Campus

TU-bibliotheek herleeft onder de zoden

Veertig kilometer boek verplaatsen, terwijl de uitleen gewoon doordraait. De bibliotheek bereidt zich al maanden voor op de grootste logistieke operatie uit haar geschiedenis.

Met het oude gebouw zet de bibliotheek tevens haar oude imago aan de kant. Een nieuwe filosofie voor de nationale technische bibliotheek van de 21e eeuw.

Iedereen heeft het gebouw langzaam zien groeien het afgelopen jaar. Het ontwerp van architectenbureau Mecanoo heeft zijn skelet inmiddels goeddeels aangenomen. Wat rest zijn de afwerking en de details, het veelbesproken grasdak bijvoorbeeld. De oplevering vindt volgens de plannen plaats op 10 oktober.

De verhuizing betekent voor de TU-bibliotheek veel meer dan een beter onderkomen. Door de snelle ontwikkelingen in de informatietechnologie veranderen tevens de functie en het uiterlijk van een bibliotheek. De kaartenbakken zijn al lang verdwenen, en van terminals schrikt niemand meer; maar de bibliotheek van de toekomst heeft veel meer in petto.

De bieb heeft de fysieke verhuizing aangegrepen om ook de organisatie en filosofie te wijzigen. ,,Een heel nieuw bibliotheek-concept wordt in het nieuwe gebouw manifest”, aldus drs. Jos Posthuma, tot 1 april jongstleden interim-directeur van de sector informatiebronnen.

Wat treft de bezoeker aan, als hij na Kerst ‘de kegel’ binnentreedt? De meest in het oog springende verandering is misschien het grote aantal studieplaatsen. Moeten studenten in de oude bieb zoeken of er tussen de ongeveer honderd plaatsen ergens nog een stek te vinden is, het nieuwe gebouw telt zo’n duizend studieplekken. Reinder Jan Zwart, directeur informatielogistiek, verwacht de verloren zonen terug die nu tijdens tentamenperiodes uitwijken naar de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en de bibliotheek van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. In het nieuwe gebouw is naast individuele plekken ook voorzien in groepsruimten, waar drie of vier studenten aan een project kunnen samenwerken.

Wat velen waarschijnlijk prettig zal verrassen zijn de open boekenwanden in de hal, waarin gewoon gesnuffeld kan worden. Een oud concept dat weer helemaal terug is. De tachtigduizend meest geleende boeken, voornamelijk de nieuwste uitgaven, staan hierin tot ieders beschikking. Deze boeken vormen nu ongeveer tachtig procent van alle uitleningen.
Serendipity

‘Hé, dit kan ik ook gebruiken’, moet er weer gepreveld worden tussen de boekenrekken. De meeste mensen blijken deze primitieve vorm van boeken zoeken toch het prettigst te vinden. Het heeft zelfs een moderne naam gekregen. Zwart: ,,Serendipity: ongezocht vinden.”

Trots is de bibliotheek op de zogenaamde personal composer, een zoekprogramma dat de organisatie samen met onder meer Hewlett Packard heeft ontwikkeld. Met de personal composer kanvolgens drs. Ronald Dekker op een ’transparante wijze’ informatie gezocht en verwerkt worden. Met één zoekopdracht kan de bezoeker in principe niet alleen wereldwijd alle bibliotheekcatalogi bereiken, maar ook grote databases, full-text-bestanden en Internetbronnen. In eerste instantie wordt de personal composer op zo’n honderdzeventig werkstations geïnstalleerd, later uitgebreid tot driehonderd.

Ook het eigen – sterk verouderde – AUBID-bibliotheeksysteem wordt volgend voorjaar vervangen. Daarnaast verruimt de bibliotheek haar openingstijden. De personal-composerfaciliteiten zijn tot tien of elf uur beschikbaar; wie boeken leent uit het open magazijn kan ook tot die tijd terecht. Nieuw is dat de bibliotheek op zondag van één tot vijf open zal zijn. Online is de bibliotheek overigens 24 uur per dag toegankelijk.

