Campus

Studentenkring Bahá’í

Jim Law, Edmond Ansari en Vahid Niazian zijn volgelingen van de profeet Bahá’u’lláh en vormen met z’n drieën de studentenkring Bahá’í in Delft.

,,De kring is niet altijd zo klein geweest, een jaar of vijf geleden waren er tien leden. Die zijn nu afgestudeerd”, weet Ansari.

Bahá’u’lláh begon honderdvijftig jaar geleden zijn religieuze beweging in het toenmalige Perzië. Streven naar eenheid – ook van religies – is zijn devies. ,,Volgens Bahá’u’lláh zijn alle profeten, zoals Jezus, Mohammed en Sri Krishna, gezonden door dezelfde God. Elke profeet bracht een progressieve openbaring waardoor de mensheid weer vooruit kon in zijn ontwikkeling. De meest recente profeet was Bahá’u’lláh zelf. Door zijn kennis kan de mens nu over de drempel naar volwassenheid stappen”, vertelt Niazian. Aangezien er tussen de komst van de verschillende profeten in een bepaald gebied meestal zo’n duizend jaar zat, wordt de volgende profeet voorlopig nog niet verwacht.

Inmiddels telt de beweging wereldwijd zes miljoen aanhangers. ,,Na het Christendom is Bahá’í de meest verspreide religie”, aldus Niazian. De drie leden van de studentenkring, alledrie tweedejaars, getuigen daar ook van: Law komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten, Niazian uit Iran en Ansari werd in Nieuw Zeeland opgevoed door zijn Perzische ouders. Ansari: ,,Voordat we in Delft gingen studeren, kenden we elkaar al. Jim en Vahid woonden al lang in Nederland, ik was hier op vakantie. Tijdens een nationaal jongerenweekend – de Nederlandse Bahá’í-gemeenschap telt zo’n twaalfhonderd leden waaronder een paar honderd jongeren – hebben we elkaar ontmoet.”

Niazian, Ansari en Law zijn niet de enige Bahá’í-gelovigen in Delft, maar wel de enige studenten. De plaatselijke raad vormt in Delft het ‘bestuur’ van de religieuze gemeenschap. Iedere gemeente waar negen of meer aanhangers wonen, heeft zo’n raad, die uit negen personen bestaat. De Delftse raad zet voor zijn activiteiten advertenties in de krant; om de bekendheid van de studentenkring wat op te krikken zijn de drie leden van plan om in Delft lezingen te organiseren.

Omdat de kring zo klein is, doen en helpen de drie voorlopig veel mee met de activiteiten van de grotere zusterverenigingen in Utrecht en Leiden. ,,De activiteiten bestaan uit lezingen, waarvan de onderwerpen sterk uiteen lopen, en elke negentien dagen wordt het negentiendaags feest gevierd: het begin van een nieuwe maand. De Bahá’í-kalender bestaat namelijk uit negentien maanden van negentien dagen en een paar schrikkeldagen. Op zo’n feest wordt veel gepraat, maar ook gebeden uit een speciaal boek geschreven door Bahá’u’lláh”, vertelt Law.

Op 21 maart is het nieuwjaar, daarom moeten de drie studenten deze maand vasten. Niazian: ,,Net zoals bij de Ramadan mogen wij tussen zonsopkomst en -ondergang niet eten. Het vasten staat symbool voor onthechting, nu moet je je bezinnen op de geestelijke kant van het leven. Als aanhangers van Bahá’u’lláh moeten wij ons ook houden aan wetten: niet roddelen, geenleugens vertellen en elke dag bidden als geestelijk voedsel. We mogen ook geen drugs of alcohol gebruiken, omdat die het verstand kunnen uitschakelen en dat is wat de mens onderscheidt van het dier.”

Maar verder moet er niet veel voor een volgeling. ,,We hebben geen voorganger, zoals een priester of imam. Bidden doe je individueel. Zélf besluit je of je Bahá’í wordt, dat doen niet je ouders voor je. Toevallig zijn onze ouders wel allemaal Bahá’í-aanhangers, daardoor zijn wij er ook mee in aanraking gekomen, want de beweging is niet erg bekend. Om lid te worden, hoef je alleen een kaartje in te vullen, voor de administratie”, legt Ansari uit. ,,Maar je hoeft geen lid te worden om aan onze activiteiten mee te doen. Iedereen is welkom. En mensen hoeven niet bang te zijn, want we zijn echt geen sekte.”

