Campus

Tekentafeltalenten – Wegwerpontwerp voor kinderen

Zeg karton en je denkt aan verpakkingsdozen en wc-rolletjes. Maar een beetje ontwerper denkt out of the box. Zoals IO-student Anita van Schie, die er haar Cardboard
Construction Toy van ontwierp.


Iedereen met neefjes, nichtjes of misschien zelfs kinderen weet: waar kinderen zijn, is een schreeuwerige puinhoop van lelijk, felgekleurd plastic speelgoed. Met batterijen als het even kan, en bijbehorende penetrante herrie. Fantastisch voor de kinderen, níet voor het interieur en – belangrijker – het milieu. Biologisch afbreekbaar bestaat als het om kinderen gaat hooguit in luierdoekjes en nagelvijltjes.


Waarom eigenlijk? Wat is er gebeurd met houten tollen en brandweerauto’s? Zelfs gecoate, kartonnen speelhuisjes dienen met bijgeleverde chemische stiften (nooit-meer-uitwasbaar) te worden ingekleurd. “Maar recyclebaar karton is licht, vriendelijk en gemakkelijk te verwerken”, zegt Anita van Schie (23). “Prima geschikt voor kinderspeelgoed.” Niet dat ze daar nou zo’n enorme affiniteit mee had. “Corenso Edam, voor wie ik mijn bachelor-eindopdracht deed, maakt biologisch afbreekbare kartonnen kokers en verbindingsstukken. Het wilde een nieuwe markt aanboren. Kinderen dus, dacht ik – een kant die het bedrijf zelf ook graag op wilde.”


Na een literatuurstudie over kinderen ontwierp de student verschillende prototypen constructiespeelgoed van Re-board, een stijf, sterk en dik soort karton dat nu vooral wordt gebruikt voor displays. Vervolgens vertrok ze naar een plaatselijke basisschool om ze te testen. “Dat was het leukste onderdeel van mijn project”, lacht ze. “Ik had een prototype gebouwd dat bestond uit platte schijven, en dat bleek totaal niet tot hun verbeelding te spreken. Met mijn uiteindelijke ontwerp, verschillende vormen met gaten die ze door middel van kartonnen kokertjes met elkaar kunnen verbinden tot levensgrote bouwwerken, leefden ze zich helemaal uit.”


Ze richtte zich op kinderen van zeven tot negen jaar. “Oud genoeg om met constructiespeelgoed te spelen en jong genoeg om er veel fantasie bij te gebruiken”, aldus Van Schie. Zó leuk, dat Corenso Edam haar idee kocht. Of, nou ja, van de TU om precies te zijn. Van Schie ontving alleen een eindcijfer 8,5. “Het bedrijf heeft me nog aangeboden om stage bij ze te lopen om mijn product verder door te ontwikkelen. Het heeft namelijk nog wel wat kinderziektes.” Ze wees het af. “Ik wilde liever naar Zuid-Afrika.” Daar liep ze stage bij een technisch, interactief ontwerpbureau, dat educatieve producten ontwerpt voor onder andere musea. “Ik heb er een kinderapplicatie ontworpen voor een touch table. ”


Ondertussen is haar kartonnen speelgoed misschien wel verder doorontwikkeld. “Ik weet het niet. Het zou leuk zijn als het straks in de winkels ligt. Ik zou het zó voor mijn toekomstige kinderen kopen. ‘Kijk’, zeg ik dan, ‘dat heeft mamma gemaakt!’” 

Dat blijkt uit een analyse door SEO economisch onderzoek. Vergeleken met tien andere OESO-landen zijn alleen de Verenigde Staten en Zwitserland onder kennismigranten populairder dan Nederland. Aan het onderzoek deden 1240 kennismigranten mee.

Kansen
Kennismigranten – migranten met ten minste een hbo-diploma – komen om uiteenlopende redenen naar Nederland. Ondernemers omdat ze kansen ruiken, technici en ingenieurs omdat hun kwaliteiten hier beter beloond worden. Andere migranten werden door een buitenlandse werkgever uitgezonden.

Reputatie
Studenten komen vaak via uitwisselingsprogramma’s en beurzen naar Nederland. De kwaliteit van het onderwijs en de reputatie van universiteiten spelen een grote rol in hun beslissing. Buitenlandse wetenschappers prijzen vooral de vele originele ideeën in Nederland, uitgedrukt in het aantal patenten en citaties. Minder goed scoren de middelen voor het R&D-onderzoek en de aantallen onderzoekers en buitenlandse studenten.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.