De uitlening en inname van boeken worden geautomatiseerd. Wie een boek (uit de open opstelling) pakt, kan daarmee naar een terminal lopen om het te lenen. Ook het terugbrengen doe je in de toekomst bij de machine. Deze personeelbesparende verandering komt er waarschijnlijk niet direct, maar wel zo snel mogelijk na het betrekken van het nieuwe gebouw.

Door alle verbeteringen en de lokatie in het hart van de TU-wijk verwacht de bibliotheek dat het aantal uitleningen fors zal stijgen.
Klantgericht

Acht werkgroepen zijn in het leven geroepen om de verhuizing en de daaraan gekoppelde organisatieverandering voor te bereiden. In de werkgroepen hebben personeelsleden van de bibliotheek zitting; de organisatie hoopt dat de veranderingen op deze wijze door brede lagen van het personeel gedragen worden. Posthuma is voorzitter van de werkgroep Personeel & Organisatie (P&O).

Volgens Posthuma werkt het personeel in de toekomst volgens ‘een heel nieuw bibliotheek-concept’. Dit hing al langer in de lucht, maar de nieuwe organisatie is afhankelijk van de andere indeling van het nieuwe gebouw.

Dienstverlening zal centraal staan: ,,From collection to connection”, is de slogan. ,,Leading is dat de bibliotheek geen dingen doet die de klant niet vraagt”, aldus Posthuma.

,,De houding van de bibliotheek is niet meer: we hebben een collectie, zorg maar dat u erbij kunt”, licht hij toe. Er komt meer en beter baliepersoneel, in staat en bereid de klant op zijn wenken te bedienen. Personeelsleden ontvangen hiertoe IT-instructies. Verder organiseert de bieb cursussen om de kennis van vreemde talen, voornamelijk Engels, bij te spijkeren en komen er extra trainingen in communicatie en klantgericht werken.

Posthuma: ,,Het helpen toegankelijk maken en de gebruiker ondersteunen bij het zoeken en binnenhalen van de gevraagde en juiste informatie, dat wordt de nieuwe weg van de centrale en facultaire bibliotheken.”

De positie van de faculteitsbibliotheken zal veranderen in het nieuwe concept. De faculteitsbibliotheken collectioneren op dit moment vooral. Maar het moeten ’terreingebonden kenniscentra’ worden, die documenten zoals artikelen, proefschriften en afstudeerscripties toegankelijk maken voorhun faculteit. Daarnaast kunnen ze deze informatie ook actief aanbieden aan derden.

De selectie en uitgave van dergelijke documenten is op dit moment een taak die uitgevers voor hun rekening nemen. De relatie tussen bibliotheek en uitgevers zal dus drastisch veranderen. De faculteitsbibliotheek zal de kennis van de faculteit waarschijnlijk sneller publiekelijk kunnen maken dan de uitgevers vroeger, niet in de laatste plaats omdat vrijwel alle informatie in de toekomst elektronisch beschikbaar komt.
Topbibliotheek

Het elektronisch beschikbaar zijn van documenten kan de bibliotheek tevens bevrijden van de vervelende situatie dat boeken vaak weken niet beschikbaar zijn omdat ze zijn uitgeleend. Tijdschriften zijn op dit moment al elektronisch opgeslagen. Posthuma verwacht dat in de toekomst ook boeken een elektronisch complement krijgen, waardoor delen ervan op aanvraag kunnen worden afgedrukt.

Naast de eigen TU-medewerkers gaat de bibliotheek ook instellingen buiten de universiteit beter bedienen. De TU-bieb is nu al dé nationale technische bibliotheek van ons land, maar ook internationaal timmert het instituut aan de weg. Net als de TU streeft de bibliotheek ernaar een ’topbibliotheek’ te worden.

Maar de landelijke ‘informatie-mediair’ op technisch gebied werkt natuurlijk niet meer voor niets. Het bedrijfsleven moet goed betalen voor de ‘op maat gesneden’ informatie. Nu al maakt de derde geldstroom vijftien procent uit van de totale begroting. Dat percentage gaat in de toekomst omhoog. Betaling van documenten zal veel efficiënter geschieden dan in het verleden. De chipper in een apparaat, en het document is betaald.

