Campus
Architectuurhistoricus Herman van Bergeijk

TU-gebouwen met monumentenstatus: ‘Je kunt niet alles bewaren’

Het gebouw van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI) is genomineerd als nieuw rijksmonument. De TU Delft heeft meer monumenten onder zijn hoede. Wat maakt een gebouw het waard om behouden te blijven voor de toekomst? Een rondje over de campus met gepensioneerd architectuurhistoricus Herman van Bergeijk.

(Foto: Thomas Zwart)

We beginnen de tour bij de aula. Voor veel studenten en medewerkers is een bezoek aan dit gebouw letterlijk dagelijkse kost. Niet vanwege de zalen, maar vanwege het restaurant op de begane grond. Het opvallende gebouw is deze zaterdag 13 september voor iedereen toegankelijk in het kader van Open Monumentendag, met het toepasselijke thema ‘Erfgoed en Architectuur’; Gebouw(d) om te blijven’.

De aula is een toonbeeld van Nederlands brutalisme, zo is te lezen in de Delftse erfgoedgids. “Oorspronkelijk zou er nog een toren bovenop komen, dat is niet doorgegaan wegens te hoge kosten”, legt Van Bergeijk uit. De ervaren architectuurhistoricus kan als voormalig TU Delft-docent de campusgeschiedenis en de waarde van de universiteitsgebouwen uit eerste hand duiden. Het lijkt misschien een puur functioneel gebouw, maar er is wel degelijk versiering. Hij noemt de steunpilaren ‘de pootjes van de kikker’ die zijn ‘gearticuleerd’, er zit vorm in. “Beton was een vernieuwend materiaal, symbool voor het geloof in vooruitgang.” Hij wijst op ronde vormen in het beton op de vingers die de grote zaal dragen. En de streepjes in het beton? Dat is een effect van de bekisting. “Dat geeft het iets tactiels, dat je het wil aanraken”, aldus Van Bergeijk.

‘Sacraal. Het heeft iets weg van een kathedraal, een kathedraal voor de wetenschap’

Binnen in de aula moet je eerst twee treden op. “Om je afstand te laten nemen van het wereldse. Je gaat naar boven in de wereld van de wetenschap.” Van Bergeijk streelt liefkozend over een gegroefde zuil. “Sacraal. Het heeft iets weg van een kathedraal, een kathedraal voor de wetenschap. De toegangspoort voor de TU-wijk.” Van Bergeijk wijst alweer op het volgende. “Kijk dat trappenhuis, die prachtige diagonale lijnen.” De vele opvallende trappen geven het gebouw volgens Van Bergeijk iets heuvelachtigs. Mooi om te zien, maar minder praktisch voor bijvoorbeeld rolstoelgebruikers. Daar werd in de tijd van het ontwerp weinig rekening mee gehouden. Tijdens de open monumentendag is het gebouw wel geopend voor mensen met mobiliteitsbeperking.

De in het oog springende betonnen trappen aan de buitenkant van het gebouw dienen op dit moment alleen als nooduitgang. Ook de opvallende balkons zijn afgesloten. “Dat is jammer aan de huidige tijd, de universiteit kan niet het open instituut zijn wat het zou willen zijn”, aldus Van Bergeijk.

Open Monumentendag Delft

In het weekend van 13 en 14 september zijn 48 Delftse monumenten toegankelijk voor publiek, waaronder een aantal met een TU-tintje (let op, ze zijn niet allemaal op beide dagen open).

