Campus

Strategienota is fundamentele vergissing

Toponderzoek moet niet het voornaamste doel van de TU worden, omdat studenten niet naar Delft komen om onderzoeker te worden, vindt een aantal TU’ers.

/strong>

,,De strategienota is een fundamentele vergissing. We zijn geen onderzoeksuniversiteit. Onze hoofdtaak is een nieuwe generatie ontwerpgerichte vernuftelingen op te leiden”, stelt dr.ir. Johan Blaauwendraad, hoogleraar bij civiele techniek en voormalig rector. ,,Ik vind het een strategische fout om te denken dat alle studenten in Delft onderzoeker willen worden. Ontwerpers hebben andere vaardigheden nodig dan onderzoekers. De meeste studenten werken in hun afstudeerproject aan een ontwerpopdracht. Ze willen aan de slag met onderwerpen uit de praktijk.”

Blaauwendraad, leider van een fundamentele onderzoeksgroep, staat niet alleen in zijn kritiek op de vorige week openbaar geworden strategienota. ,,Het verrichten van fundamenteel onderzoek is niet de taak van een technische universiteit”, vindt Ramses Kaijen, voorzitter van de studentenvakbond Vssd. ,,Een student die naar Delft komt, wil toegepast onderzoek doen, anders was hij wel naar Leiden of Utrecht gegaan.”

,,Onze maatschappelijke positie is in het geding met deze strategienota”, meent ir. John Westrik, voorzitter van de onderdeelcommissie bij Bouwkunde. ,,Als we straks allemaal briljante onderzoekers hebben, waar halen we dan de ingenieurs vandaan die kunnen ontwerpen? In Nederland moet ook gebouwd worden.”

Ook prof.dr. Joachim Burghartz, wetenschappelijk directeur van onderzoekschool Dimes, ziet er weinig heil in om de nadruk zo sterk te leggen op fundamenteel onderzoek en op onderzoek naar technologieën die één à twee generaties verder zijn dan de huidige technologie. ,,Het grootste deel van onze studenten gaat bij Philips werken en dat doet steeds minder langetermijnonderzoek. Daarom moet op de TU het hele traject van fundamenteel tot toepassingsgericht onderzoek blijven bestaan. We moeten blijven begrijpen waar de industrie nu mee bezig is.”

Prof.dr.ir. Patrick Dewilde, voorzitter van de portfoliocommissie die naar toponderzoek speurt, is het niet met de criticasters eens. Hij interpreteert het begrip fundamenteel minder strikt. ,,In de nota is de ingenieursaanpak wel degelijk in de verf gezet.”

Nieuwsgierig

‘Fundamenteel onderzoek’ is een begrip dat op vele manieren te interpreteren is, blijkt uit reacties op de strategienota.

Als het TU-onderzoek te fundamenteel wordt, loop je het risico dat de onderzoekers niet meer aan de relevante vragen werken, meent elektrotechneut Burghartz. ,,We moeten het taalgebruik van het bedrijfsleven, dat steeds meer naar de korte termijn kijkt, blijven begrijpen.”

,,De plannen zijn heel slecht voor het bouwbedrijfsleven”, aldus Blaauwendraad. ,,Deze universiteit moet niet alleen natuur- en scheikunde doen. Bij industrieel ontwerpen, architectuur, infrastructuur, werktuigbouwkunde en maritieme techniek willen studenten primair ontwerpen.Pas als ze moeilijke dingen tegenkomen gaan ze daar onderzoek naar doen.”

Dewilde vindt dat je ontwerpen ook fundamenteel kan aanpakken. ,,Als je nieuwsgierig bent naar hoe je complexe systemen kunt ontwerpen, doe je fundamenteel onderzoek. Er is geen contradictie tussen toegepast en fundamenteel. Met TU-brede thema’s en interdisciplinaire onderzoeksinstituten (Diocs) stimuleren we de ingenieurswetenschap. Hoe bouw je intelligentie in een systeem in of hoe gebruik je levende cellen om allerlei stoffen te produceren. Dat zijn ook fundamentele vragen.”

Prof.dr.ir. Mick Eekhout hanteert ook een ruimere definitie over wat fundamenteel onderzoek is als hij zegt dat er met de uitgangspunten van de strategienota ‘niets mis is’. ,,We pakken zelf actuele ontwerpopgaven aan waarvoor nog niemand een oplossing heeft, zoals de ‘blob’-architectuur. Dat zijn organische gebouwen met golvende wanden. Geen enkel bouwelement is gelijk aan elkaar en toch wil je ze industrieel produceren.”

