Truttig is niet erg

Een grauw transformatorhuisje, wat betonnen bankjes, een telefoonkastje en een verdwaalde reclamezuil. Het kruispunt dat Nico Langeveld in de Rotterdamse wijk Feijenoord fotografeerde, oogt dodelijk saai. “In de zomer zitten er blaadjes aan de bomen, dan ziet het er minder troosteloos uit”, geeft de IO’er toe, die over een paar weken afstudeert.

Het kruispunt staat niet op zich. Volgens Langeveld valt er in heel Rotterdam veel te verbeteren. Voor zijn afstuderen bij de Gemeentewerken Rotterdam en de Rotterdamse organisatie Aida (Atelier voor Interactieve Duurzaamheid Initiatieven) stelde hij een boekje samen vol ideeën voor een leefbaardere metropool. Volgens hem moet dat vooral een groenere stad zijn en een stad met meer dieren. “Door natuur neemt de levendigheid toe”, aldus de IO’er. “En het is ook bekend dat je mentaal opknapt door naar dat groen te kijken.”

Rotterdam heeft al stappen gezet om de stad met wat extra natuur op te kalefateren. Ter illustratie toont Langeveld plaatjes van grote rasters rondom bomen waar klimop door groeit. Goede initiatieven, vindt Langeveld, maar het wordt nog veel mooier als de gemeente ook het straatmeubilair een groen tintje geeft, zoals de bankjes, kastjes en het transformatorhuisje. “Waar het om gaat is dat je het straatmeubilair aanwendt voor extra ‘natuurbeleving’.”

“Stel, je maakt een bankje”, zegt hij. “Dan kun je daar een gewoon bankje van maken. Maar dat is erg eenzijdig. Als je goed kijkt naar de omgeving waarin het bankje staat, dan zie je dat daar van alles omheen leeft. Er zitten wespen in de prullenbak, er lopen mieren rond en er groeien plantjes tussen de stenen. Ik vind dat een interessant spanningsveld tussen natuur en stad.”

Langeveld bedacht een systeem van gietijzeren roosters die je net als legosteentjes makkelijk aan elkaar kunt koppelen en aan nutsgebouwtjes kunt bevestigen. Tekeningen in zijn boek tonen weelderig begroeide roosters met wilde wingerd, vuurdoorn, winterjasmijn of kamperfoelie. “Je moet natuurlijk oppassen dat je niet de verkeerde planten gebruikt”, zegt Langeveld. “Klimop moet je niet planten, die verstoppen de ventilatieroosters. Dat is niet toegestaan.”

Er gaan al stemmen op om een transformatorhuisje aan de Boergoense Vliet te voorzien van zijn roosters. “De deelgemeente Charlois is enthousiast, maar moet nog overleggen met elektriciteitsleverancier Eneco”, aldus de student.

In sommige constructies zijn hartjes verwerkt. “Kitscherige plantenrekjes vinden gretig aftrek in tuincentra”, aldus Langeveld. “Voor veel mensen kan een beetje truttigheid de natuurbeleving versterken en daar heb ik helemaal niets op tegen.”

Ook voor bedrijven is Langevelds plan interessant. “Aangename groene plekjes trekken de aandacht”, zegt Langeveld. “Het zijn dus goede plekken om reclameposters in de buurt te plaatsen. Als de plekken goed zijn ontworpen, hoeft de reclame geen afbreuk te doen aan de natuurbeleving. De gemeente wil bovendien zo min mogelijk extra kosten aan groenbeheer. Dus als reclamebedrijven het groen onderhouden is dat mooi meegenomen.” (TvD)

Een grauw transformatorhuisje, wat betonnen bankjes, een telefoonkastje en een verdwaalde reclamezuil. Het kruispunt dat Nico Langeveld in de Rotterdamse wijk Feijenoord fotografeerde, oogt dodelijk saai. “In de zomer zitten er blaadjes aan de bomen, dan ziet het er minder troosteloos uit”, geeft de IO’er toe, die over een paar weken afstudeert.

Het kruispunt staat niet op zich. Volgens Langeveld valt er in heel Rotterdam veel te verbeteren. Voor zijn afstuderen bij de Gemeentewerken Rotterdam en de Rotterdamse organisatie Aida (Atelier voor Interactieve Duurzaamheid Initiatieven) stelde hij een boekje samen vol ideeën voor een leefbaardere metropool. Volgens hem moet dat vooral een groenere stad zijn en een stad met meer dieren. “Door natuur neemt de levendigheid toe”, aldus de IO’er. “En het is ook bekend dat je mentaal opknapt door naar dat groen te kijken.”

Rotterdam heeft al stappen gezet om de stad met wat extra natuur op te kalefateren. Ter illustratie toont Langeveld plaatjes van grote rasters rondom bomen waar klimop door groeit. Goede initiatieven, vindt Langeveld, maar het wordt nog veel mooier als de gemeente ook het straatmeubilair een groen tintje geeft, zoals de bankjes, kastjes en het transformatorhuisje. “Waar het om gaat is dat je het straatmeubilair aanwendt voor extra ‘natuurbeleving’.”

“Stel, je maakt een bankje”, zegt hij. “Dan kun je daar een gewoon bankje van maken. Maar dat is erg eenzijdig. Als je goed kijkt naar de omgeving waarin het bankje staat, dan zie je dat daar van alles omheen leeft. Er zitten wespen in de prullenbak, er lopen mieren rond en er groeien plantjes tussen de stenen. Ik vind dat een interessant spanningsveld tussen natuur en stad.”

Langeveld bedacht een systeem van gietijzeren roosters die je net als legosteentjes makkelijk aan elkaar kunt koppelen en aan nutsgebouwtjes kunt bevestigen. Tekeningen in zijn boek tonen weelderig begroeide roosters met wilde wingerd, vuurdoorn, winterjasmijn of kamperfoelie. “Je moet natuurlijk oppassen dat je niet de verkeerde planten gebruikt”, zegt Langeveld. “Klimop moet je niet planten, die verstoppen de ventilatieroosters. Dat is niet toegestaan.”

Er gaan al stemmen op om een transformatorhuisje aan de Boergoense Vliet te voorzien van zijn roosters. “De deelgemeente Charlois is enthousiast, maar moet nog overleggen met elektriciteitsleverancier Eneco”, aldus de student.

In sommige constructies zijn hartjes verwerkt. “Kitscherige plantenrekjes vinden gretig aftrek in tuincentra”, aldus Langeveld. “Voor veel mensen kan een beetje truttigheid de natuurbeleving versterken en daar heb ik helemaal niets op tegen.”

Ook voor bedrijven is Langevelds plan interessant. “Aangename groene plekjes trekken de aandacht”, zegt Langeveld. “Het zijn dus goede plekken om reclameposters in de buurt te plaatsen. Als de plekken goed zijn ontworpen, hoeft de reclame geen afbreuk te doen aan de natuurbeleving. De gemeente wil bovendien zo min mogelijk extra kosten aan groenbeheer. Dus als reclamebedrijven het groen onderhouden is dat mooi meegenomen.” (TvD)