostenpost. De commissie houdt daarbij rekening met de mogelijkheden van uitbesteding en samenwerking met andere universiteiten, bedrijven en Europese instellingen. Ook onderzoekt zij welke mogelijkheden er zijn om de inkomsten van de faculteit en de laboratoria te verhogen. Stuip concludeerde eerder onder meer dat onderzoek op het bouwlab beter elders kan worden gedaan en dat samenhang binnen en tussen afdelingen ontbreekt.
Een commissie onder leiding van dr.ir. Arjan van Binsbergen concludeerde onder meer dat medewerkers op de afdeling transport & planning onvoldoende samenwerken. Een commissie onder leiding van prof.dr.ir. Jan Rots zag mogelijkheden tot samenwerking met bouwkunde via dubbelbenoemingen en het gezamenlijk aanbieden van vakken.

Isotopenproductie

Medische radio-isotopen worden door ziekenhuizen gebruikt voor het opsporen en genezen van ziekten als kanker. Ze ontstaan nadat een grondstof, gewoonlijk een metaal of oxide, radioactief is gemaakt, bijvoorbeeld in een nucleaire reactor. Ze worden door de farmaceutische industrie verwerkt tot radioactieve geneesmiddelen, die maar voor korte tijd werkzaam zijn. Vandaar dat er geen voorraden kunnen worden aangelegd en er snel tekorten ontstaan.

De onderzoeksreactor van de TU Delft kan een deel van de Pettense productie overnemen en de levering aan Nederlandse ziekenhuizen veiligstellen. Het belangrijke medische isotoop molybdeen-99, gebruikt voor het opsporen van tumoren, is volgens het Reactor Instituut “vrij simpel en veilig” te produceren.

Omdat het aantal producenten van medische isotopen klein is en de levering kwetsbaar, onderzoekt de TU alternatieve productiemethoden die in kleinere reactoren kunnen plaatsvinden. Ook de Delftse reactor moet na wat aanpassingen breder inzetbaar worden.

De TU Delft heeft met diverse overheden overleg. Een woordvoerder benadrukt dat het Reactor Instituut alleen met de productie begint als daaraan voldoende behoefte bestaat. “Een reactor die medische isotopen produceert, heeft minder onderzoekscapaciteit – dat is de keerzijde van het verhaal.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.