Onderwijs

Technologische instituten verlaten Delft-kennisstad

De Stichting Kennisstad Delft reageert teleurgesteld op het definitieve vertrek van twee TNO-instituten uit Delft en het mogelijk verhuizen van het Nederlands Meetinstituut (NMi).

Maar volgens wethouder Van der Hout is het allerminst zeker dat ook het NMi de ‘kennisstad’ Delft verlaat.

De verplaatsing van het Productcentrum en het Kunststof- en Rubberinstituut van TNO hing al enige weken in de lucht, maar is definitief geworden nu de ondernemingsraad vorige week een positief advies heeft uitgebracht. De twee TNO-vestigingen gaan samen met het Metaalinstituut uit Apeldoorn op in het nieuwe onderdeel TNO Industrie, dat in Eindhoven wordt gevestigd. Volgens TNO omdat de voor het onderdeel belangrijke industrie zich voornamelijk in Zuidoost-Brabant bevindt.

Ook het NMi, dat nu in een TNO-gebouw aan de Schoemakerstraat is ondergebracht, is al jaren op zoek naar nieuwe huisvesting. Het feit dat Delft zich als kennisstad profileert, is volgens woorvoerder A. Tissink ,,zeker niet doorslaggevend. Delft Kennisstad is een mooie naam, die het internationaal goed doet. Maar bij mijn weten doet Delft Kennisstad naar ons toe niets concreets.” Dat laatste blijkt volgens hem uit de onderhandelingen met de gemeente over de nieuwe huisvesting, die niet soepel verlopen. Wanneer het NMi verhuist, zal het bedrijf zich waarschijnlijk vestigen in de driehoek Dordrecht, Woerden, Delft, zodat de samenwerking met de TU niet direct in gevaar komt.

Als zowel de TNO-instituten als de NMi Delft hebben verlaten, betekent dat een verlies van ruim vierhonderd arbeidsplaatsen in de technologische sector.

Wethouder van economische zaken Van der Hout gelooft niet dat het NMi serieus van plan is Delft te verlaten. ,,Iedereen die iets wil bereiken, laat in de onderhandelingen niet gelijk het achterste van zijn tong zien. Het is een strategische insteek van het NMi en daar geef ik ze geen ongelijk in.”

Projectleider W. de Jager van Delft Kennisstad is teleurgesteld, maar niet uit het veld geslagen. Het vertrek van TNO heeft volgens hem te maken met markttechnische overwegingen. ,,Wij voeren een goed beleid, maar de spelers hebben daarbinnen hun eigen marktoverwegingen.”

Aan het NMi heeft de gemeente volgens De Jager een heel behoorlijk bod gedaan, maar ,,er is hier een grens aan”. Delft Kennisstad is volgens hem zeker niet geflopt. ,,De kwaliteiten blijven hier toch zitten. Ik denk dat er in de stad een behoorlijk positieve stemming heerst.” De Jager meent dat Delft het naast de kwaliteit van de technische topinstituten juist moet hebben van de kleine ondernemers die groot groeien. (K.V.)

Kees Versluis

De Stichting Kennisstad Delft reageert teleurgesteld op het definitieve vertrek van twee TNO-instituten uit Delft en het mogelijk verhuizen van het Nederlands Meetinstituut (NMi). Maar volgens wethouder Van der Hout is het allerminst zeker dat ook het NMi de ‘kennisstad’ Delft verlaat.

De verplaatsing van het Productcentrum en het Kunststof- en Rubberinstituut van TNO hing al enige weken in de lucht, maar is definitief geworden nu de ondernemingsraad vorige week een positief advies heeft uitgebracht. De twee TNO-vestigingen gaan samen met het Metaalinstituut uit Apeldoorn op in het nieuwe onderdeel TNO Industrie, dat in Eindhoven wordt gevestigd. Volgens TNO omdat de voor het onderdeel belangrijke industrie zich voornamelijk in Zuidoost-Brabant bevindt.

Ook het NMi, dat nu in een TNO-gebouw aan de Schoemakerstraat is ondergebracht, is al jaren op zoek naar nieuwe huisvesting. Het feit dat Delft zich als kennisstad profileert, is volgens woorvoerder A. Tissink ,,zeker niet doorslaggevend. Delft Kennisstad is een mooie naam, die het internationaal goed doet. Maar bij mijn weten doet Delft Kennisstad naar ons toe niets concreets.” Dat laatste blijkt volgens hem uit de onderhandelingen met de gemeente over de nieuwe huisvesting, die niet soepel verlopen. Wanneer het NMi verhuist, zal het bedrijf zich waarschijnlijk vestigen in de driehoek Dordrecht, Woerden, Delft, zodat de samenwerking met de TU niet direct in gevaar komt.

Als zowel de TNO-instituten als de NMi Delft hebben verlaten, betekent dat een verlies van ruim vierhonderd arbeidsplaatsen in de technologische sector.

Wethouder van economische zaken Van der Hout gelooft niet dat het NMi serieus van plan is Delft te verlaten. ,,Iedereen die iets wil bereiken, laat in de onderhandelingen niet gelijk het achterste van zijn tong zien. Het is een strategische insteek van het NMi en daar geef ik ze geen ongelijk in.”

Projectleider W. de Jager van Delft Kennisstad is teleurgesteld, maar niet uit het veld geslagen. Het vertrek van TNO heeft volgens hem te maken met markttechnische overwegingen. ,,Wij voeren een goed beleid, maar de spelers hebben daarbinnen hun eigen marktoverwegingen.”

Aan het NMi heeft de gemeente volgens De Jager een heel behoorlijk bod gedaan, maar ,,er is hier een grens aan”. Delft Kennisstad is volgens hem zeker niet geflopt. ,,De kwaliteiten blijven hier toch zitten. Ik denk dat er in de stad een behoorlijk positieve stemming heerst.” De Jager meent dat Delft het naast de kwaliteit van de technische topinstituten juist moet hebben van de kleine ondernemers die groot groeien. (K.V.)

Kees Versluis

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.