Wie de prestaties van studenten wil verbeteren, moet de colleges en werkgroepen ’s morgens een paar uur later laten beginnen. "Er zullen meer studenten komen, die zich bovendien beter concentreren", voorspelt slaaponderzoeker Victor Spoormaker van de Universiteit Utrecht.
Studenten slapen naar schatting per nacht meer dan een uur te weinig. Ze hebben ongeveer acht uur slaap nodig, terwijl ze maar zes â zeven uur halen. “Dat heeft vooral met hun avondprogramma te maken”, vermoedt Spoormaker. “Ze gaan laat naar bed en moeten dan weer vroeg op. Om van hun alcoholinname maar te zwijgen: die zorgt ervoor dat ze gefragmenteerd en minder diep slapen.”
Tussen 1985 en 1995 zijn studenten gemiddeld een half uur minder gaan slapen. De gevolgen zijn groot. “Mensen worden op de lange termijn minder productief van slaapgebrek. Het is allemaal heel duidelijk, maar niemand doet er wat aan.”
Studenten zijn een kwetsbare groep, omdat ongeveer de helft van de late pubers en adolescenten avondmens is. Dat wil zeggen dat het ritme later ligt dan dat van anderen. Later trekt dat in sommige gevallen weer bij, maar een derde van de mensen zal altijd moeite blijven houden met een baan van negen tot vijf, denkt Spoormaker: “Die krijgen hun ogen pas open na drie koppen koffie.”
Studentendecaan Piet Jonkheer denkt dat het meevalt met de vermoeidheid van de studenten in Delft, voor zover hij daar zicht op heeft. “Het enige signaal dat wij krijgen, is dat de introductieperiode behoorlijk arbeidsintensief is voor studenten”, zegt hij.
Toch weten studentenbegeleiders volgens Jonkheer best dat veel studenten kwart voor negen ’s morgens vroeg vinden. “Maar als ze een baan krijgen, zijn ze ook snel gewend aan een ander ritme.”
Marijn Bos van studentenraadsfractie Oras zegt het aantal uren slaap van studenten niet hoog op zijn agenda te hebben staan. “Ik heb niet de indruk dat zij massaal moeite hebben met vroege colleges”, verkaart hij. “En er zijn in Delft nu eenmaal veel colleges en practica. Daardoor kan de universiteit het zich niet permitteren later te beginnen met de dag.”
Al zijn er volgens hem wel docenten die rekening houden met het slaapritme van hun studenten. Die plannen liever het derde en het vierde uur in, in plaats van de eerste twee uren.
Ook Arjanna van der Plas van AAG heeft de indruk dat de TU oog heeft voor het ritme van studenten. Op vrijdagochtend wordt er immers maar weinig college gegeven.
Van der Plas weet uit ervaring dat het niet helpt om een moeilijk vak al om kwart voor negen ’s morgens te krijgen. Maar om nou helemaal geen colleges meer te hebben vroeg op de morgen, is volgens haar niet haalbaar. “Dat zou waarschijnlijk betekenen dat er meer avondcolleges komen. Dat willen studenten zeker niet.”
Studenten slapen naar schatting per nacht meer dan een uur te weinig. Ze hebben ongeveer acht uur slaap nodig, terwijl ze maar zes â zeven uur halen. “Dat heeft vooral met hun avondprogramma te maken”, vermoedt Spoormaker. “Ze gaan laat naar bed en moeten dan weer vroeg op. Om van hun alcoholinname maar te zwijgen: die zorgt ervoor dat ze gefragmenteerd en minder diep slapen.”
Tussen 1985 en 1995 zijn studenten gemiddeld een half uur minder gaan slapen. De gevolgen zijn groot. “Mensen worden op de lange termijn minder productief van slaapgebrek. Het is allemaal heel duidelijk, maar niemand doet er wat aan.”
Studenten zijn een kwetsbare groep, omdat ongeveer de helft van de late pubers en adolescenten avondmens is. Dat wil zeggen dat het ritme later ligt dan dat van anderen. Later trekt dat in sommige gevallen weer bij, maar een derde van de mensen zal altijd moeite blijven houden met een baan van negen tot vijf, denkt Spoormaker: “Die krijgen hun ogen pas open na drie koppen koffie.”
Studentendecaan Piet Jonkheer denkt dat het meevalt met de vermoeidheid van de studenten in Delft, voor zover hij daar zicht op heeft. “Het enige signaal dat wij krijgen, is dat de introductieperiode behoorlijk arbeidsintensief is voor studenten”, zegt hij.
Toch weten studentenbegeleiders volgens Jonkheer best dat veel studenten kwart voor negen ’s morgens vroeg vinden. “Maar als ze een baan krijgen, zijn ze ook snel gewend aan een ander ritme.”
Marijn Bos van studentenraadsfractie Oras zegt het aantal uren slaap van studenten niet hoog op zijn agenda te hebben staan. “Ik heb niet de indruk dat zij massaal moeite hebben met vroege colleges”, verkaart hij. “En er zijn in Delft nu eenmaal veel colleges en practica. Daardoor kan de universiteit het zich niet permitteren later te beginnen met de dag.”
Al zijn er volgens hem wel docenten die rekening houden met het slaapritme van hun studenten. Die plannen liever het derde en het vierde uur in, in plaats van de eerste twee uren.
Ook Arjanna van der Plas van AAG heeft de indruk dat de TU oog heeft voor het ritme van studenten. Op vrijdagochtend wordt er immers maar weinig college gegeven.
Van der Plas weet uit ervaring dat het niet helpt om een moeilijk vak al om kwart voor negen ’s morgens te krijgen. Maar om nou helemaal geen colleges meer te hebben vroeg op de morgen, is volgens haar niet haalbaar. “Dat zou waarschijnlijk betekenen dat er meer avondcolleges komen. Dat willen studenten zeker niet.”
Comments are closed.