Een en ander heeft natuurlijk gevolgen voor het personeel. Er ontstaan nieuwe functies, met name als gevolg van de grotere klantgerichtheid. Meer mensen zijn nodig met kennis van informatietechnologie. Andere functies verdwijnen. Door zelfbediening bij het lenen en terugbrengen van boeken bijvoorbeeld. Het tijdschriftenbeheer verdwijnt, en een aantal functies die te maken hebben met het onderhoud van het oude gebouw is niet meer nodig.

Verder de catering, want het nieuwe gebouw heeft geen eigen kantine meer. ,,Geen gedwongen ontslagen”, is volgens Posthuma het uitgangspunt. ,,Iedereen heeft een baangarantie, maar geen functiegarantie.”

Dat betekent dat er moet worden bij- en omgeschoold. Op dit moment vindt er onder het personeel ,,een inventarisatie plaats van het soort werk waarvoor men in de toekomst belangstelling heeft”, zegt Posthuma. Hij verwacht dat vraag en aanbod, ofwel de nieuwe vacatures en de belangstelling van het personeel daarvoor, redelijk op elkaar aansluiten. ,,Iedereen wordt in de gelegenheid gesteld mee te gaan. Voor wie dat lastig is, kunnen we een oplossing bedenken. Maar de veranderbereidheid bij het personeel is voldoende.”

Knorren

De bibliotheek had in het verleden niet de naam een efficiënteorganisatie te zijn. Overtollig personeel van elders aan de universiteit werd regelmatig bij de bibliotheek ondergebracht. Maar dat is verleden tijd, als het aan de nieuwe beleidsmakers ligt. De starre structuur gaat op termijn over in een ,,organisatie die zichzelf voortdurend kan vernieuwen”. De voorzitter van de werkgroep P&O formuleert drie motto’s: ,,Een klantgerichte oriëntatie, een teamgerichte organisatie en een resultaatgerichte bedrijfsvoering. Een enorme cultuuromslag”, aldus Posthuma.

Kost deze nieuwe opzet van de bibliotheek geen handen met geld? Posthuma zegt van niet. Door een grotere efficiency kunnen de meeste kosten volgens hem worden opgevangen, zodat de verandering grotendeels ‘budgetneutraal’ kan verlopen. Voor de langere openingstijden heeft het college van bestuur een extra bijdrage toegezegd.

En wat gebeurt er met het oude gebouw? Vanwege de beschermde status hoeft niemand te vrezen voor de slopershamer. Waarschijnlijk komen er dure appartementen in. Het einde van een gebouw waar velen toch dierbare herinneringen aan hebben, de studenten die hier studeren niet in de laatste plaats. Velen zitten hier tijdens tentamenperiodes dagen, soms weken achtereen. Ze hebben er een sociaal leven opgebouwd.

In het nieuwe gebouw zijn veel meer studieplaatsen, en dat is hard nodig. Toch zijn niet alle studenten even blij met de verhuizing. De oude studieruimten zijn namelijk gezellig, en dat moet van de nieuwe nog worden afgewacht. Jassen, tassen, koffie en thee, alles neemt de student in het oude gebouw mee naar zijn studiestek. Officieel mag het niet – ,,studenten doen alles wat God verboden heeft”, klaagt Zwart – maar er is geen portier die ernaar kraait.

In het nieuwe gebouw is dat allemaal afgelopen. Jassen aan een hanger, tassen in een locker en koffie in de koffie-corner. Met het oude gebouw verdwijnt ook het in de individuele studiecellen vereeuwigde oorlogsverleden van Virgilianen en corporalen. ‘Kut paap, ga dood’, staat er op de muur tussen duizend en een andere, vaak weinig vrouwvriendelijke uitingen met bedenkelijk literair gehalte. ‘Alle corpspikken zijn fist-fuckers’, is het antwoord, en ‘Alle knorren tegen de muur!’.

Uitleen draait door tijdens mega-verhuizing

‘Met gemengde gevoelens’ kijkt Reinder Jan Zwart naar de enorme onderneming van het komend najaar: de daadwerkelijke verhuizing, gecompliceerd door het feit dat de uitleen gewoon doorgaat.

Een miljoen boeken – samen vijfendertig à veertig kilometer naast elkaar op de plank – moeten door de smalle straatjes van het Doelenkwartier.

