De belangstelling voor studentenpolitiek loopt terug. Na de val van de universiteitsraad gingen er dit jaar duizend studenten minder stemmen dan twee jaar terug. Maar de partijen zijn met andere dingen bezig.
Delftse studenten zijn heel actief. Een snelle rekensom leert dat met het jaarlijks uitdelen van 200 bestuursbeurzen maar liefst een op de vijf afgestudeerden een volledig jaar betaald heeft gekregen door de TU. Daarnaast worden er nog eens ruim 1300 ‘garantiemaanden’ uitgedeeld aan jaarboek- en feestcommissies. En dan vraagt het college van bestuur zich af waarom de gemiddelde studieduur in Delft zoveel hoger is dan in andere steden.
Reden genoeg om er een duur Gronings onderzoeksbureau op te zetten om deze vraag te beantwoorden. De centrale studentenraad zag onlangs terecht weinig heil in dat plan en adviseerde negatief. Voor het college was dat reden genoeg om helemaal niks te doen. Het plan was immers al lang geen plan meer maar werkelijkheid en het polsen van de studentenraad leek slechts een formaliteit.
Studentenpartijen Aag en Oras lijken het optreden van het college gezamenlijk ten voorbeeld te gaan stellen aan andere bestuurders: ‘hoe ga je niet om met een studentenraad’. Maar hoe gezamenlijk dat is, valt nog te bezien, want de onderlinge relatie tussen beide partijen is verre van optimaal.
Relletjes
Oras heeft zijn positie in de studentenraad (zes Oras tegen vier Aag, sinds vorige week zelfs zeven tegen drie) al eens ingezet, wat resulteerde in onderlinge relletjes. Want de grootste fractie krijgt uiteraard het meeste geld en een meningsverschil met de kleinere Aag-fractie werd beslecht met een stemming (!).
Anderzijds, dat Aag het lef heeft om een niet onderbouwde bewering in zijn verkiezingsprogramma te zetten, kan natuurlijk niet. Minpunt voor de Aag: slecht afgekeken van de Oras, die dit jaar evenals voorgaande keren de waarheid iets subtieler oprekt in zijn verkiezingsprogramma. ,,Oras heeft voor jou geregeld dat…”, vul maar in.
Een van die wapenfeiten was het extra jaar voor de lichting ’94. Alleen de ‘oude lullen’ herinneren zich misschien dat door de persoonlijke inzet van een VSSD-bestuurslid al in 1995 de problemen rond de zogenaamde generatie ’94 werden opgelost. Dat die afspraken spontaan vergeten waren, zegt eerder iets over professionaliteit of betrouwbaarheid van de bestuurders dan over de daadkracht van willekeurig welke studentenpartij.
Ook komend jaar wordt een mooi jaar. Wil je nog een buitenlandse stage of een goedkope computer of wil je wellicht een busje huren van de TU, het wordt mogelijk dankzij Oras. De Aag houdt zich nog wat op de vlakte en belooft voorlopig alleen extra afstudeermaanden aan studieverenigingen en een bredere opleiding. Vreemd genoeg reppen beide partijen met geen woord over zoiets als het stelsel van medezeggenschap.
Komend jaar moet het cvb weer kiezen voor een SR en een OR ofvoor een universiteitsraad. Blijkbaar was dat onderwerp niet belangrijk genoeg. Randvoorwaarden voor een leuke studie hebben blijkbaar voorrang gekregen over de vorm en inhoud van de primaire processen onderwijs en onderzoek. Geen TU-politicus, personeelslid of student had zich dat twee jaar geleden kunnen voorstellen.
De auteur is medewerker van Delta en zat vorig jaar voor Aag in de universiteitsraad.
Delftse studenten zijn heel actief. Een snelle rekensom leert dat met het jaarlijks uitdelen van 200 bestuursbeurzen maar liefst een op de vijf afgestudeerden een volledig jaar betaald heeft gekregen door de TU. Daarnaast worden er nog eens ruim 1300 ‘garantiemaanden’ uitgedeeld aan jaarboek- en feestcommissies. En dan vraagt het college van bestuur zich af waarom de gemiddelde studieduur in Delft zoveel hoger is dan in andere steden.
Reden genoeg om er een duur Gronings onderzoeksbureau op te zetten om deze vraag te beantwoorden. De centrale studentenraad zag onlangs terecht weinig heil in dat plan en adviseerde negatief. Voor het college was dat reden genoeg om helemaal niks te doen. Het plan was immers al lang geen plan meer maar werkelijkheid en het polsen van de studentenraad leek slechts een formaliteit.
Studentenpartijen Aag en Oras lijken het optreden van het college gezamenlijk ten voorbeeld te gaan stellen aan andere bestuurders: ‘hoe ga je niet om met een studentenraad’. Maar hoe gezamenlijk dat is, valt nog te bezien, want de onderlinge relatie tussen beide partijen is verre van optimaal.
Relletjes
Oras heeft zijn positie in de studentenraad (zes Oras tegen vier Aag, sinds vorige week zelfs zeven tegen drie) al eens ingezet, wat resulteerde in onderlinge relletjes. Want de grootste fractie krijgt uiteraard het meeste geld en een meningsverschil met de kleinere Aag-fractie werd beslecht met een stemming (!).
Anderzijds, dat Aag het lef heeft om een niet onderbouwde bewering in zijn verkiezingsprogramma te zetten, kan natuurlijk niet. Minpunt voor de Aag: slecht afgekeken van de Oras, die dit jaar evenals voorgaande keren de waarheid iets subtieler oprekt in zijn verkiezingsprogramma. ,,Oras heeft voor jou geregeld dat…”, vul maar in.
Een van die wapenfeiten was het extra jaar voor de lichting ’94. Alleen de ‘oude lullen’ herinneren zich misschien dat door de persoonlijke inzet van een VSSD-bestuurslid al in 1995 de problemen rond de zogenaamde generatie ’94 werden opgelost. Dat die afspraken spontaan vergeten waren, zegt eerder iets over professionaliteit of betrouwbaarheid van de bestuurders dan over de daadkracht van willekeurig welke studentenpartij.
Ook komend jaar wordt een mooi jaar. Wil je nog een buitenlandse stage of een goedkope computer of wil je wellicht een busje huren van de TU, het wordt mogelijk dankzij Oras. De Aag houdt zich nog wat op de vlakte en belooft voorlopig alleen extra afstudeermaanden aan studieverenigingen en een bredere opleiding. Vreemd genoeg reppen beide partijen met geen woord over zoiets als het stelsel van medezeggenschap.
Komend jaar moet het cvb weer kiezen voor een SR en een OR ofvoor een universiteitsraad. Blijkbaar was dat onderwerp niet belangrijk genoeg. Randvoorwaarden voor een leuke studie hebben blijkbaar voorrang gekregen over de vorm en inhoud van de primaire processen onderwijs en onderzoek. Geen TU-politicus, personeelslid of student had zich dat twee jaar geleden kunnen voorstellen.
De auteur is medewerker van Delta en zat vorig jaar voor Aag in de universiteitsraad.
Comments are closed.