Tijdelijk geld voor opleiding pastoraal werk

Deze zomer werd bekend dat zes hogescholen tot 2015 extra geld krijgen voor godsdienst/pastoraal werk. D66 stelde er kamervragen over: waarom voor deze opleiding wel en voor andere niet?



Het antwoord is nogal technisch. De hogescholen gingen akkoord met de nieuwe bekostigingsregels (één bachelor en één master per student), maar stelden één voorwaarde: ze wilden een regeling voor opleidingen die te hard werden getroffen.



Het gaat om opleidingen die veel studenten trekken die al een bachelordiploma op zak hebben: daar betaalt de overheid niet langer voor. Bovendien moesten de hogescholen het probleem niet eenvoudig kunnen oplossen, bijvoorbeeld door de opleiding te versmelten met een andere opleiding of geld uit de markt te halen. Desgevraagd heeft de HBO-raad het verslag van het onderzoek openbaar gemaakt.



Uit een eerste inventarisatie kwam een klein rijtje opleidingen naar voren, waaronder mediatechnologie, human technology en informatiedienstverlening- & management. Maar die opleidingen kunnen er zelf wel een mouw aan passen, menen de rapporteurs van de HBO-raad.



Bij de opleiding film & televisie zijn de gevolgen groter: een kwart van haar eerstejaars heeft al een eerste bachelordiploma behaald en moet een hoog collegegeld betalen. Maar die opleiding komt nog ter sprake in de ‘bredere discussie over de toekomst van het kunstonderwijs in Nederland’, aldus de HBO-raad.



Zo bleef uiteindelijk alleen de opleiding godsdienst/pastoraal werk over. Die opleiding trekt veel oudere eerstejaars die alsnog voor pastoraal werk kiezen. Het is onwaarschijnlijk dat hun ‘werkgever’ veel kan bijdragen aan hun opleiding.



Het extra geld voor deze hbo-studie brengen de Nederlandse hogescholen overigens gezamenlijk op: het komt uit het totale budget voor het hbo, zodat er iets minder geld overblijft voor andere opleidingen. De hogescholen met een opleiding godsdienst/pastoraal werk zijn Windesheim, Fontys, Inholland, de Christelijke Hogeschool Ede, de Gereformeerde Hogeschool en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden.

Drie dagen na de uitzending op SBS6 oogt Suzanne nuchter. “Mijn leven staat een beetje op zijn kop. Het is een avontuur”, geeft ze in de pauze tussen de colleges toe. “Ik probeer er zo veel mogelijk van te leren. Hoe ik mijn stem beter kan gebruiken. En over mezelf. Presteren onder druk, in een korte tijd en voor een grote groep mensen.”

Snikje
Die druk was vrijdag thuis en op het podium voelbaar. Vol vertrouwen had Suzanne gezongen. Vol vertrouwen stond ze klaar voor de jury. “Ja, want het ging goed. Elk nootje, elke snikje zat waar ik het wilde hebben.”

Mokerslag
Haar moeder stond in de coulissen en was tot tranen toe geroerd. Die was om. Broertje Falco stond naast haar en was zo onder de indruk dat hij ter plekke besloot ook popstar te willen worden. Maar voor de jury was een verlenging van het avontuur geen uitgemaakte zaak. Ex-rtv-presentatrice Simone Walraven was ‘met stomheid geslagen’, maar juryvoorzitter Henkjan Smits deelde een mokerslag uit. Hij vond het geen goed optreden. Alleen de eerste en de laatste regels van Suzannes vertolking van ‘Use Somebody’ hadden hem kunnen bekoren.

Wip
Toen werd het spannend. Maurice Wijnen meende dat ze het zichzelf moeilijk had gemaakt met haar variaties in de melodielijnen. Marc-Marie Huijbregts gaf aan dat hij het moedig vond dat ze risico’s had genomen. Suzanne zat duidelijk op de wip: een ja, een nee en twee twijfelaars. Tot grote vreugde van haar, haar familie en de uitzinnige fans in de zaal gaven Huijbregts en Wijnen Suzanne het voordeel van de twijfel. Terecht vond het publiek, waarvan 75 procent ook vond dat ze door moest.