  • Roeivereniging Laga: het eerste gebouw in Nederland speciaal ontworpen voor roeisport. Amsterdamse stijl (1925/1926). Adres: Nieuwe Laan 53
  • Hortus Botanicus: tuin (1917) met kassencomplex (1922) voor kweek van en onderzoek naar tropische gewassen. Adres: Poortlandplein 6
  • Sociëteit Sint Jansbrug: voormalig brouwerij (rond 1600). Adres: Oude Delft 50-52
  • Gebouw voor geodesie: voormalig TU-gebouw, neogotisch en neorenaissance (1892-1895). Adres: Kanaalweg 4
  • Haskoning kantoor: voormalig TU-gebouw voor mijnbouwkunde. Neorenaissancestijl (1906-1912). Adres: Mijnbouwstraat 120
  • Aula TU Delft: toonaangevend voorbeeld van brutalisme (1960-1966). Adres: Mekelweg 5
Halfhartig

We lopen verder over de campus langs het gebouw van Mechanical Engineering, tegenover de aula. “Na de Tweede Wereldoorlog wilde de TU Delft technologische en maatschappelijke vooruitgang laten zien. Deze gebouwen moesten dat illustreren. Typisch Nederlands dat het altijd een beetje halfhartig is.” De bouw verliep in fases, het ontwerp werd tussentijds aangepast aan de veranderende en groeiende behoeftes in onderwijs en onderzoek. “Er werd gewerkt met verschillende architecten. Je ziet dat meteen terug bij het gebouw hiertegenover, veel klassieker, minder sprekend.” Alleen de glazen trappenhuizen aan de zijkant vindt Van Bergeijk wel aardig. Toch is dit gebouw een gemeentelijk en rijksmonument. “Tja, we hebben langzamerhand zoveel monumenten, elk jaar worden er honderd iconen bijgebouwd.” Pleit hij nu voor minder iconisch, wat saaier bouwen? “Absoluut. Hoeveel monumenten verdraagt een stad?”

Bouwkunde is gebouwd rond 1920, de hoogtijdagen van de Amsterdamse School

Op naar het gebouw van Bouwkunde. Oorspronkelijk gebouwd als huisvesting voor de scheikundelabs. Herkenbaar aan de watertoren, noodzakelijk in het geval dat er brand zou uitbreken in een van de laboratoria. Van Bergeijk wijst op een ‘expressief gebruik van baksteen’ en mooi afgewerkte terracotta ornamenten, waar vroeger afvoerkanalen zaten voor de ventilatie van de labs. “Gebouwd rond 1920, het waren de hoogtijdagen van de Amsterdamse School. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er minder en soberder gebouwd wegens materiaalschaarste, nu was er weer meer ruimte voor dit soort decoratie.” Een representatief bouwwerk dat goed laat zien hoe de TU Delft vroeger wetenschap en onderwijs inrichtte, vindt Van Bergeijk.

 

toren van bouwkunde gebouw TU Delft
Bouwkunde is oorspronkelijk gebouwd als huisvesting voor scheikundelabs en herkenbaar aan de watertoren. (Foto: Thijs van Reeuwijk)

Binnen is er van alles gedaan om het gebouw geschikt te maken voor de faculteit Bouwkunde, die haar intrek nam nadat het oorspronkelijke gebouw in 2008 door brand volledig werd verwoest. Wat Van Bergeijk betreft is het geen succes. “Dit bouwwerk zegt voor mij: ik heb mijn beste tijd gehad. En ik heb ervan genoten. Maar ik ben gewoon geen architectuurgebouw. Architecten moeten kunnen aanrommelen met lijm en andere dingen, dit is veel te chique.”

Groot en ingetogen

En dan door naar EWI. Het hoogste gebouw van de campus, vanuit de hele stad te zien. Het gebouw drukt uit hoe technologie en wetenschap in de jaren zestig groeiden. De reacties op de nominatie van EWI tot rijksmonument lopen uiteen van enthousiast tot verbaasd. Wat zegt Van Bergeijk? “Het heeft een soort verfijning. Die dunne lijntjes, er zit een melodie in. Het gebouw is niet opdringerig, groot maar tegelijkertijd ingetogen. Het had stedenbouwkundig beter ingepast kunnen worden maar het is een uiting van individualisme. Het is een herkenningspunt.”

Gevel gebouw EWI TU Delft
Niet opdringerig maar een uiting van individualisme, vindt Van Bergeijk van EWI. (Foto: Thijs van Reeuwijk)

Terwijl we naar binnen lopen wijst Van Bergeijk op het patroon van stenen dat van buiten naar binnen doorloopt. “Dat staat voor openheid. Toegankelijk voor iedereen.”

