Campus

Spookalarm

Volg de perikelen van studentenhuis De Draeck in de real life studentensoap van Delta. Leef mee de huisgenoten en ervaar de problemen en frustraties die ontstaan wanneer je met dertien studenten samenwoont in het centrum van Delft.

In huize de Draeck geloven we niet in spoken. Tot voor kort althans.

Ons huis heeft een brandalarm. Dat mag ook wel, want het is een brandbare bende. Het pand is rond 1600 gebouwd en heeft lang dienst gedaan als woning. Sinds de jaren zeventig is het een studentenhuis. Toen is het flink verbouwd met kartonnen wandjes en tochtige ramen. In totaal hebben ze dertien brandbare kamertjes in het grachtenpand weten te frutselen. En alle kamers en gangen hebben een rooksensor. Die registreert va’a’k rook en meestal is dat ’s nachts. De sirenes loeien dan door het hele huis. Het uit- en aanzetten van het alarm is heel ingewikkeld. Het gebeurt beneden bij de voordeur op een bedieningspaneel vol knopjes en lampjes.

Dat het paneel bij de ingang van het huis hangt, leidt natuurlijk tot flauwe grappen. Kom je uit de kroeg, dan is het altijd even aardig om te laten weten dat je thuis bent door even de rode ontruimingsknop in te drukken. Een snelle reactie roept het alarm dan ook niet meer op.

Deze week was het ook weer raak, maar nu echt. Wolken rook kwamen vanuit de keuken de gang binnen. Het hele huis rook naar verbrande pizzakaas. Nog geen vijf seconden later zat iedereen in huis rechtop in zijn bed. Weg nachtrust. Iedereen was klaarwakker, maar niemand ondernam actie. Ook Jim, derdejaars student industrieel ontwerpen, niet. En dat terwijl hij nog wel het dichtst bij de bron van al het kwaad zat: de oven. Jim had een beetje veel gedronken en lag te pitten met zijn hoofd op de keukentafel. Ondertussen was zijn Italiaanse maaltijd in de oven aan het verkolen. Terechte paniek dus in huize De Draeck.

Maar na twee minuten was daar Pjotr, zevendejaars civieler en redder in nood. Pjotr woont boven de keuken, hoorde de sirenes loeien en rook brand. Als een ware held rende hij de trap af naar beneden door het rookgordijn richting de bedieningskast. Hij drukte wat knoppen in en temde de sirene. Jim, inmiddels ook weer bij kennis, vroeg zich af wat iedereen in nachtkleding bij zijn verkoolde pizza stond te doen. Van een brandalarm heeft hij niets gemerkt.

Een paar dagen later loeiden de sirenes opnieuw. Held Pjotr raasde de trap af. ’s Nachts om halfdrie schakelde hij het alarm uit. Dit keer stond wel bijna iedereen naast zijn bed, bewust van een mogelijk gevaar. Maar dit keer was er niets, helemaal niets aan de hand. Geen oorzaak te vinden. En Jim? Die sliep rustig verder en was zich van geen spookalarm bewust. (MvdS)

Volgende week: Het raadsel wordt opgelost.
De cijfers:

Iedere dag draait de wasmachine ongeveer twee wassen.

Per week vermalen we meer dan honderd peperkorrels.

Maandelijks ontvangen we 23 poststukken voor oud-huisgenoten.

Wekelijks gaat het brandalarm vier keer af.

In huize de Draeck geloven we niet in spoken. Tot voor kort althans.

Ons huis heeft een brandalarm. Dat mag ook wel, want het is een brandbare bende. Het pand is rond 1600 gebouwd en heeft lang dienst gedaan als woning. Sinds de jaren zeventig is het een studentenhuis. Toen is het flink verbouwd met kartonnen wandjes en tochtige ramen. In totaal hebben ze dertien brandbare kamertjes in het grachtenpand weten te frutselen. En alle kamers en gangen hebben een rooksensor. Die registreert va’a’k rook en meestal is dat ’s nachts. De sirenes loeien dan door het hele huis. Het uit- en aanzetten van het alarm is heel ingewikkeld. Het gebeurt beneden bij de voordeur op een bedieningspaneel vol knopjes en lampjes.

Dat het paneel bij de ingang van het huis hangt, leidt natuurlijk tot flauwe grappen. Kom je uit de kroeg, dan is het altijd even aardig om te laten weten dat je thuis bent door even de rode ontruimingsknop in te drukken. Een snelle reactie roept het alarm dan ook niet meer op.

Deze week was het ook weer raak, maar nu echt. Wolken rook kwamen vanuit de keuken de gang binnen. Het hele huis rook naar verbrande pizzakaas. Nog geen vijf seconden later zat iedereen in huis rechtop in zijn bed. Weg nachtrust. Iedereen was klaarwakker, maar niemand ondernam actie. Ook Jim, derdejaars student industrieel ontwerpen, niet. En dat terwijl hij nog wel het dichtst bij de bron van al het kwaad zat: de oven. Jim had een beetje veel gedronken en lag te pitten met zijn hoofd op de keukentafel. Ondertussen was zijn Italiaanse maaltijd in de oven aan het verkolen. Terechte paniek dus in huize De Draeck.

Maar na twee minuten was daar Pjotr, zevendejaars civieler en redder in nood. Pjotr woont boven de keuken, hoorde de sirenes loeien en rook brand. Als een ware held rende hij de trap af naar beneden door het rookgordijn richting de bedieningskast. Hij drukte wat knoppen in en temde de sirene. Jim, inmiddels ook weer bij kennis, vroeg zich af wat iedereen in nachtkleding bij zijn verkoolde pizza stond te doen. Van een brandalarm heeft hij niets gemerkt.

Een paar dagen later loeiden de sirenes opnieuw. Held Pjotr raasde de trap af. ’s Nachts om halfdrie schakelde hij het alarm uit. Dit keer stond wel bijna iedereen naast zijn bed, bewust van een mogelijk gevaar. Maar dit keer was er niets, helemaal niets aan de hand. Geen oorzaak te vinden. En Jim? Die sliep rustig verder en was zich van geen spookalarm bewust. (MvdS)

Volgende week: Het raadsel wordt opgelost.
De cijfers:

Iedere dag draait de wasmachine ongeveer twee wassen.

Per week vermalen we meer dan honderd peperkorrels.

Maandelijks ontvangen we 23 poststukken voor oud-huisgenoten.

Wekelijks gaat het brandalarm vier keer af.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.