Volgens EU-regels is de verhuizing Europees aanbesteed. De offertes waren 16 juni allemaal binnen. Omdat de bibliotheek strenge eisen aan de verhuizer stelt – een ISO 9002 kwaliteitscertificaat en al ten minste twee keer een bibliotheek hebben verhuisd van minstens 25 kilometer lengte – bleven slechts zes kandidaten over.

Het detaildraaiboek voor de verhuizing wordt pas gemaakt nadat de verhuizer bekend is. Maar de grote lijnen zijn wel bekend. Rond 10 oktober wordt het nieuwe gebouw opgeleverd. Eerst zalhet meubilair worden geplaatst: nieuwe bureaus, stoelen, onderdelen van het computernetwerk, en vijftig kilometer nieuw magazijnrek. De manier van opslag van de boeken gebeurt anders dan nu het geval is. De boeken die niet in het openbare deel staan, komen niet in statische rekken zoals nu, maar in zogenaamde compactus-stellingen. Deze zijn verrijdbaar en worden tegen elkaar aangeschoven. Op deze wijze is veel meer opslag mogelijk per vierkante meter dan voorheen, al is het natuurlijk meer werk om bij een boek te komen. Vandaar ook dat de meest uitgeleende boeken in de open opstelling staan. Qua vloeroppervlak is de nieuwe bibliotheek overigens kleiner dan de oude. Compactus-stellingen zijn in het oude gebouw niet mogelijk omdat de draagkracht van de vloer niet groot genoeg is.

Het is de bedoeling dat de bibliotheek gewoon doordraait tijdens de verhuizing. Zwart: ,,De opdracht bij het draaiboek is dat wij constant weten welk boek waar is.” Wanneer iemand een boek aanvraagt dat onderweg is of in het nieuwe gebouw, wordt het voor hem gehaald. Dat betekent een voortdurend heen en weer rijden met boeken. ,,We willen voorkomen dat boeken weken niet beschikbaar zijn.” Zwart hoopt dat het ondanks de verhuizing mogelijk is ieder boek binnen een dagdeel te kunnen leveren. Als alles volgens plan verloopt is de verhuizing voor Kerst verleden tijd.

Veertig kilometer boek verplaatsen, terwijl de uitleen gewoon doordraait. De bibliotheek bereidt zich al maanden voor op de grootste logistieke operatie uit haar geschiedenis. Met het oude gebouw zet de bibliotheek tevens haar oude imago aan de kant. Een nieuwe filosofie voor de nationale technische bibliotheek van de 21e eeuw.

Iedereen heeft het gebouw langzaam zien groeien het afgelopen jaar. Het ontwerp van architectenbureau Mecanoo heeft zijn skelet inmiddels goeddeels aangenomen. Wat rest zijn de afwerking en de details, het veelbesproken grasdak bijvoorbeeld. De oplevering vindt volgens de plannen plaats op 10 oktober.

De verhuizing betekent voor de TU-bibliotheek veel meer dan een beter onderkomen. Door de snelle ontwikkelingen in de informatietechnologie veranderen tevens de functie en het uiterlijk van een bibliotheek. De kaartenbakken zijn al lang verdwenen, en van terminals schrikt niemand meer; maar de bibliotheek van de toekomst heeft veel meer in petto.

De bieb heeft de fysieke verhuizing aangegrepen om ook de organisatie en filosofie te wijzigen. ,,Een heel nieuw bibliotheek-concept wordt in het nieuwe gebouw manifest”, aldus drs. Jos Posthuma, tot 1 april jongstleden interim-directeur van de sector informatiebronnen.

Wat treft de bezoeker aan, als hij na Kerst ‘de kegel’ binnentreedt? De meest in het oog springende verandering is misschien het grote aantal studieplaatsen. Moeten studenten in de oude bieb zoeken of er tussen de ongeveer honderd plaatsen ergens nog een stek te vinden is, het nieuwe gebouw telt zo’n duizend studieplekken. Reinder Jan Zwart, directeur informatielogistiek, verwacht de verloren zonen terug die nu tijdens tentamenperiodes uitwijken naar de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en de bibliotheek van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. In het nieuwe gebouw is naast individuele plekken ook voorzien in groepsruimten, waar drie of vier studenten aan een project kunnen samenwerken.

