TBM-onderzoeker Angelo Vermeulen zat bij de laatste 6 procent voor de selectie tot ESA-astronaut. Uiteindelijk werd hij het niet. Waarom deed hij mee?
Als ruimtevaartonderzoeker en bioloog aan de TU ontwerpt Angelo Vermeulen ecosystemen voor een langdurig verblijf in de ruimte. Maar hij is ook kunstenaar én aspirant-astronaut. In 2013 deed hij mee aan een simulatie-experiment van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA voor ruimtereizen naar Mars.
Vorig jaar gaf hij zich als een van de bijna 23 duizend deelnemers op voor de astronautenselectie van ESA, de Europese tegenhanger van NASA. Hij overleefde – met slechts 6 procent van de deelnemers – de eerste procedure, maar strandde in de tweede selectieronde.
Waar komt jouw interesse voor ruimtereizen vandaan?
“Die interesse heb ik altijd al gehad. Als kind was ik gefascineerd door ruimtereizen en biologie. Daar las ik veel over. En op mijn twaalfde startte ik met een vriend een wetenschappelijk tijdschrift, dat ik kopieerde en op school verkocht. Het eerste artikel dat ik toen schreef, ging over de ontwikkeling van ruimtepakken voor astronauten. Dus het zit er wel echt heel diep in.
Het serieuze idee dat ik astronaut wil worden is eigenlijk veel recenter gekomen. Ik ben biologie gaan studeren en heb een proefschrift geschreven. Tegelijk begon ik aan een studie fotografie. Dat is uitgegroeid tot een kunstpraktijk. Ik combineer kunst, biologie en technologie. De ene dag ben ik in een museum om een tentoonstelling op te bouwen, de andere dag werk ik op de TU aan computersimulaties.”
Hoe ben je alsnog in de ruimtevaart beland?
“Mijn eerste stap in de ruimtevaart ging heel onverwacht. In mijn kunst begon ik vrij snel mijn wetenschappelijke achtergrond te verwerken. Zo maakte ik bijvoorbeeld futuristische installaties met gerecyclede computers die werden verbonden met planten en eencellige algen. Dit project presenteerde ik over de hele wereld.”
“De oprichter van een van de ESA-onderzoeksprogramma’s, Max Mergeay, zag mijn werk in 2008, tijdens een presentatiemiddag in Brussel. Hij werkte aan het MELiSSA-systeem, een circulair ecosysteem in de ruimte dat de mens in leven houdt. Mergeay vond mijn installatie zo boeiend dat hij wilde samenwerken.
Door contact met die onderzoeksgroep ben ik geïnteresseerd geraakt in ruimtevaart. Jammer genoeg was de nieuwe selectie van astronauten net voorbij, dus het was wachten tot de volgende ronde in 2021.”
Wat deed je in de tussentijd?
“Ik zag een open oproep op een website voor ruimtevaartnieuws voor de HI-SEAS-missie. Dat is een Amerikaanse Mars-simulatie op Hawaï. Er reageerden iets meer dan zevenhonderd kandidaten, maar na een reeks selecties ben ik met vijf anderen gekozen.
Die simulatie was een aparte ervaring. Je zit opgesloten met andere mensen die je dan goed leert kennen. Als gezagvoerder had ik de taak om de groep samen te houden. Zo organiseerde ik momenten waarin we de ervaringen deelden van de afgelopen week, hoe je daarmee was omgegaan. Ik heb tijdens die missie ontzettend veel geleerd over leiderschap.”
Het ging om een simulatie. Hoe zorgden jullie ervoor dat het echt leek?
“Dat was een uitdaging. Je wordt voortdurend geconfronteerd met het feit dat het fake is. Aan de buitenkant is het verblijf een witte koepel, maar aan de binnenkant is het heel gewoon, met tafels en bedden van Walmart en Ikea. En wanneer je naar buiten ging, zag je natuurlijk de blauwe lucht en zag je weleens een vogel voorbijvliegen.”
“Gelukkig hebben we geen andere mensen gezien buiten de ruimtebasis. We zaten heel afgelegen aan de voet van een vulkaan in Hawaï. Wanneer er spullen werden geleverd, werd een scenario bedacht waarbij die spullen waren ‘geland’ op het oppervlak van Mars. We moesten naar buiten om ze te halen, maar pas zodra we de vrachtwagen niet meer konden zien.”
In 2021 kwam je volgende kans: het astronautentrainingsprogramma van ESA. Hoe ging de selectie?
“In tegenstelling tot NASA zoekt ESA niet elke vier jaar nieuwe astronauten. Ik zat met mijn 49 jaar wel tegen de leeftijdsgrens. Je merkt dat ook aan de groep die nu definitief geselecteerd is: die zijn allemaal begin dertig. Maar ik wilde het toch proberen.
Voor die procedure moet je zes stadia door. Het eerste is een screening op de basiszaken. Bij dat stadium wordt een longlist van zo’n 17 duizend kandidaten gemaakt uit de 23 duizend aanmeldingen. Daarvan valt in het tweede stadium met vragenlijsten zo’n 92 procent af. Ik zat er nog wel bij.
Met de overgebleven 1400 kandidaten volgt een derde fase in Hamburg, de groepsfase. In groepen van honderd kandidaten zijn we cognitief, motorisch en op onze persoonlijkheid getest. Dat is waar ik afviel. Waarom precies, dat vertellen ze niet.”
Wat dacht je toen hoorde dat je niet door was?
“Ik wist eigenlijk al dat ik geen ESA-astronaut zou worden. Ik zit nu eenmaal aan die leeftijdsgrens. Maar natuurlijk had ik graag een stapje verder gewild in de selectie. Aan de ene kant hoopte ik om collega’s te leren kennen, aan de andere kant hoopte ik meer te begrijpen wat men zoekt in een astronaut en hoe men test.”
Voor mijn werk voor de TU Delft denk ik na over de toekomst van de mens in de ruimte. Ik ontwerp virtuele ecosystemen en leefomgevingen voor langdurige verblijven van de mens in de ruimte. Die moeten zichzelf draaiende kunnen houden, grondstoffen moeten ter plekke gebruikt kunnen worden. Het is wat abstract, maar voor mij is het inzicht in hoe je astronaut wordt daar een onderdeel van.”
Wat vind je van de selectie die wél naar de ruimte gaat?
“De laatste dertig of veertig kandidaten zijn allemaal ongeveer even goed. Zij hebben alle testen doorstaan. Maar er speelt een politieke lobby. Er kunnen bijvoorbeeld geen tien Fransen tussen zitten. Er zijn zeventien astronauten geselecteerd, van wie bijna de helft uit vrouwen bestaat. Dat is heel vooruitstrevend voor de ruimtevaartsector.”
Tegen de NOS zei je: ik geef mijn ruimtevaartambities niet op. Waar zit je aan te denken?
“Een carriëre bij de ESA zit er niet meer in, maar er bestaan commerciële vluchten en er zijn verschillende commerciële ruimtestations in ontwikkeling. Daar zijn misschien opties. Al is dat meer een droom dan een concreet plan.”
Lees ook:
- Op reis tussen de sterren over de starships die Vermeulen ontwerpt
- Koken op Mars over Vermeulens’ verwachtingen vóór zijn Marsexpeditie in 2013
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
K.S.vanderWal@tudelft.nl
Comments are closed.