Campus

Stille stuiptrekkingen

Ben jij ook zo’n feestneus? Binnenkort houdt Anna het voor gezien. Volg jij haar op in deze wekelijkse rubriek? Stuur een mailtje naar

l”>delta@tudelft.nl.

De culturele ondervereniging van Virgiel, Lancet, viert Lancetweek. Een weekje in het teken van cultuur. Dit houdt vaak in het lenen van succesformules, gespot op andere culturele happenings. Hoe actueler hoe beter. Dit jaar dan eindelijk, eindelijk de langverwachte ‘Silent Disco’.

Ik ben zelf nogal een Parade-ganger, het jaarlijkse theaterevenement dat langs alle grote steden trekt. Ik weet nog goed dat daar voor het eerst de Silent Disco werd geïntroduceerd. Een dansvloer waarop mensen met koptelefoons dansten op de muziek die uiteraard alleen zij konden horen. Voor ons, toeschouwers, was er slechts stilte. En het beeld van een groepje mensen dat uit het niets stuiptrekkerige bewegingen stond te maken. Ik had nooit het lef, of het geld, om ook daadwerkelijk de dansvloer te betreden. Maar de Lancetweek is mijn kans!

Opgewonden fiets ik naar Virgiel. Bij binnenkomst is er niets dat deze avond van een normale borrelavond lijkt te onderscheiden. Dronken studenten, veel herrie, geen muziek. Tot achterin de zaal een enorme kubus van witte doeken opdoemt. Blijkbaar vindt het daar plaats. Meteen wordt een groot deel van wat voor mij zoveel voorpret had kunnen zijn, weggenomen. Niemand danst! Pas als ik de lakenruimte inloop word ik geconfronteerd met het beeld waar ik me zo op verheugde. Vooral de twee dj’s vormen een buitengewoon vermakelijk beeld samen. Het lijkt nog het meest op iemand die net een vreselijke nachtmerrie heeft. Ik besluit dat het lang genoeg heeft geduurd. Ik wil ook.

Ik gris een koptelefoon van iemands hoofd (die dingen zijn natuurlijk constant bezet, dus een beetje assertiviteit is op zijn plaats) en waag mij in de menigte. Het is leuk. Er worden wat eighties-hits gedraaid. Hoe bekender de muziek, hoe leuker, blijkt. Daar danst iedereen nou eenmaal het meest enthousiast op. Helaas houden de dj’s zich net te halsstarrig vast aan hun ietwat aparte genre. Maar dat ligt meer aan het feit dat ze gewoon geen andere muziek bij zich hebben. Andre Hazes hebben ze ook niet. Jammer, dat leek me nou zo grappig.

Ik vermaak me met het spelletje snel achter elkaar de koptelefoon op en af te zetten. Aan, uit, aan, uit. Maar na een tijdje merk ik dat ik helemaal opga ik de muziek. Het werkt als met de rode schoentjes; als je eenmaal de koptelefoon op hebt, moet je wel dansen. Ik ben helemaal in mijn eigen wereld en wissel hooguit af en toe een blik van verstandhouding met de andere koptelefoondragers. Maar na een tijdje raak je eraan gewend. Je bent je niet meer bewust van dat ding op je hoofd. Ik voer geprekken met mensen om mij heen en we proberen boven de koptelefoons uit te schreeuwen. Dat we ze juist even af kunnen zetten, lijkt niet in ons op te komen. Of misschien is de overgang wel te groot. Van harde muziek en een gezellig dansende menigte, naar ritmeloze stilte en raar bewegende mensen. De koptelefoon geeft een veilig gevoel. Een alibi. En ik dans en ik dans. Totdat de muziek ineens plotseling uitvalt. Ik kijk geschokt om mij heen. Wat is er aan de hand? Maar de rest danst onverstoord door. Mijn batterij blijkt op. En ik eigenlijk ook. Bij de uitgang geef ik mijn koptelefoon aan een grijnzende sjaars. Ik hoop dat hij zich heeft vermaakt met mijn stuiptrekkingen. (AN)

Ben jij ook zo’n feestneus? Binnenkort houdt Anna het voor gezien. Volg jij haar op in deze wekelijkse rubriek? Stuur een mailtje naar delta@tudelft.nl.