Wat velen waarschijnlijk prettig zal verrassen zijn de open boekenwanden in de hal, waarin gewoon gesnuffeld kan worden. Een oud concept dat weer helemaal terug is. De tachtigduizend meest geleende boeken, voornamelijk de nieuwste uitgaven, staan hierin tot ieders beschikking. Deze boeken vormen nu ongeveer tachtig procent van alle uitleningen.
Serendipity

‘Hé, dit kan ik ook gebruiken’, moet er weer gepreveld worden tussen de boekenrekken. De meeste mensen blijken deze primitieve vorm van boeken zoeken toch het prettigst te vinden. Het heeft zelfs een moderne naam gekregen. Zwart: ,,Serendipity: ongezocht vinden.”

Trots is de bibliotheek op de zogenaamde personal composer, een zoekprogramma dat de organisatie samen met onder meer Hewlett Packard heeft ontwikkeld. Met de personal composer kanvolgens drs. Ronald Dekker op een ’transparante wijze’ informatie gezocht en verwerkt worden. Met één zoekopdracht kan de bezoeker in principe niet alleen wereldwijd alle bibliotheekcatalogi bereiken, maar ook grote databases, full-text-bestanden en Internetbronnen. In eerste instantie wordt de personal composer op zo’n honderdzeventig werkstations geïnstalleerd, later uitgebreid tot driehonderd.

Ook het eigen – sterk verouderde – AUBID-bibliotheeksysteem wordt volgend voorjaar vervangen. Daarnaast verruimt de bibliotheek haar openingstijden. De personal-composerfaciliteiten zijn tot tien of elf uur beschikbaar; wie boeken leent uit het open magazijn kan ook tot die tijd terecht. Nieuw is dat de bibliotheek op zondag van één tot vijf open zal zijn. Online is de bibliotheek overigens 24 uur per dag toegankelijk.

De uitlening en inname van boeken worden geautomatiseerd. Wie een boek (uit de open opstelling) pakt, kan daarmee naar een terminal lopen om het te lenen. Ook het terugbrengen doe je in de toekomst bij de machine. Deze personeelbesparende verandering komt er waarschijnlijk niet direct, maar wel zo snel mogelijk na het betrekken van het nieuwe gebouw.

Door alle verbeteringen en de lokatie in het hart van de TU-wijk verwacht de bibliotheek dat het aantal uitleningen fors zal stijgen.
Klantgericht

Acht werkgroepen zijn in het leven geroepen om de verhuizing en de daaraan gekoppelde organisatieverandering voor te bereiden. In de werkgroepen hebben personeelsleden van de bibliotheek zitting; de organisatie hoopt dat de veranderingen op deze wijze door brede lagen van het personeel gedragen worden. Posthuma is voorzitter van de werkgroep Personeel & Organisatie (P&O).

Volgens Posthuma werkt het personeel in de toekomst volgens ‘een heel nieuw bibliotheek-concept’. Dit hing al langer in de lucht, maar de nieuwe organisatie is afhankelijk van de andere indeling van het nieuwe gebouw.

Dienstverlening zal centraal staan: ,,From collection to connection”, is de slogan. ,,Leading is dat de bibliotheek geen dingen doet die de klant niet vraagt”, aldus Posthuma.

,,De houding van de bibliotheek is niet meer: we hebben een collectie, zorg maar dat u erbij kunt”, licht hij toe. Er komt meer en beter baliepersoneel, in staat en bereid de klant op zijn wenken te bedienen. Personeelsleden ontvangen hiertoe IT-instructies. Verder organiseert de bieb cursussen om de kennis van vreemde talen, voornamelijk Engels, bij te spijkeren en komen er extra trainingen in communicatie en klantgericht werken.

Posthuma: ,,Het helpen toegankelijk maken en de gebruiker ondersteunen bij het zoeken en binnenhalen van de gevraagde en juiste informatie, dat wordt de nieuwe weg van de centrale en facultaire bibliotheken.”

De positie van de faculteitsbibliotheken zal veranderen in het nieuwe concept. De faculteitsbibliotheken collectioneren op dit moment vooral. Maar het moeten ’terreingebonden kenniscentra’ worden, die documenten zoals artikelen, proefschriften en afstudeerscripties toegankelijk maken voorhun faculteit. Daarnaast kunnen ze deze informatie ook actief aanbieden aan derden.

