Campus

Tekentafeltalenten – Zen met stokjes

Als je je zuurverdiende centjes op een vrije avond besteedt aan take away-sushi, wil je er wel van genieten. Dan eet je je visjes dus niet uit een plastic bakje, maar van de Sushi Tray van IO-student Anouk Zeeuw van der Laan.


Een sushischaaltje. Zo simpel kan een idee zijn voor je bachelor-eindproject. Dat betekent niet automatisch makkelijk, want zie tussen de duizenden schaaltjes die al op de markt zijn maar eens iets nieuws te ontwerpen. En daarvoor studeer je dus aan de TU Delft. Anouk Zeeuw van der Laan (22) bedacht een nieuw concept voor een eeuwenoude traditie en sleepte er een 8,5 mee binnen.


Iedereen die door Azië heeft gereisd denkt wel twee keer na voordat hij volgegeten en voldaan zijn eetstokjes rechtop in zijn rijstkom prikt. Niets is asocialer dan zo’n teken van de dood. Japanse etiquette is in veel opzichten ver verwijderd van de westerse, en barst ook nog eens van de voor ons onbekende rituelen. Die ontdek je niet als je je zwarte plastic bakje voor geschoven krijgt in de sushibar, compleet met voorverpakte zakjes wasabi, sojasaus én splinterende wegwerpstokjes. Jammer, vindt Zeeuw van der Laan. “Volgens het traditionele Japanse sushiritueel is sushi eten namelijk een echt Zen-moment. Iets wat de consument dichterbij de natuur moet brengen, ontdaan van alle poespas.” Less is more; alleen jij, je met kennis en liefde bereide vis, rijst en groenten en totale aanwezigheid in het moment. Tja, en dat laatste mis je, als je al schranzend boven je niet-afbreekbare bakje naar een slechte soap kijkt. “Ik vind het belangrijk om dat Zen-moment weer terug te brengen bij het sushi eten”, zegt de IO’er. “Dus is mijn houten Sushi Tray zo breed, dat je hem stabiel op je schoot kunt leggen. Zo zit je alvast lekker. Je stokjes leg je in de daarvoor bestemde gleuf en om de plank zit een ‘sleeve’, een plastic rand met een reservoir voor de sojasaus. Dat is de westerse touch aan mijn product; die sleeve kan zo in de vaatwasser.”


Klinkt als een gat in de markt voor keukengereiproducent Royal VKB, voor wie ze de schaal ontwierp. Op de bank in je uppie, comfortabel onderuit met gezond en lekker eten, en niks anders aan je hoofd dan totale stilte: meer Zen kan je avondeten toch niet worden? “Klopt”, vindt Zeeuw van der Laan, “maar het bedrijf vond mijn ontwerp te commercieel.” Tja, een designschaal voor gezond yuppenfastfood – daar moet het bedrijfsleven natuurlijk maar net een markt voor zien. Of van sushi houden. En dat laatste is na een niet zo Zen sushimoment aan de lopende band, in een maatpak vol met sojasaus, vast al snel bekeken.

De voorzitter van de odc van Industrieel Ontwerpen, Jouke Verlinden, hoort ‘zorgwekkende geluiden’ over de opstelling van het cvb. “Het cvb houdt zelf de kaarten tegen de borst gedrukt. Daardoor proberen de decanen vooral hun eigen tent te redden. Het wij-gevoel bestaat niet meer en dat was er voorheen wel.”

En dat terwijl er van het cvb juist meer samengewerkt moet worden. “Men wil niet op lijstjes voor interfacultaire synergie staan, want dan doe je kennelijk iets dubbel”, merkt Verlinden.
College van bestuurlid Paul Rullmann zegt die reactie te begrijpen. “We willen een einde maken aan versnippering. Als dat jou treft, is dat ongelukkig. Maar we kunnen meer kracht ontlenen aan samenwerking. Dit is een positieve stap, we willen er samen sterker uitkomen.”
Jouke Verlinden denkt dat het cvb de inspraak niet hoog in het vaandel heeft staan. En odc-voorzitter Peter Verheijen van Technische Natuurwetenschappen wil weten wanneer de voorgenomen besluiten over de besparingen ‘inhoudelijk op de overlegtafel komen bij met name de gemeenschappelijke vergadering van de or en de sr’.

Paul Rullmann vindt juist dat het cvb heel open is voor inspraak van anderen, zoals ondernemingsraad en studentenraad. “En we hebben tegen de decanen gezegd: deel met je odc in welke fase van het proces je zit.”
Floor Koornneef, odc-voorzitter van Techniek, Bestuur en Management, is niet te spreken over de door het cvb gekozen werkwijze tijdens het ‘herijkingsproces’. “Het effect is dat iedereen zijn bezuinigingsopdracht over de schutting gooit bij iemand anders: het cvb bij de decaan, de decaan bij de afdelingsvoorzitters, de afdelingsvoorzitters bij de sectieleiders. Dat is visieloos.”

Henny van der Meulen, odc-voorzitter van Civiele Techniek en Geowetenschappen, heeft geen goed woord over voor de keuze van het cvb om dertig miljoen euro vrij te maken voor investeringen. “Mensen eruit schoppen en het geld gebruiken om de boel op te leuken. De TU wil bij de beste tien universiteiten van de wereld behoren. Dat bereik je niet met gebouwen, maar met mensen.”

Ook Jouke Verlinden begrijpt die keuze niet. “Als medewerkers werken we hard, de studentenaantallen groeien, we doen het heel goed in het nieuws en tegelijkertijd krijg je het deksel op je neus.” En waar gaat het geld precies heen, vraagt hij zich af. “Als je in dit gebouw rondloopt, is er niemand te zien met blije ogen van ‘o, dit geld gaat naar ons toe’.
Rullmann heeft begrip voor de zorgen, maar zegt die dertig miljoen per jaar nodig te hebben voor een gezonde bedrijfsvoering. “We hebben nu geen vast lijstje, omdat we het geld eerst willen vrijmaken. Onze wensen zijn niet nieuw, het zijn urgente zaken. Zoals de nieuwbouw voor Technische Natuurwetenschappen, de bouw van het
Learning Centre en vernieuwingen in onderwijs en onderzoek.”

Pagina 4: Twijfels over besparingen

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.