De culturele ondervereniging van Virgiel, Lancet, viert Lancetweek. Een weekje in het teken van cultuur. Dit houdt vaak in het lenen van succesformules, gespot op andere culturele happenings. Hoe actueler hoe beter. Dit jaar dan eindelijk, eindelijk de langverwachte ‘Silent Disco’.

Ik ben zelf nogal een Parade-ganger, het jaarlijkse theaterevenement dat langs alle grote steden trekt. Ik weet nog goed dat daar voor het eerst de Silent Disco werd geïntroduceerd. Een dansvloer waarop mensen met koptelefoons dansten op de muziek die uiteraard alleen zij konden horen. Voor ons, toeschouwers, was er slechts stilte. En het beeld van een groepje mensen dat uit het niets stuiptrekkerige bewegingen stond te maken. Ik had nooit het lef, of het geld, om ook daadwerkelijk de dansvloer te betreden. Maar de Lancetweek is mijn kans!

Opgewonden fiets ik naar Virgiel. Bij binnenkomst is er niets dat deze avond van een normale borrelavond lijkt te onderscheiden. Dronken studenten, veel herrie, geen muziek. Tot achterin de zaal een enorme kubus van witte doeken opdoemt. Blijkbaar vindt het daar plaats. Meteen wordt een groot deel van wat voor mij zoveel voorpret had kunnen zijn, weggenomen. Niemand danst! Pas als ik de lakenruimte inloop word ik geconfronteerd met het beeld waar ik me zo op verheugde. Vooral de twee dj’s vormen een buitengewoon vermakelijk beeld samen. Het lijkt nog het meest op iemand die net een vreselijke nachtmerrie heeft. Ik besluit dat het lang genoeg heeft geduurd. Ik wil ook.

Ik gris een koptelefoon van iemands hoofd (die dingen zijn natuurlijk constant bezet, dus een beetje assertiviteit is op zijn plaats) en waag mij in de menigte. Het is leuk. Er worden wat eighties-hits gedraaid. Hoe bekender de muziek, hoe leuker, blijkt. Daar danst iedereen nou eenmaal het meest enthousiast op. Helaas houden de dj’s zich net te halsstarrig vast aan hun ietwat aparte genre. Maar dat ligt meer aan het feit dat ze gewoon geen andere muziek bij zich hebben. Andre Hazes hebben ze ook niet. Jammer, dat leek me nou zo grappig.

Ik vermaak me met het spelletje snel achter elkaar de koptelefoon op en af te zetten. Aan, uit, aan, uit. Maar na een tijdje merk ik dat ik helemaal opga ik de muziek. Het werkt als met de rode schoentjes; als je eenmaal de koptelefoon op hebt, moet je wel dansen. Ik ben helemaal in mijn eigen wereld en wissel hooguit af en toe een blik van verstandhouding met de andere koptelefoondragers. Maar na een tijdje raak je eraan gewend. Je bent je niet meer bewust van dat ding op je hoofd. Ik voer geprekken met mensen om mij heen en we proberen boven de koptelefoons uit te schreeuwen. Dat we ze juist even af kunnen zetten, lijkt niet in ons op te komen. Of misschien is de overgang wel te groot. Van harde muziek en een gezellig dansende menigte, naar ritmeloze stilte en raar bewegende mensen. De koptelefoon geeft een veilig gevoel. Een alibi. En ik dans en ik dans. Totdat de muziek ineens plotseling uitvalt. Ik kijk geschokt om mij heen. Wat is er aan de hand? Maar de rest danst onverstoord door. Mijn batterij blijkt op. En ik eigenlijk ook. Bij de uitgang geef ik mijn koptelefoon aan een grijnzende sjaars. Ik hoop dat hij zich heeft vermaakt met mijn stuiptrekkingen. (AN)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.