De selectie en uitgave van dergelijke documenten is op dit moment een taak die uitgevers voor hun rekening nemen. De relatie tussen bibliotheek en uitgevers zal dus drastisch veranderen. De faculteitsbibliotheek zal de kennis van de faculteit waarschijnlijk sneller publiekelijk kunnen maken dan de uitgevers vroeger, niet in de laatste plaats omdat vrijwel alle informatie in de toekomst elektronisch beschikbaar komt.
Topbibliotheek

Het elektronisch beschikbaar zijn van documenten kan de bibliotheek tevens bevrijden van de vervelende situatie dat boeken vaak weken niet beschikbaar zijn omdat ze zijn uitgeleend. Tijdschriften zijn op dit moment al elektronisch opgeslagen. Posthuma verwacht dat in de toekomst ook boeken een elektronisch complement krijgen, waardoor delen ervan op aanvraag kunnen worden afgedrukt.

Naast de eigen TU-medewerkers gaat de bibliotheek ook instellingen buiten de universiteit beter bedienen. De TU-bieb is nu al dé nationale technische bibliotheek van ons land, maar ook internationaal timmert het instituut aan de weg. Net als de TU streeft de bibliotheek ernaar een ’topbibliotheek’ te worden.

Maar de landelijke ‘informatie-mediair’ op technisch gebied werkt natuurlijk niet meer voor niets. Het bedrijfsleven moet goed betalen voor de ‘op maat gesneden’ informatie. Nu al maakt de derde geldstroom vijftien procent uit van de totale begroting. Dat percentage gaat in de toekomst omhoog. Betaling van documenten zal veel efficiënter geschieden dan in het verleden. De chipper in een apparaat, en het document is betaald.

Een en ander heeft natuurlijk gevolgen voor het personeel. Er ontstaan nieuwe functies, met name als gevolg van de grotere klantgerichtheid. Meer mensen zijn nodig met kennis van informatietechnologie. Andere functies verdwijnen. Door zelfbediening bij het lenen en terugbrengen van boeken bijvoorbeeld. Het tijdschriftenbeheer verdwijnt, en een aantal functies die te maken hebben met het onderhoud van het oude gebouw is niet meer nodig.

Verder de catering, want het nieuwe gebouw heeft geen eigen kantine meer. ,,Geen gedwongen ontslagen”, is volgens Posthuma het uitgangspunt. ,,Iedereen heeft een baangarantie, maar geen functiegarantie.”

Dat betekent dat er moet worden bij- en omgeschoold. Op dit moment vindt er onder het personeel ,,een inventarisatie plaats van het soort werk waarvoor men in de toekomst belangstelling heeft”, zegt Posthuma. Hij verwacht dat vraag en aanbod, ofwel de nieuwe vacatures en de belangstelling van het personeel daarvoor, redelijk op elkaar aansluiten. ,,Iedereen wordt in de gelegenheid gesteld mee te gaan. Voor wie dat lastig is, kunnen we een oplossing bedenken. Maar de veranderbereidheid bij het personeel is voldoende.”

Knorren

De bibliotheek had in het verleden niet de naam een efficiënteorganisatie te zijn. Overtollig personeel van elders aan de universiteit werd regelmatig bij de bibliotheek ondergebracht. Maar dat is verleden tijd, als het aan de nieuwe beleidsmakers ligt. De starre structuur gaat op termijn over in een ,,organisatie die zichzelf voortdurend kan vernieuwen”. De voorzitter van de werkgroep P&O formuleert drie motto’s: ,,Een klantgerichte oriëntatie, een teamgerichte organisatie en een resultaatgerichte bedrijfsvoering. Een enorme cultuuromslag”, aldus Posthuma.

Kost deze nieuwe opzet van de bibliotheek geen handen met geld? Posthuma zegt van niet. Door een grotere efficiency kunnen de meeste kosten volgens hem worden opgevangen, zodat de verandering grotendeels ‘budgetneutraal’ kan verlopen. Voor de langere openingstijden heeft het college van bestuur een extra bijdrage toegezegd.