Jim Law, Edmond Ansari en Vahid Niazian zijn volgelingen van de profeet Bahá’u’lláh en vormen met z’n drieën de studentenkring Bahá’í in Delft. ,,De kring is niet altijd zo klein geweest, een jaar of vijf geleden waren er tien leden. Die zijn nu afgestudeerd”, weet Ansari.

Bahá’u’lláh begon honderdvijftig jaar geleden zijn religieuze beweging in het toenmalige Perzië. Streven naar eenheid – ook van religies – is zijn devies. ,,Volgens Bahá’u’lláh zijn alle profeten, zoals Jezus, Mohammed en Sri Krishna, gezonden door dezelfde God. Elke profeet bracht een progressieve openbaring waardoor de mensheid weer vooruit kon in zijn ontwikkeling. De meest recente profeet was Bahá’u’lláh zelf. Door zijn kennis kan de mens nu over de drempel naar volwassenheid stappen”, vertelt Niazian. Aangezien er tussen de komst van de verschillende profeten in een bepaald gebied meestal zo’n duizend jaar zat, wordt de volgende profeet voorlopig nog niet verwacht.

Inmiddels telt de beweging wereldwijd zes miljoen aanhangers. ,,Na het Christendom is Bahá’í de meest verspreide religie”, aldus Niazian. De drie leden van de studentenkring, alledrie tweedejaars, getuigen daar ook van: Law komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten, Niazian uit Iran en Ansari werd in Nieuw Zeeland opgevoed door zijn Perzische ouders. Ansari: ,,Voordat we in Delft gingen studeren, kenden we elkaar al. Jim en Vahid woonden al lang in Nederland, ik was hier op vakantie. Tijdens een nationaal jongerenweekend – de Nederlandse Bahá’í-gemeenschap telt zo’n twaalfhonderd leden waaronder een paar honderd jongeren – hebben we elkaar ontmoet.”

Niazian, Ansari en Law zijn niet de enige Bahá’í-gelovigen in Delft, maar wel de enige studenten. De plaatselijke raad vormt in Delft het ‘bestuur’ van de religieuze gemeenschap. Iedere gemeente waar negen of meer aanhangers wonen, heeft zo’n raad, die uit negen personen bestaat. De Delftse raad zet voor zijn activiteiten advertenties in de krant; om de bekendheid van de studentenkring wat op te krikken zijn de drie leden van plan om in Delft lezingen te organiseren.

Omdat de kring zo klein is, doen en helpen de drie voorlopig veel mee met de activiteiten van de grotere zusterverenigingen in Utrecht en Leiden. ,,De activiteiten bestaan uit lezingen, waarvan de onderwerpen sterk uiteen lopen, en elke negentien dagen wordt het negentiendaags feest gevierd: het begin van een nieuwe maand. De Bahá’í-kalender bestaat namelijk uit negentien maanden van negentien dagen en een paar schrikkeldagen. Op zo’n feest wordt veel gepraat, maar ook gebeden uit een speciaal boek geschreven door Bahá’u’lláh”, vertelt Law.

Op 21 maart is het nieuwjaar, daarom moeten de drie studenten deze maand vasten. Niazian: ,,Net zoals bij de Ramadan mogen wij tussen zonsopkomst en -ondergang niet eten. Het vasten staat symbool voor onthechting, nu moet je je bezinnen op de geestelijke kant van het leven. Als aanhangers van Bahá’u’lláh moeten wij ons ook houden aan wetten: niet roddelen, geenleugens vertellen en elke dag bidden als geestelijk voedsel. We mogen ook geen drugs of alcohol gebruiken, omdat die het verstand kunnen uitschakelen en dat is wat de mens onderscheidt van het dier.”

Maar verder moet er niet veel voor een volgeling. ,,We hebben geen voorganger, zoals een priester of imam. Bidden doe je individueel. Zélf besluit je of je Bahá’í wordt, dat doen niet je ouders voor je. Toevallig zijn onze ouders wel allemaal Bahá’í-aanhangers, daardoor zijn wij er ook mee in aanraking gekomen, want de beweging is niet erg bekend. Om lid te worden, hoef je alleen een kaartje in te vullen, voor de administratie”, legt Ansari uit. ,,Maar je hoeft geen lid te worden om aan onze activiteiten mee te doen. Iedereen is welkom. En mensen hoeven niet bang te zijn, want we zijn echt geen sekte.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.