Toponderzoek moet niet het voornaamste doel van de TU worden, omdat studenten niet naar Delft komen om onderzoeker te worden, vindt een aantal TU’ers.

,,De strategienota is een fundamentele vergissing. We zijn geen onderzoeksuniversiteit. Onze hoofdtaak is een nieuwe generatie ontwerpgerichte vernuftelingen op te leiden”, stelt dr.ir. Johan Blaauwendraad, hoogleraar bij civiele techniek en voormalig rector. ,,Ik vind het een strategische fout om te denken dat alle studenten in Delft onderzoeker willen worden. Ontwerpers hebben andere vaardigheden nodig dan onderzoekers. De meeste studenten werken in hun afstudeerproject aan een ontwerpopdracht. Ze willen aan de slag met onderwerpen uit de praktijk.”

Blaauwendraad, leider van een fundamentele onderzoeksgroep, staat niet alleen in zijn kritiek op de vorige week openbaar geworden strategienota. ,,Het verrichten van fundamenteel onderzoek is niet de taak van een technische universiteit”, vindt Ramses Kaijen, voorzitter van de studentenvakbond Vssd. ,,Een student die naar Delft komt, wil toegepast onderzoek doen, anders was hij wel naar Leiden of Utrecht gegaan.”

,,Onze maatschappelijke positie is in het geding met deze strategienota”, meent ir. John Westrik, voorzitter van de onderdeelcommissie bij Bouwkunde. ,,Als we straks allemaal briljante onderzoekers hebben, waar halen we dan de ingenieurs vandaan die kunnen ontwerpen? In Nederland moet ook gebouwd worden.”

Ook prof.dr. Joachim Burghartz, wetenschappelijk directeur van onderzoekschool Dimes, ziet er weinig heil in om de nadruk zo sterk te leggen op fundamenteel onderzoek en op onderzoek naar technologieën die één à twee generaties verder zijn dan de huidige technologie. ,,Het grootste deel van onze studenten gaat bij Philips werken en dat doet steeds minder langetermijnonderzoek. Daarom moet op de TU het hele traject van fundamenteel tot toepassingsgericht onderzoek blijven bestaan. We moeten blijven begrijpen waar de industrie nu mee bezig is.”

Prof.dr.ir. Patrick Dewilde, voorzitter van de portfoliocommissie die naar toponderzoek speurt, is het niet met de criticasters eens. Hij interpreteert het begrip fundamenteel minder strikt. ,,In de nota is de ingenieursaanpak wel degelijk in de verf gezet.”

Nieuwsgierig

‘Fundamenteel onderzoek’ is een begrip dat op vele manieren te interpreteren is, blijkt uit reacties op de strategienota.

Als het TU-onderzoek te fundamenteel wordt, loop je het risico dat de onderzoekers niet meer aan de relevante vragen werken, meent elektrotechneut Burghartz. ,,We moeten het taalgebruik van het bedrijfsleven, dat steeds meer naar de korte termijn kijkt, blijven begrijpen.”

,,De plannen zijn heel slecht voor het bouwbedrijfsleven”, aldus Blaauwendraad. ,,Deze universiteit moet niet alleen natuur- en scheikunde doen. Bij industrieel ontwerpen, architectuur, infrastructuur, werktuigbouwkunde en maritieme techniek willen studenten primair ontwerpen.Pas als ze moeilijke dingen tegenkomen gaan ze daar onderzoek naar doen.”

Dewilde vindt dat je ontwerpen ook fundamenteel kan aanpakken. ,,Als je nieuwsgierig bent naar hoe je complexe systemen kunt ontwerpen, doe je fundamenteel onderzoek. Er is geen contradictie tussen toegepast en fundamenteel. Met TU-brede thema’s en interdisciplinaire onderzoeksinstituten (Diocs) stimuleren we de ingenieurswetenschap. Hoe bouw je intelligentie in een systeem in of hoe gebruik je levende cellen om allerlei stoffen te produceren. Dat zijn ook fundamentele vragen.”

Prof.dr.ir. Mick Eekhout hanteert ook een ruimere definitie over wat fundamenteel onderzoek is als hij zegt dat er met de uitgangspunten van de strategienota ‘niets mis is’. ,,We pakken zelf actuele ontwerpopgaven aan waarvoor nog niemand een oplossing heeft, zoals de ‘blob’-architectuur. Dat zijn organische gebouwen met golvende wanden. Geen enkel bouwelement is gelijk aan elkaar en toch wil je ze industrieel produceren.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.