En wat gebeurt er met het oude gebouw? Vanwege de beschermde status hoeft niemand te vrezen voor de slopershamer. Waarschijnlijk komen er dure appartementen in. Het einde van een gebouw waar velen toch dierbare herinneringen aan hebben, de studenten die hier studeren niet in de laatste plaats. Velen zitten hier tijdens tentamenperiodes dagen, soms weken achtereen. Ze hebben er een sociaal leven opgebouwd.

In het nieuwe gebouw zijn veel meer studieplaatsen, en dat is hard nodig. Toch zijn niet alle studenten even blij met de verhuizing. De oude studieruimten zijn namelijk gezellig, en dat moet van de nieuwe nog worden afgewacht. Jassen, tassen, koffie en thee, alles neemt de student in het oude gebouw mee naar zijn studiestek. Officieel mag het niet – ,,studenten doen alles wat God verboden heeft”, klaagt Zwart – maar er is geen portier die ernaar kraait.

In het nieuwe gebouw is dat allemaal afgelopen. Jassen aan een hanger, tassen in een locker en koffie in de koffie-corner. Met het oude gebouw verdwijnt ook het in de individuele studiecellen vereeuwigde oorlogsverleden van Virgilianen en corporalen. ‘Kut paap, ga dood’, staat er op de muur tussen duizend en een andere, vaak weinig vrouwvriendelijke uitingen met bedenkelijk literair gehalte. ‘Alle corpspikken zijn fist-fuckers’, is het antwoord, en ‘Alle knorren tegen de muur!’.

Uitleen draait door tijdens mega-verhuizing

‘Met gemengde gevoelens’ kijkt Reinder Jan Zwart naar de enorme onderneming van het komend najaar: de daadwerkelijke verhuizing, gecompliceerd door het feit dat de uitleen gewoon doorgaat.

Een miljoen boeken – samen vijfendertig à veertig kilometer naast elkaar op de plank – moeten door de smalle straatjes van het Doelenkwartier.

Volgens EU-regels is de verhuizing Europees aanbesteed. De offertes waren 16 juni allemaal binnen. Omdat de bibliotheek strenge eisen aan de verhuizer stelt – een ISO 9002 kwaliteitscertificaat en al ten minste twee keer een bibliotheek hebben verhuisd van minstens 25 kilometer lengte – bleven slechts zes kandidaten over.

Het detaildraaiboek voor de verhuizing wordt pas gemaakt nadat de verhuizer bekend is. Maar de grote lijnen zijn wel bekend. Rond 10 oktober wordt het nieuwe gebouw opgeleverd. Eerst zalhet meubilair worden geplaatst: nieuwe bureaus, stoelen, onderdelen van het computernetwerk, en vijftig kilometer nieuw magazijnrek. De manier van opslag van de boeken gebeurt anders dan nu het geval is. De boeken die niet in het openbare deel staan, komen niet in statische rekken zoals nu, maar in zogenaamde compactus-stellingen. Deze zijn verrijdbaar en worden tegen elkaar aangeschoven. Op deze wijze is veel meer opslag mogelijk per vierkante meter dan voorheen, al is het natuurlijk meer werk om bij een boek te komen. Vandaar ook dat de meest uitgeleende boeken in de open opstelling staan. Qua vloeroppervlak is de nieuwe bibliotheek overigens kleiner dan de oude. Compactus-stellingen zijn in het oude gebouw niet mogelijk omdat de draagkracht van de vloer niet groot genoeg is.

Het is de bedoeling dat de bibliotheek gewoon doordraait tijdens de verhuizing. Zwart: ,,De opdracht bij het draaiboek is dat wij constant weten welk boek waar is.” Wanneer iemand een boek aanvraagt dat onderweg is of in het nieuwe gebouw, wordt het voor hem gehaald. Dat betekent een voortdurend heen en weer rijden met boeken. ,,We willen voorkomen dat boeken weken niet beschikbaar zijn.” Zwart hoopt dat het ondanks de verhuizing mogelijk is ieder boek binnen een dagdeel te kunnen leveren. Als alles volgens plan verloopt is de verhuizing voor Kerst verleden tijd.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.