Onderwijs

Technische aio’s promoveren sneller

Aio’s aan de drie technische universiteiten promoveren een stuk sneller dan hun collega’s aan de andere universiteiten. ,,Je kunt wel merken dat de universiteiten er weinig aan doen om aio’s sneller te laten promoveren”, concludeert voorzitter drs.

Jeanette Simon van het Landelijk Aio Overleg (Laioo). Het aantal aio’s dat binnen vijf jaar zijn proefschrift af heeft, is op een nieuw dieptepunt. Volgens de jaarlijkse graadmeter van de vereniging van universiteiten, de VSNU, promoveerde in 1997 slechts 36 procent van de aio’s binnen vijf jaar.

De technische universiteiten komen er in het VSNU-rapport redelijk goed af. De TU Eindhoven heeft de beste score; van de aio’s die in 1992 begonnen was in 1997 zestig procent gepromoveerd. Twente haalt vijftig procent. De Delftse promovendi lopen relatief achter. Daar promoveerde 41 procent van de aio’s binnen vijf jaar.

Het overgrote deel van de aio’s zet na zes jaar de laatste punt in zijn proefschrift. De technische universiteiten scoren daarmee iets beter dan de bèta-faculteiten van de algemene universiteiten. Andere snelle promovendi zijn medici en economen.

De hoge scores aan de TU’s zijn voor een deel verklaarbaar doordat ze weinig vrouwelijke aio’s trekken. Tachtig procent van de technische promovendi is man. Vrouwen doen in alle vakgebieden gemiddeld een jaar langer over hun promotie dan mannen.

Volgens Laioo-voorzitter Simon onderschatten begeleiders steevast de hoeveelheid werk voor promotie-onderzoek. ,,Er worden hoge eisen gesteld aan aio’s. Bovendien wordt van de promovendi ook verwacht dat ze veel onderwijs geven.”

Simon hoopt dat de nieuwe cao verlichting brengt in de taken van de aio’s. Daarin zou moeten worden vastgelegd dat een aio niet meer dan een kwart van zijn tijd besteedt aan onderwijstaken. Echt optimistisch is ze niet. ,,Je kunt wel met de cao in de hand naar je begeleider stappen, maar dat zal je niet in dankt worden afgenomen. En een aio is toch sterk van hem afhankelijk.” (HOP/HPvL)

,,Je kunt wel merken dat de universiteiten er weinig aan doen om aio’s sneller te laten promoveren”, concludeert voorzitter drs. Jeanette Simon van het Landelijk Aio Overleg (Laioo). Het aantal aio’s dat binnen vijf jaar zijn proefschrift af heeft, is op een nieuw dieptepunt. Volgens de jaarlijkse graadmeter van de vereniging van universiteiten, de VSNU, promoveerde in 1997 slechts 36 procent van de aio’s binnen vijf jaar.

De technische universiteiten komen er in het VSNU-rapport redelijk goed af. De TU Eindhoven heeft de beste score; van de aio’s die in 1992 begonnen was in 1997 zestig procent gepromoveerd. Twente haalt vijftig procent. De Delftse promovendi lopen relatief achter. Daar promoveerde 41 procent van de aio’s binnen vijf jaar.

Het overgrote deel van de aio’s zet na zes jaar de laatste punt in zijn proefschrift. De technische universiteiten scoren daarmee iets beter dan de bèta-faculteiten van de algemene universiteiten. Andere snelle promovendi zijn medici en economen.

De hoge scores aan de TU’s zijn voor een deel verklaarbaar doordat ze weinig vrouwelijke aio’s trekken. Tachtig procent van de technische promovendi is man. Vrouwen doen in alle vakgebieden gemiddeld een jaar langer over hun promotie dan mannen.

Volgens Laioo-voorzitter Simon onderschatten begeleiders steevast de hoeveelheid werk voor promotie-onderzoek. ,,Er worden hoge eisen gesteld aan aio’s. Bovendien wordt van de promovendi ook verwacht dat ze veel onderwijs geven.”

Simon hoopt dat de nieuwe cao verlichting brengt in de taken van de aio’s. Daarin zou moeten worden vastgelegd dat een aio niet meer dan een kwart van zijn tijd besteedt aan onderwijstaken. Echt optimistisch is ze niet. ,,Je kunt wel met de cao in de hand naar je begeleider stappen, maar dat zal je niet in dankt worden afgenomen. En een aio is toch sterk van hem afhankelijk.” (HOP/HPvL)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.