De TU Delft en het Delftse Institute for Water Education (Unesco IHE) hebben gisteren een zogenaamd memorandum of understanding getekend, waarin hun samenwerkingsverbanden formeel zijn vastgelegd.
Share
Dat was onder meer nodig om onenigheden over geld, zoals die in het verleden volgens het hoofd van de TU-afdeling onderwijs, onderzoek, internationale relaties en technologie Marga Vintges ontstonden, te voorkomen. Zo was het nogal eens onduidelijk wie op moest draaien voor de kosten van een promovendus die voor het IHE werkte, maar aan de TU promoveerde.
Daarnaast moesten de contacten op het gebied van onderwijs worden aangehaald. “De samenwerking vond in het verleden veelal plaats op het niveau van hoogleraren en niet op bestuurlijk niveau, want daar zat het niet lekker. Dat moest veranderen, want we moeten met elkaar samenwerken en van harte”, aldus Vintges.
In het memorandum is nu precies vastgelegd op welke punten de TU en het IHE elkaar kunnen aanvullen en hoe ze dat gaan doen. Zo is afgesproken dat beide partijen hun best doen ‘kansen voor samenwerking te zoeken’, ‘waarbij personeel kan worden uitgewisseld, zowel voor onderzoek als voor onderwijs’.
Ook leggen de TU en het IHE zich erop toe ‘kansen te zoeken voor de deelname van studenten aan onderwijsmodules’ van de andere instelling. Die deelname moet begeleid worden en aan het einde van de rit moeten beide partijen ernaar streven om de behaalde studieresultaten te erkennen.
Daarnaast zullen de twee partijen als de kans zich voorzoet samen kortlopende cursussen geven, een gezamenlijke masteropleiding starten, samen onderzoek doen en onderzoeksvoorstellen opstellen.
De samenwerking op het gebied van promoties vindt plaats volgens het promotiereglement van de TU. Ook de financiën rondom zo’n promotie zijn geregeld, al is in detail niet uitgewerkt hoe dat moet. Financiële regelingen worden per promovendus afgesloten.
Om de invoering van de afspraken in het memorandum in goede banen te leiden, wijzen beide partijen één of meerdere vertegenwoordigers aan. Het memorandum is vijf jaar geldig. In het laatste jaar wordt de samenwerking geëvalueerd. (SB)
Dat was onder meer nodig om onenigheden over geld, zoals die in het verleden volgens het hoofd van de TU-afdeling onderwijs, onderzoek, internationale relaties en technologie Marga Vintges ontstonden, te voorkomen. Zo was het nogal eens onduidelijk wie op moest draaien voor de kosten van een promovendus die voor het IHE werkte, maar aan de TU promoveerde.
Daarnaast moesten de contacten op het gebied van onderwijs worden aangehaald. “De samenwerking vond in het verleden veelal plaats op het niveau van hoogleraren en niet op bestuurlijk niveau, want daar zat het niet lekker. Dat moest veranderen, want we moeten met elkaar samenwerken en van harte”, aldus Vintges.
In het memorandum is nu precies vastgelegd op welke punten de TU en het IHE elkaar kunnen aanvullen en hoe ze dat gaan doen. Zo is afgesproken dat beide partijen hun best doen ‘kansen voor samenwerking te zoeken’, ‘waarbij personeel kan worden uitgewisseld, zowel voor onderzoek als voor onderwijs’.
Ook leggen de TU en het IHE zich erop toe ‘kansen te zoeken voor de deelname van studenten aan onderwijsmodules’ van de andere instelling. Die deelname moet begeleid worden en aan het einde van de rit moeten beide partijen ernaar streven om de behaalde studieresultaten te erkennen.
Daarnaast zullen de twee partijen als de kans zich voorzoet samen kortlopende cursussen geven, een gezamenlijke masteropleiding starten, samen onderzoek doen en onderzoeksvoorstellen opstellen.
De samenwerking op het gebied van promoties vindt plaats volgens het promotiereglement van de TU. Ook de financiën rondom zo’n promotie zijn geregeld, al is in detail niet uitgewerkt hoe dat moet. Financiële regelingen worden per promovendus afgesloten.
Om de invoering van de afspraken in het memorandum in goede banen te leiden, wijzen beide partijen één of meerdere vertegenwoordigers aan. Het memorandum is vijf jaar geldig. In het laatste jaar wordt de samenwerking geëvalueerd. (SB)
Comments are closed.