Iets verderop stuiten we op werkzaamheden: onderhoudsmedewerker Amin Haddadi is druk met het herstel van lekkende rode radiatoren in de gang op de begane grond. ”Ik vind het een prachtig gebouw, heel mooi dat het nu op de lijst staat om rijksmonument te worden”, zegt hij met gepaste trots. Heeft het gevolgen voor het onderhoud als EWI ook echt rijksmonument wordt? “We zijn nu veel bezig met verduurzaming.” Haddadi tikt tegen het enkele glas in de gang. ”Ik weet niet wat er dan nog allemaal mag, ik denk dat we alles in originele staat moeten behouden.”

De rijksdienst voor cultureel erfgoed heeft al gezegd dat dat niet per se het geval is. Het gebouw moet gebruikt kunnen worden. Om dat zo goed mogelijk samen te laten gaan, gaan ze in overleg met de TU.

Terwijl we verder lopen door de lange gangen, wijst Van Bergeijk nog her en der op een bijzonder element zoals de plinten: “Het is een bijzonder gebouw, maar er zijn veel bijzondere gebouwen. Je kunt niet alles bewaren. De jeugd heeft het recht om zijn eigen helden te creëren. Er moet vooruitgang zijn. Dat betekent dat je niet alles moet balsemen. Elke generatie moet de mogelijkheid hebben om toch de volgende stap te zetten.”

Aula
  • Status: Gemeentelijk en rijksmonument
  • Architect: Van den Broek & Bakema
  • Gebouwd in: 1960-1966
  • Bijnaam: De kikker of de UFO
  • Huidige gebruik: Aula, congres/evenementenruimte, restaurant
  • Waarom monument: Toonbeeld Nederlands brutalisme
  • Oordeel Van Bergeijk: Mag blijven
Bouwkunde
  • Status: Rijksmonument
  • Architect: Gerard van Drecht
  • Gebouwd in: 1918–1923
  • Bijnaam: Rode scheikunde
  • Huidig gebruik: Faculteit Bouwkunde
  • Waarom monument: Robuust bakstenen complex in traditionalistische stijl met invloeden van Amsterdamse school. Lange tijd het scheikundegebouw van de TU Delft. Van 1955-2008 hoofdgebouw van de universiteit, met oa de afdelingen: bestuur, ict, communicatie en de redactie van Delta. Sinds 2008 thuisbasis Bouwkunde.
  • Oordeel Van Bergeijk: Dit bouwwerk zegt voor mij: ik heb mijn beste tijd gehad. En ik heb ervan genoten. Maar ik ben gewoon geen architectuurgebouw.
Mechanical Engineering (ME)
  • Status: Gemeentelijk en rijksmonument
  • Architect: Van der Steur en Drexhage
  • Gebouwd in: 1950–1957
  • Bijnaam: Tot 2024 heette de faculteit 3mE (Werktuigbouwkunde, Maritieme techniek en Materiaalwetenschappen)
  • Huidig gebruik: Faculteit Mechanical Engineering
  • Waarom monument: Veel staal, beton en glas, indrukwekkend modernistisch complex met grote hallen voor proefopstellingen. Functionele wederopbouwarchitectuur
  • Oordeel Van Bergeijk: Niet alles hoeft bewaard.
Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI)
  • Status: Gemeentelijk monument, genomineerd rijksmonument
  • Architect: Geert Drexhage
  • Gebouwd in: 1962–1972
  • Bijnaam: EWI (Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica)
  • Huidig gebruik: Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica
  • Waarom monument: Opvallend hoog gebouw, glazen klimaatgevel, functioneel modernistisch, met architectonische, cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarde beeldbepalend voor de TU-campus en de skyline van Delft.
  • Oordeel Van Bergeijk: Gebouwen moeten functioneel zijn. Zo niet: goed documenteren en dan tegen de vlakte en iets nieuws neerzetten.
Wetenschapsredacteur Edda Heinsman

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

E.Heinsman@tudelft.nl

Comments are closed.